Hoe de rivaliteit tussen de Verenigde Staten en China de wereld na covid-19 zal bepalen

China en de VS botsen almaar meer. © Getty Images
Zanny Minton Beddoes Hoofdredacteur The Economist

Onder Xi Jinping wordt de Chinese assertiviteit agressiever in het buitenland en autoritairder in eigen land. Onder Donald Trump en Joe Biden is de Amerikaanse houding tegenover China verschoven van een geloof dat het land in te passen was in de door Amerika gedomineerde wereldorde, naar iets wat op een paranoïde inperking lijkt

In zijn verslag van de Peloponnesische Oorlog concludeert Thucydides dat het conflict het gevolg was van de toenemende macht van Athene, wat Sparta angst inboezemde. In zijn in 2015 gepubliceerde essay The Thucydides Trap onderzoekt Graham Allison van de universiteit van Harvard of die dynamiek van toepassing is op Amerika en China. Hij vond zestien periodes waarin een uitdager tornde aan de positie van een gevestigde macht. In twaalf gevallen liep de machtsverschuiving uit op oorlog. Hij concludeert dat een herhaling vandaag niet onvermijdelijk is, maar dat het ontsnappen aan die val “een enorme inspanning vereist”.

In Europa zal een winter met energietekorten, hoge prijzen en zelfs black-outs de kiezers razend en de politici bang maken.

De analyse van Allison is aandachtig bestudeerd in Washington en Peking. Maar de manier waarop de relatie tussen de wereldmacht en haar Aziatische uitdager de afgelopen vijf jaar bekoeld is, doet vermoeden dat weinig mensen lessen uit de geschiedenis trekken. Onder Xi Jinping wordt de Chinese assertiviteit agressiever in het buitenland en autoritairder in eigen land. Onder Donald Trump en Joe Biden is de Amerikaanse houding tegenover China verschoven van een geloof dat het land in te passen was in de door Amerika gedomineerde wereldorde, naar iets wat op een paranoïde inperking lijkt. Die houding wordt gekenmerkt door argwaan tegenover de Chinese bedoelingen en een consensus onder Democraten en Republikeinen dat de Amerikaanse wereldhegemonie gevaar loopt.

Dat toenemende vijanddenken heeft al grote schade aangericht, van een handelsoorlog tot oplopende spanningen over Taiwan. Het heeft ook de mondiale reactie op covid-19 en op de klimaatverandering verzwakt. Helaas ziet het er nu zo slecht uit dat de kans groot is dat het nog erger wordt. Dit conflict zal bepalend zijn voor de wereld die uit de pandemie komt. Het gaat niet alleen om de macht van beide rivalen, het is uitgegroeid tot een existentiële strijd waarbij elke partij probeert te bewijzen dat haar regeringsvorm superieur is.

Biden heeft het al zo beschreven. Hij zei dat de westerse democratieën een “concurrentiestrijd” voeren met autocratische regeringen over de vraag welk systeem het beste werkt. Xi Jinping heeft al herhaaldelijk verklaard dat collectieve staatscontrole duidelijk superieur is aan de disfunctionele westerse democratie. “Het Oosten verrijst en het Westen zinkt weg”, zoals Chinese partijfunctionarissen tegenwoordig graag zeggen.

Die visie zal versterkt worden door gebeurtenissen op het politieke wereldtoneel. Vanaf de Winterspelen in februari zal China een reeks strak georkestreerde evenementen organiseren met het twintigste Congres van de Communistische Partij als hoogtepunt. Die moeten de competentie, de macht en de superioriteit van het partijbestuur in de verf zetten en de positie van Xi als roerganger bekrachtigen.

Xi heeft de controle

De partij zal alles doen om elke vorm van instabiliteit of kritiek te voorkomen. Er zal geen risico bestaan dat burgers van irritante democratieën tijdens de Spelen protesten houden, bijvoorbeeld tegen de Chinese ‘heropvoedingskampen’ in Xinjiang. Op het thuisfront zal elk spoor van bezorgdheid binnen de partij beantwoord worden met keiharde zuiveringen. De partijfunctionarissen zullen de dageraad van een ‘nieuw tijdperk’ vieren, waarin Xi zo lang als hij wil de controle over de partij heeft.

Ondertussen zullen de westerse democratieën hun rommeligheid tentoonspreiden. In Europa zal een winter met energietekorten, hoge prijzen en black-outs de kiezers razend en de politici bang maken. De Franse presidentsverkiezingen worden een smerige vertoning van populistische demagogie. De toon wordt gezet door Éric Zemmour, een ultrarechtse tv-persoonlijkheid die zich presenteert als de Franse Trump. Emmanuel Macron wordt wellicht herverkozen omdat de populistische rechtse kiezers verdeeld zijn. Toch zal een campagne die gedomineerd wordt door haat en cultuuroorlogen geen reclame voor de democratie zijn.

De grootste teleurstelling zal Amerika zelf zijn. In de jaren met tussentijdse verkiezingen wordt er weinig beslist en gaan er Congreszetels verloren voor de partij die het Witte Huis bezet. Het jaar 2022 wordt een extreem voorbeeld van die trend. Biden is er niet in geslaagd zijn Build Back Better-pakket van uitgaven voor infrastructuur en de sociale zekerheid door het Congres te krijgen. Zelfs als dat was gelukt, zou zijn populariteit hebben geleden onder de stijgende inflatie en bevoorradingsproblemen. De Democraten hebben nu acht zetels meer in het Huis van Afgevaardigden en bezetten de helft van de zetels in de Senaat. Het risico is groot dat ze in allebei de controle kwijtraken. De Republikeinen zijn in de ban van Trump en hebben zijn verzinsel overgenomen dat de verkiezingen van 2020 gestolen zijn. Er zijn nu in talrijke staten met een Republikeinse meerderheid wetten aangepast om het verkiezingstoezicht in zijn voordeel te wijzigen.

