EconCore, vouwend de wereld in

Het Leuvense EconCore breekt met zijn unieke procedé voor de productie van honingraatstructuren door in Azië. Het sloot een contract met een van de vijf grote Japanse tradinghuizen.

Professor Ignace Verpoest herinnert zich nog levendig de dag dat de Duitser Jochen Pflug zijn kantoor binnenliep. Pflug had luchtvaartengineering gestudeerd en was naar Leuven gekomen om het Europese masterprogramma in polymeren en composieten te volgen, dat Ignace Verpoest en zijn departement samen met vier andere Europese universiteiten hadden opgestart. “Hij komt mijn bureau binnen en haalt een stukje materiaal in honingraatstructuur uit zijn boekentas. ‘Hier heb ik een patent voor geschreven, interesseert u dat?’, vroeg hij.” Verpoest, die zelf twaalf patenten op zijn naam heeft staan, was onmiddellijk enthousiast: “Dat was zo’n gigantisch idee, zo fantastisch in al zijn eenvoud, ik heb hem meteen gezegd dat de universiteit daar wou aan meewerken.”

Nochtans kwam Jochen Pflug op zich met niets nieuws aan. Van honingraatstructuren is al lang bekend dat ze, gesandwicht tussen andere materialen, een grote stijfheid en weerstand combineren met een laag gewicht. Zij worden al tientallen jaren courant gebruikt in de lucht- en ruimtevaart. Het enige probleem is de omslachtige en dure productiemethode. En precies daarvoor had Jochen Pflug een oplossing.

Gewoon vouwen

De exclusieve licentie en de aankoopoptie op de patenten zitten vandaag bij EconCore, een spin-off van de Leuvense universiteit waarin Jochen Pflug de meerderheid heeft. “In het begin leek het procedé op een soort origami”, zegt Verpoest, verwijzend naar de Japanse papierplooikunst. Vandaag is ThermHex, zoals het eerste productieprocedé heet, tot het uiterste vereenvoudigd. Halve honingraten worden op een roterende vacuümrol gevormd en in één beweging tot een hele honingraat gevouwen en gelast. Voeg een onder- en bovenvel toe en je hebt een sandwichpaneel.

Traditioneel worden honingraatstructuren in verschillende productiestappen gemaakt. Plastic ‘tubes’ worden geëxtrudeerd, samengelijmd en gezaagd. Lagen golfkarton worden gestapeld en gezaagd. Telkens aparte etappes en tussenvoorraden. Duur. Wat de oplossing van EconCore goedkoop maakt, is dat ze volcontinu op één productielijn, van grondstof tot sandwichpaneel, kan gebeuren. Er kan zelfs direct decoratie op.

ThermHex werkt met vele soorten thermoplastics: polypropyleen, maar ook polyamide, polycarbonaat en nog andere, telkens met hun eigen toepassingsgebied. Met ThermHex hield het trouwens niet op. “Twee jaar later viel ik een tweede keer van mijn stoel”, herinnert Ignace Verpoest zich. Pflug ontwikkelde TorHex, nog eenvoudiger dan ThermHex. Het basismateriaal is stevig golfkarton, recht uit de handel. Snijden en plooien levert de honingraatstructuur. Er komt geen enkele extra bewerking bij te pas.

Jochen Pflug heeft nu drie patenten op zijn naam. Een vierde is in aanvraag. Het eerste octrooi is tien jaar oud. In sommige industrieën is dat de prehistorie, maar niet hier. Verpoest: “Dat is typisch voor materiaalkunde. Als het een echte innovatie is, moet je nieuwe machines bouwen en ook nog eens de productontwikkeling doen. Een materiaal in een product door een ander vervangen, is niet zo moeilijk. Maar het product zelf aanpassen om de eigenschappen van je nieuwe materiaal ten volle te exploiteren, kost tijd.” Jochen Pflug: “De grote uitdaging bestaat erin die hele innovatie te valoriseren.”

