Duurzame flexibiliteit

bOb Van Reeth ontwierp in Amsterdam een gebouw aan de oevers van het IJ. Het Detroitcomplex combineert kracht, finesse en inrichtingsvrijheid voor de huurders.

Het is een zwart, indrukwekkend en intrigerend gebouw aan de stadsrivier, bij Amsterdammers beter bekend als ‘het IJ’. Het Detroitproject veroverde een toonaangevende plaats in het architecturale landschap van Amsterdam. De ontwerper: de reus met de gouden handen, bOb Van Reeth, en zijn medewerkers van het bureau awg architecten, met Christine de Ruijter op kop.

bOb Van Reeth heeft zich bij het ontwerp ondergedompeld in de sfeer van de omgeving. “Alle steden hebben verkommerde industriële activiteiten rond havens of spoorwegen”, vertelt hij. “Als je iets nieuws wil opbouwen in de kern van zo’n typische locatie, moet je gewoon rekening houden met dat verleden. In dit geval konden we geen mooie huisjes in zo’n omgeving integreren, dat zou belachelijk geweest zijn.”

Bovenop een koelopslagplaats

Het Detroitgebouw staat op een landtong van het oostelijke havengebied in Amsterdam. In het midden van de jaren negentig zocht de stad, op basis van een structuurplan dat ze maakte, een ontwikkelaar om de zone te renoveren. Het consortium OCNA (OntwikkelingsCombinatie Nieuw Amerika) haalde de opdracht binnen met het project Nieuw Amerika. Het idee: de structuur van de kaaien behouden en robuuste appartementsblokken realiseren. Die drie blokken worden Boston, Chicago en Detroit genoemd. Awg architecten neemt Detroit voor zijn rekening.

Het Detroitgebouw is opgetrokken op de resten van de vroegere koelopslagplaats Amerika. Hoewel dit 30.000 vierkante meter grote opslaggebouw in zijn tijd het grootste van Europa was, geraakte het net als de omliggende gebouwen snel in onbruik toen de havenactiviteiten naar een andere plaats in Amsterdam verhuisden

Het nieuwe gebouw mocht niet hoger dan 23 meter worden om de harmonie met de andere opslagplaatsen, waaronder het Wilhelmina en Australia, niet te verbreken. In tegenstelling tot het Amerikacomplex staan deze twee gebouwen er nog en worden ze omgebouwd tot … Boston en Chicago.

Keerpunt in het avontuur: in 2003 kocht de Nederlandse groep Vesteda het Detroitgebouw. Flexibiliteit werd binnen de kortste keren een van de belangrijkste onderdelen van de ontwikkeling. bOb Van Reeth: “Vesteda is een ontwikkelaar die zijn gebouwen niet verkoopt, maar in het eigen patrimonium opneemt en verhuurt. We hebben daarom beslist dat elke huurder zelf de indeling kon kiezen van zijn appartement.”

Een centraal atrium over negen verdiepingen

De 82 appartementen, die tussen 106 en 238 vierkante meter groot zijn, hebben hun eigen identiteit. Ze liggen rond een centraal atrium dat negen verdiepingen hoog is en waarin glas en licht overheersen.

De echte verrassing vinden we evenwel in de appartementen zelf. Ze zijn zo gebouwd dat de huurder de indeling zelf kan bepalen. De muren zijn verplaatsbaar zodat de huurder er naar eigen keuze een loft of een appartement met meerdere vertrekken van kan maken. Leidingen en kabels liggen onder de vloer, licht en verwarming kunnen met een aanraakscherm worden aangepast.

Huurprijs: tussen 1600 en 4500 euro per maand. “In Amsterdam worden gekke prijzen gevraagd, dat heeft niets te maken met dit gebouw”, relativeert bOb Van Reeth. De huurders kunnen niet alleen genieten van volledig flexibele luxeappartementen en talrijke comfortvoorzieningen zoals een lift die automatisch komt wanneer de huurder het appartement verlaat, maar ook van de gemeenschappelijke ruimten met een fitnessruimte, een zwembad en een wasserij. bOb Van Reeth toont zich vooral trots over de duurzaamheid van het gebouw. “De bouwheer Vesteda heeft ons 100 % gesteund om kwaliteit aan dit project te geven”, besluit hij. (T)

Door Guy Verstraeten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content