Drie ten onrechte miskende wijnen

Er mag dan al beweerd worden dat de Belgische wijnliefhebber geen etiketdrinker is, dat belet niet dat sommige vooroordelen moeilijk uit te roeien zijn. Die zorgen ervoor dat een hele reeks Franse wijnen die nochtans de moeite waard zijn, meteen in de onderste lade verzeilen. Hoog tijd dus om drie van deze appellations uit het wijnvagevuur te halen: de irancy, de cahors en de muscadet.

Muscadet: gebrek aan imago

De vooroordelen. Van de drie hier behandelde appellations is dit ongetwijfeld deze die de minste aandacht krijgt. Dat gevoel wordt nog eens versterkt doordat het hier gaat om een wijnstreek die in crisis verkeert en lijdt onder een gebrek aan imago – vooral dan tegenover de goed vermarkte witte wijnen uit de Nieuwe Wereld. Het gaat bovendien om een herkomstgebied dat zo ruim is dat weinig consumenten de moeite doen om het serieus onder de loep te nemen en er de volle complexiteit van te vatten.

De feiten. De muscadet was inderdaad lange tijd synoniem met intensieve productie en wijn van povere kwaliteit. Maar daarin is intussen verandering gekomen. De wijnboeren hebben op geen inspanning gekeken om de rendementen te verminderen, onder meer door voortijdig uit te dunnen en met de hand te oogsten, allemaal met de bedoeling om de kwalijke reputatie van de wijn te verbeteren. Probleem is wel dat, ondanks die verbetering, de prijs van deze wijn nog steeds vragen oproept. Kan zo’n goedkope wijn wel goed zijn? Om daar uit te geraken, is het interessant om een blik te werpen op dit wijnareaal van 16.000 hectare.

De toestand is ingewikkelder dan je zou denken. Het onderscheid tussen ‘muscadet’ en ‘muscadet sur lie’ – die eerder vermeldingen zijn dan herkomstbenamingen – niet te na gesproken, omvat het gebied rond Nantes drie AOC-zones (appellations d’origine contrôlée): muscadet Coteaux-de-la-Loire (oosten), muscadet Côtes de Grandlieu (zuiden) en muscadet de Sèvre-et-Maine (geklemd tussen beide voorgaande). Wat die wijnen zo interessant maakt, is dat er niet minder dan negen verschillende bodemsoorten te vinden zijn binnen het herkomstgebied. Dat is geen onbelangrijk detail, als je weet dat de aangeplante druivensoort, de melon, werkt als een ware spons. Ze levert dan ook zeer uiteenlopende resultaten op naargelang de grond waarop ze werd aangeplant. Weinigen weten dat er ook heel wat ‘crus’ bij de muscadets te vinden zijn, ook al is het gebruik van die term daar wettelijk verboden. Om daaraan een mouw te passen, schuiven sommige wijnbouwers tegenwoordig een aantal specifieke zones naar voor, zoals de schiefer van Goulaine of het graniet van Clisson. In die gebieden wordt een streng lastenkohier gehanteerd: het rendement moet beneden de 47 hectoliter per hectare liggen, de wijn moet minimaal 11° hebben, moet zeventien maanden op most rijpen en in sommige districten is chaptaliseren (het bijzoeten van het druivensap) uit den boze.

Het gevolg is dat de muscadets van de nieuwste generatie de kenners verbluffen met hun molligheid en hun groot aromatisch evenwicht. U merkt: we zitten hier al ver verwijderd van het beeld van ‘zure troep’.

Flessen die overtuigen. De Cuvée Domaine des Hautes Noelles 2004 en 2005 (vanaf 8 euro) en de Côtes-de-Grandlieu van Serge Batard. Het is interessant om die twee wijnen te vergelijken om te begrijpen over welk breed pallet de expressiviteit van de muscadet zich wel uitspreidt. De 2004 is erg citrusachtig en mineraal, terwijl de 2005 eerder Bourgondisch aandoet, met een grote volheid en densiteit. Kijk ook eens naar de Granite de Clisson La Chambaudière 2003 van Bruno Cormerais (8 euro), een witte wijn waarin honing, kruiden en vleugjes curry zitten verwerkt.

Waar te verkrijgen? De wijnen van Serge Batard vindt u bij Basin & Marot, Edelknaapstraat 90A, 1050 Brussel (tel. 02 347 64 66). De Granite de Clisson is verkrijgbaar bij Vinalgros, Hertogendal 297 in 1160 Brussel (tel. 02 673 45 98). Jammer genoeg is de jaargang 2003 in België uitgeput, maar dat mag u niet beletten om de millésime 2004 en sommige van de oudere jaargangen van Bruno Cormerais uit te proberen.

Cahors: heropleving

De vooroordelen. Lang geleden had de cahors een uitstekend imago. Jammer genoeg heeft deze wijn zich nooit herpakt van de buitensporige productienormen die deze herkomstbenaming decennialang ten deel vielen. Anderen vinden dan weer dat de wijn te zwaar is voor de hedendaagse smaak.

De feiten. Sinds kort is de cahors aan een ware heropleving toe. Een nieuwe generatie wijnboeren – allemaal veertigers – heeft er de teugels in handen genomen en hanteert een meer hedendaagse visie op wijnbouw. Overproductie is er niet meer bij, het is nu al evenwicht wat de klok slaat. Het gaat om een klassiek evenwicht dat berust op rasechte soberheid, een rechtlijnige tanninestructuur en een tamelijk grote dosis verfrissende levendigheid.