De KU Leuven had geen aanspraken op de uitvinding omdat Jochen Pflug zijn vondst niet aan de universiteit had gedaan. Maar van bij het begin kwamen beide overeen de eigendom van de uitvinding te delen. “Wij hebben de helft van de intellectuele eigendom gekocht”, zegt Verpoest, die bestuurder is bij EconCore.

Het Zweedse AssiDomän Packaging hielp om de mogelijkheden in de verpakkingsmarkt te verkennen. Een Duitse kartonmachinefabrikant onderzocht of TorHex tegen 100 meter per minuut kon worden geproduceerd, zoals de verpakkingsindustrie wou – en of de sandwichpanelen in de courante snij- en plooimachines kunnen worden verwerkt. Het Belgische Recticel testte TorHex met polyurethaan voor auto-interieurs. Toyota Motor Europe, Johnson Controls, Frantschach/Mondi Belcoat en DaimlerChrysler werkten aan toepassingen voor ThermHex.

Vallen en opstaan

Er waren wel tegenslagen. Recticel vond een alternatief in ultralichte polyurethaanstructuren. Voor Flanders’ Drive, de competentiepool voor toeleveranciers van de auto-industrie, is ‘lichtgewichtmaterialen’ een van zijn vier onderzoeksdomeinen. Maar EconCore viel uit de boot bij het samenstellen van het consortium. “Ze zijn ons vergeten”, grapt operationeel directeur Maurice Mergeay, die hoopt op samenwerking met andere toeleveranciers zoals Johnson Controls, Magna of Faurecia. In de verpakkingsmarkt bleek TorHex effectief de 100-meter-per-minuut te kunnen halen, maar AssiDomän Packaging werd gekocht door Kappa, dat fuseerde met Smurfit. “De contacten staan op een laag pitje. We hebben voorlopig niet de capaciteit om dat aan te pakken”, zegt Verpoest.

Maar de focus ligt op de successen. Met het Onderzoekscentrum voor Aanwending van Staal (Ocas) van de ArcelorMittalgroep in Zelzate werd een joint venture opgezet, SteelThermHex. Financiële partners zijn Finindus, KBC Arkiv, Fortis Private Equity Arkimedes, Allegro Investment Funds en het Gemma Frisius-Fonds van de KU Leuven. Zij brengen tezamen 4 miljoen in. Algemeen directeur Hans Maenhout bereidt vanuit Zelzate de opstart van een fabriek in Geel voor. Er wordt gewerkt aan de eerste aanwervingen. In juli moeten de eerste panelen van de machines rollen. SteelThermHex betaalt 0,1 euro per vierkante meter royalty’s aan EconCore, zo blijkt uit documenten in het handelsregister.

De tweede grote doorbraak voor EconCore is het contract met een Japans tradinghuis, dat in juni een productielijn voor herbruikbare plasticverpakkingen start. De naam wordt binnenkort bekendgemaakt. “SteelThermHex is een joint venture waarin we onze knowhow inbrengen voor een bepaalde markt. In het geval van Japan sluiten we een licentieovereenkomst”, zegt Ignace Verpoest. Het verschil is dat het Japanse tradinghuis zelf uitstippelt hoe het de EconCoretechnologie in de markt wil zetten. De Leuvenaren verwachten dat het Japanse conglomeraat via zijn Aziatische vestigingen (Thailand, Taiwan, China …) de technologie ook op andere domeinen zal gebruiken.

