Ecran Total

Naast enkele markante klassiekers en hernemingen, biedt het Ecran Total-programma een reeks nog niet vertoonde films aan.

Het programma loopt in de Brusselse Arenbergbioscoop, maar wordt ook gedeeltelijk of integraal in de zomerprogramma’s vanbioscopen in Gent, Antwerpen, Luik en Brugge opgenomen. Bepaalde aangekochte films worden door de distributeurs traditioneel op de planken bewaard voor het Ecran Total-programma. Het zijn meestal films die op het internationale festivalcircuit opmerkelijk presteerden, maar voor een gewone bioscooprelease niet commercieel genoeg of te cinefiel geacht worden. Een korte selectie.

De Portugese cineaste Teresa Villaverde volgt in “Os Mutantes” drie straatkinderen. De mutanten uit haar uitstekende derde langspeelfilm, zijn door hun ouders verwaarloosde adolescenten – een weerkerend thema in Villaverdes oeuvre – die hun wil om te overleven nog niet hebben opgegeven. Hun kracht om dingen te veranderen, anders te gaan leven en hun weigering zich te plooien naar maatschappelijke conventies, wordt door Teresa Villaverde in elegische sequentieshots gefilmd. Haar poëzie van het straatleven is hard, maar Villaverdes naturalisme is aangrijpend en straalt ondanks de teneerdrukkende sfeer een rauwe energie uit.

De troosteloosheid en de sociale misère van onze planeet tekent ook twee films afkomstig uit het voormalige Oostblok. “Killer” van de uit Kazakstan afkomstige cineast Darejan Omirbaev ontleedt op Bressoniaanse wijze de ondergang van een modale, werkloze burger die in de netten van de georganiseerde misdaad verstrikt geraakt en gedwongen wordt te doden. Omirbaevs minimalistische beeldregie is beheerst en indringend. Het stilistisch conventioneler uitgewerkte “Brat” van Alexej Balabanov, is inhoudelijk verontrustender. De manier waarop de jonge protagonist gaat doden alsof het de gewoonste zaak ter wereld is en de nonchalance waarmee hij zich tussen zowel criminelen als wanhopige burgers begeeft, is extreem cynisch (maar daarom niet minder grappig) in zijn beschrijving van de zowel moreel als economisch bankroete Russische samenleving.

In “Sombre” van Philippe Grandrieux worden de zintuiglijke ervaringen van een seriemoordenaar gevisualiseerd. De eigenzinnige filmtaal van Grandrieux is eerder experimenteel dan verhalend. In zijn gebruik van onderbelichting, onscherpe beelden, extreme close-ups en het belang van geluidseffecten roept Grandrieux de verwarring van zijn protagonist op. “Sombre” herinnert aan “Clean Shaven” van Lodge Kerrigan en “Lost Highway” van David Lynch.

PIET GOETHALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content