Het bewijs voor het nieuwe imago van cahors, blijkt uit het aantal ‘nieuwe roepingen’. Denk maar aan Véronique en Stéphane Azémar, een koppel jonge Parijzenaars. Met hun beidjes hebben ze zich gewaagd aan de Clos du Jour, een zuivere malbec die nu weer goed over de tong gaat. Een ander voorbeeld van de dynamiek in Cahors, is dat er steeds meer wordt gesproken over een klassering volgens cru, zoals dat het geval is in de Elzas en in Bordeaux. Het project werd intussen voorgelegd aan het INAO (Institut national des appellations d’origine), de voogdij-instelling van de Franse wijnsector. Tegelijkertijd werd geologisch onderzoek gedaan met de bedoeling uiterst strikte criteria vast te leggen. Kwestie van de naamsbekendheid van de streek op te peppen en de beste wijnen naar voor te schuiven.

Flessen die overtuigen. Le Cèdre 2002, cuvée Prestige (15 euro), een wijn van de broers Verhaeghe, Belgen die al twee generaties lang in de Cahors aanwezig zijn. De 2002 is een pareltje van concentratie. In de mond treffen we zwarte bessen aan, vermengd met de aroma’s van toast. Maar het blijft allemaal zeer licht. Hetzelfde geldt voor de Clos d’un Jour 2002 (8,90 euro), met zijn aroma’s die niet kunnen verbergen dat de wijn achttien maanden op fust werd gerijpt. Een wijn die niets van zijn oorspronkelijke fruitigheid heeft verloren en nog werd aangevuld met zoethout. Een must.

Waar te verkrijgen? Le Cèdre bij Quentin, Edelknaapstraat 7, 1050 Brussel (tel. 02 537 85 97). Le Clos du Jour is te koop bij Oeno tk, Afrikastraat 29-31, 1050 Brussel (tel. 02 534 64 34).

Irancy: onvindbaar

De vooroordelen. Dat deze wijn uit het noorden van de Bourgogne totaal onbekend is bij Belgen, is al veelzeggend. Wie de naam toch al heeft gehoord, verantwoordt zijn gebrek aan belangstelling met het argument dat de wijngaarden er maar in 1999 een communale herkomstbenaming kregen, nadat ze eerst decennialang aan de rand van de generische bourgognes hadden doorgebracht. En ook al dateert de wijnbouw er van de tweede eeuw na Christus, dan nog werden de voortbrengselen van de regio van de hand gewezen als ‘minderwaardige bourgogne’.

De feiten. Irancy is een prachtig dorp in de Yonne, een van de mooiste plekken in de Bourgogne. De smalle, karaktervolle straatjes getuigen van een geschiedenis van vallen en opstaan. In de middeleeuwen werden deze wijnen gedronken aan het hof van de koningen van Frankrijk, maar tijdens de industriële revolutie verwerden ze tot goedkope rommel die alleen goed was om het zware labeur van de Parijse arbeiders door te spoelen.

Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw nam Irancy opnieuw zijn lot in handen, meer bepaald op het ogenblik dat de benaming bourgogne-irancy werd aangenomen. Dertig jaar lang heeft het wijnareaal in deze streek zich op eigen kracht ontwikkeld. Zozeer zelfs dat Jacques Dupont, de wijnspecialist van het Franse magazine Le Point, vandaag niet aarzelt om de appellation op te nemen in wat hij noemt de “elite van de bourgognewijnen”.

Helemaal in dezelfde lijn beginnen grote Bourgondische firma’s – zoals Simonnet-Febvre – er hun eigen wijnkelders te installeren. De voortgebrachte wijn is verraderlijk eenvoudig, maar levert wel subtiele smaken op: van kers tot zwarte bes, wat animale aroma’s en een vleugje kruiden.

Flessen die overtuigen. Zonder enige twijfel de Irancy 2003 van Thierry Richoux (9 euro), een intense en zijdeachtige wijn die wordt gedomineerd door donkere kers. Deze wijn is de vrucht van een uitzonderlijk oogstjaar buiten categorie en mag dan ook niet worden gedronken als een ordinaire irancy. Om een goed beeld te krijgen van deze appellation moet u ook eens proeven van de 2002 (8,50 euro), die nu nog vrij gesloten is, maar over een drietal jaar al zijn mogelijkheden zal tentoonspreiden. In tegenstelling tot de vooroordelen kunnen de irancywijnen oud gedronken worden (ze kunnen zeven tot acht jaar en zelfs langer bewaard worden). We mogen, ten slotte, ook de Irancy 2004 van Franck Givaudin (8 euro) niet vergeten: noten van kers gekruid met een mespuntje verse munt.

Waar te verkrijgen? Alvast niet in Brussel. Maar met een reistijd van minder dan vijf uur raden we u aan om eens ter plekke te kijken. U maakt dan best een afspraak met een wijnboer om een rondrit te maken doorheen de wijngaarden. Dat kan bijvoorbeeld bij Franck Givaudin, Sentier de la Bergère, 89290 Irancy (tel. +33 3 86 42 20 67) of Thierry Richoux, 73 rue Soufflot, 89290 Irancy (tel. +33 3 86 42 21 60), twee markante figuren uit dit herkomstgebied.

Michel Verlinden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content