De grote waarschijnlijkheid dat Trump in 2024 de Republikeinse presidentskandidaat wordt, zal betekenen dat het politieke debat overschaduwd wordt door de angst voor de grootste constitutionele crisis sinds de Burgeroorlog. Buiten Amerika zullen degenen die dachten dat Trump een oprisping was, geschokt zijn door het vooruitzicht van zijn comeback.

Ondertussen in het economische strijdperk…

Op het politieke toneel mag de westerse democratie dan disfunctioneel lijken in vergelijking met de Chinese autocratie, maar 2022 kan een ander oordeel brengen over de vraag welk systeem het beste economische beheer biedt. China en de VS reageren anders op uitdagingen, zoals de macht van techbedrijven en de economie weer openen na de pandemie. Voor het eerst in jaren maakt China misschien meer fouten.

Xi is begonnen aan een ongebreidelde poging om de kapitalistische reuzen van China op hun nummer te zetten. Hij heeft maar liefst 1,5 biljoen dollar aan beurswaarde uitgewist doordat hij technologiebedrijven aan banden legde en zware beperkingen oplegde aan bedrijven met diensten die schadelijk geacht worden voor de ‘algemene welvaart’. In Amerika zal het gescheld van de twee partijen op de ondermijnende invloed van Facebook en andere techgiganten weinig meer opleveren dan hoorzittingen in het Congres. De marktwerking zal er ook beter in slagen dingen te veranderen, nu jonge consumenten nieuwe platforms kiezen en de grote techbedrijven een deel van elkaars territorium proberen in te pikken.

JOE BIDEN Zijn populariteit en zijn meerderheid dreigen te slinken.
JOE BIDEN Zijn populariteit en zijn meerderheid dreigen te slinken.© Getty Images

Amerika en de rest van het Westen zullen zich instellen op een leven met covid-19. De ziekte zal niet verdwijnen, maar endemisch worden. Boosterprikken zullen de norm worden, de reisbeperkingen zullen worden versoepeld en lockdowns zullen tot het verleden behoren. China zal heel 2022 vasthouden aan een zero-covid-beleid. Het land zal afgeschermd blijven van de rest van de wereld door lange quarantaines en strenge reisbeperkingen.

In beide gevallen zal die draconische aanpak economische schade veroorzaken. Onvoorspelbare regelgeving en overdreven afkeer van de succesvolle kapitalisten zullen ondernemen minder aantrekkelijk maken en innovatie in de weg staan. Bovendien zal de handhaving van een zero-covid-beleid in een wereld waarin de ziekte endemisch is, verstorende bedrijfssluitingen vereisen.

Dit alles zal de al problematische Chinese macro-economische situatie nog moeilijker maken. China-kenners zijn al jaren bezorgd over de gevolgen van het afremmen van de vastgoedboom en over de schrikbarende schuldgraad die ermee gepaard ging. De crisis bij de grote projectontwikkelaar Evergrande doet vermoeden dat deze lastige overgang eindelijk begonnen is. Voeg daar de structurele uitdagingen aan toe, van de afnemende beroepsbevolking tot een snel groeiend aantal afhankelijke bejaarden, en je hebt aanzienlijke economische pijnpunten. De groei van het bruto binnenlands product (bbp) op jaarbasis kan dalen tot 5 procent. Dat zou een schaduw werpen over de wereldeconomie. Maar paradoxaal genoeg zou dit de grondstofprijzen temperen en zo de grootste macro-economische uitdaging van Amerika verlichten: het risico van een blijvend hoge inflatie. Dat zou de Federal Reserve de ruimte geven om het versoepelingsbeleid te verlengen. Nu covid-19 achter de rug is, en het restrictief begrotingsbeleid grotendeels voltooid is en een al lang noodzakelijke verbetering van de infrastructuur op gang gekomen is, kan de economie van Amerika behoorlijk groeien ondanks het politieke gekrakeel. Een bbp-groei van 4 procent is plausibel.

Geen avonturisme

Het verschil in politieke en economische prestaties zal volgend jaar het nieuws domineren. Maar zal dat niet de kansen ondermijnen dat Amerika en China een inspanning zullen doen om een functionerende relatie op te bouwen? Dat hoeft niet. Met een kwakkelende economie zal Xi misschien gebrand zijn op een betere handelsrelatie met Amerika, terwijl Biden door de tegenstand in eigen land misschien een buitenlands succes zal willen behalen voor de tussentijdse verkiezingen. In theorie kunnen beide kanten op talrijke gebieden vooruitgang boeken. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een zinnig verdrag over handel en technologie ter vervanging van de invoerrechten van het tijdperk-Trump. Ze kunnen ook afspraken maken over een gemeenschappelijke benadering van de cyberveiligheid, nucleaire non-proliferatie of de militarisering van de ruimte.

Helaas lijken al die dingen erg onwaarschijnlijk. In een fel gepolariseerd Amerika is de harde opstelling tegenover China een van de weinige dingen waarover beide partijen het eens zijn. Biden zal niet riskeren dat de Republikeinen hem soft noemen omdat hij deals sluit, hoe verstandig dat ook is. En een China dat Biden als een overgangsfiguur ziet in een disfunctionele democratie, zal waarschijnlijk eerder zijn nationalistische propaganda opvoeren om de binnenlandse economische zwakheid te verdoezelen. Het goede nieuws is dat een militaire confrontatie onwaarschijnlijk lijkt in 2022. De overheersende behoefte om de stabiliteit te bewaren in de aanloop naar het partijcongres zal China weerhouden van avonturisme. Het slechte nieuws is dat de val van Thucydides nog mogelijk is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content