Uitvinder investeert zelf

Jochen Pflug, 38, is nu CEO van EconCore en nog altijd niet klaar met zijn doctoraat. Hij controleert 51 % van de stemrechten. Van de 689.000 euro kapitaal bracht hij zelf 265.000 euro in. Bij de start van EconCore had Jochen Pflug twee doelstellingen. Hij wou de controle houden over zijn uitvindingen en hij wou een zo breed mogelijk toepassingsgebied. “Dat creëert een spanningsveld in het bedrijf”, bevestigt professor Ignace Verpoest. “We zijn in twee jaar gegroeid van drie naar zeven mensen. Dat hadden er twintig kunnen zijn, maar we kozen ervoor het team geleidelijk te ontwikkelen. Iemand als Jochen wil de technologie nog zoveel mogelijk zelf begeleiden.”

Het debat over de groeisnelheid is twee jaar geleden gevoerd, zegt Verpoest. Maurice Mergeay, die zelf niet investeert en zelfs geen warrants heeft, wijst op de dubbele rol van de KU Leuven. “Voor de uitvinder is de universiteit een medewerker en een supportorganisatie. Maar tegelijk beschouwt de universiteit hém als een werknemer en onderhandelt ze met hem als een durfkapitalist. Ze zit op twee stoelen.” De KU Leuven heeft aandelen in EconCore en investeert via het Gemma Frisius-Fonds KU Leuven II. Ze werkt ook geregeld met Allegro Investment Fund, de eigenlijke lefgeldverschaffer van EconCore.

Jochen Pflug vindt een massale kapitaalinjectie, zoals ICT-starters vaak gebruiken om hun groei te versnellen, geen optie voor EconCore. “We zitten meer dan op koers. Het originele businessplan stelde dat we een omzet van 750.000 euro zouden halen tegen april 2010. Daar zijn we nu al over. We hebben nog 15 jaar octrooibescherming en de materialentechnologie maakt stapsgewijze ontwikkeling mogelijk.”

Management cruciaal

Zulke discussies worden vaak vanzelf beslist doordat de starter in geldnood raakt. Die kans is klein bij EconCore. Het eerste boekjaar, tot eind maart 2007, eindigde niet verwonderlijk met een bedrijfsverlies (-212.000 euro), maar dankzij 200.000 euro van Jochen Pflug zelf en een eerste royaltybetaling van SteelThermHex, stond er bij de afsluiting 303.000 euro cash op de balans. Dat is welkom, want EconCore bouwt twee proefproductielijnen in Haasrode om zijn klanten en prospecten van voldoende testmateriaal te voorzien.

Niet het kapitaal is trouwens de beperkende factor, wel het vinden van managers die de technologie breed kunnen uitzaaien, het tweede agendapunt van Jochen Pflug. De Amerikaanse markt is bijvoorbeeld nog onontgonnen terrein.

Met de prospectie zijn tot nog toe vooral Pflug, Mergeay en de tweede gedelegeerd bestuurder, Francis De Blauwe, in de weer. Het zijn managers met ondernemersgeest en een uitgebreide ervaring. De Blauwe is een doctor-ingenieur in polymeertechnologie met een carrière bij Raychem, Heraeus Electro-Nite en Afinia Plastics.

De drie zoeken partners die voldoende volume draaien om een productielijn te bouwen. Die bedrijven komen niet in het kapitaal van EconCore zelf, maar een niveau lager, in joint ventures zoals SteelThermHex, die ook zelf financiering aantrekken. Op die manier beperkt EconCore zijn kapitaalbehoefte en vermijdt het dat er in het ontwikkelingsbedrijf rivaliteiten ontstaan of dat industriële partners ontwikkelingen gaan blokkeren. “Er zal wat concurrentie zijn en wat overlap tussen de markten, maar de basisknowhow moet beschikbaar zijn voor iedereen”, zegt Pflug.

Hoewel hij een Duitse vriendin heeft, is Pflug niet terug naar Duitsland getrokken met zijn uitvinding. “Er is hier een goede ondersteuning voor spin-offbedrijven”, repliceert hij. “De aandeelhoudersovereenkomst bepaalt wel dat we ook in Duitsland enige activiteiten zullen starten.” (T)

Door Bruno Leijnse/Foto’s Wouter Rawoens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content