Drie keer rendabeler dan Intel

Iedere dag gebruikt u producten van Melexis. De afstandsbediening van uw autoslot, de sensoren onder de motorkap, de slimme chip in de batterijlader van uw Nokia-gsm. Het bedrijf met hoofdzetel in Ieper behoort tot de wereldtop in micro-elektronica. Een nieuw gamma optische producten moet die positie nog verstevigen.

Melexis is discreet. Even anoniem als het gebouw in het groen aan de Transportstraat in Tessenderlo, waar vinken slaan en irissen een schitterende grens trekken tussen techniek en natuur. En toch speelt Melexis een vitale rol in uw leven. Het bedrijf maakt 95 standaardproducten voor tientallen toepassingen in auto’s, telecom, consumentenelektronica en andere industrieën.

Druksensoren en magnetische sensoren zijn het historische hart van het bedrijf, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de overname van het Ieperse Bulcke Hybrid Technologies in 1994 door Roland Duchâtelet, Rudi De Winter en Françoise Chombar. De officiële zetel is nog altijd in Ieper.

Bandendrukmonitoring is een groen concept dat perfect illustreert wat Melexis doet. “Sensoren meten de druk en soms ook nog de versnelling. Je moet die gegevens verzamelen en verwerken. De band draait, daar kun je geen draad aan hangen. Dus versturen we die informatie draadloos. En dat alles integreren we op één of op enkele chips”, zegt co-gedelegeerd bestuurder Françoise Chombar.

De kracht van Melexis is zijn focus op de automobielmarkt, zijn brede productenpalet en zijn knowhow in integratie. Melexis levert niet rechtstreeks aan autobouwers. Zijn chips gaan in de systemen van de ‘Tier 1’-toeleveranciers – reuzen als Bosch, Valeo of Continental -, die rechtstreeks leveren aan de autofabrikanten. Of ze zitten in de producten van de ‘Tier 2’-fabrikanten, die zelf leveren aan de Tier 1. Melexis weet dan ook niet altijd waar zijn producten terechtkomen. Chombar: “Daimler heeft het ooit eens nagegaan voor een van zijn modellen. Daar zaten een dertigtal van onze applicaties en een veertigtal van onze chips in.”

Een sappig rendement

Financieel is de groep uit Ieper een juweeltje. Het grote Intel had vorig jaar voor elke euro bedrijfswinst 3,9 euro aan vaste activa nodig. Melexis genereert 1 euro bedrijfswinst met elke 1,4 euro aan vaste activa. Het doet dus bijna drie keer beter.

Het rendement is navenant. Intel haalt 19 % bedrijfswinst op eigen vermogen, Melexis 51 %. Interessant voor een beursgenoteerd bedrijf. “Wij hebben een goede cashflow. Eigenlijk zijn onze klanten onze financiers, zolang wij hen maar goed blijven bedienen”, lacht Françoise Chombar, die buiten haar gezin en Melexis nog tijd vindt voor Sofia, het netwerk voor vrouwen in management dat is opgezet door de Hasseltse professor Mieke Van Haegedoren.

De cijfers tonen hoe sterk de twee chiptechnologen verschillen. Melexis ontwikkelt halfgeleiders, maar laat de fabricage over aan specialisten zoals het zusterbedrijf X-Fab, waar het de meeste van zijn wafers laat bakken. Melexis neemt zo’n 20-25 % van de productie van X-Fab af. “Wij willen echt fabless zijn. Wij focussen op design, op applicaties, op werken met klanten. Wij hebben de productverantwoordelijkheid. Voor ons is produceren eigenlijk testen”, zegt Françoise Chombar. Melexis heeft een verpakkingslijn op de Filipijnen en produceert in Ieper, Duitsland en Bulgarije. Van de ruim 210 ingenieurs werken er heel wat in Sofia en Kiev. “We zijn daar niet om de lage lonen, maar vooral omdat we daar in de aanloop naar het jaar 2000 nog ingenieurs konden vinden”, zegt Chombar.

Groeien in dollar, stagneren in euro

Vorig jaar wist Melexis zijn winstmarge nog te verbeteren, onder meer door een doorgedreven fiscale optimalisatie, die de belastingaanslag beperkt tot 13 %. De groei was een ander verhaal. Die kwam niet hoger dan 1 %, na jaren van groei met vaak twee cijfers. Gedeeltelijk is dat een zaak van wisselkoersen. In dollar zou Melexis niet 1 maar 11 % zijn vooruitgegaan, meldt het jaarverslag. “In dollar groeien we ongeveer twee keer sneller dan de markt. We hebben de juiste strategie, we implementeren op de goede manier en we leveren steeds weer producten die onze klanten effectief willen. Maar de dollarkoers eet een groot stuk van onze groei op. Bijna de helft van onze omzet is in dollar”, betoogt Chombar.

Steve Babureck van Exane BNP Paribas, de pessimist onder de analisten die Melexis volgen, voorspelt dat de dollar op de winstmarge zal wegen, onder meer omdat dollarspelers nu een wisselkoersvoordeel hebben op de Europese markt. De meeste bedrijfskosten van Melexis zijn in euro, onder meer de 14 à 15 % van de omzet die naar onderzoek & ontwikkeling gaat. En de prognoses van het bedrijf voor dit jaar – 5 % groei en 16 à 17 % nettowinst – vertrekken van een pariteit van 1,45 tot 1,50 dollar voor een euro, terwijl de koers nu rond 1,55 hangt, signaleert Babureck.

De concurrenten verschillen erg van product tot product en heten Analog Devices, Freescale, Elmos, ST Microelectronics, Allegro Microsystems, Elmos (waar de Melexistop in de jaren tachtig werkte), Honeywell Solid State Elec, Infineon, Micronas of NEC.

Auto beschermt tegen conjunctuur

Het pessimisme van Steve Babureck ten spijt, toont de geschiedenis dat Melexis opmerkelijk goed bestand is tegen een conjunctuurterugval. Tien jaar lang al zit de nettomarge in de buurt van 20 %. De autosector, waar de groep 72 % van haar omzet haalt, blijkt een resistente niche te zijn.

Chombar: “De autosector denkt op lange termijn. Het duurt twee tot drie jaar om een product van nul af aan te ontwikkelen. Zodra het marktrijp is, kan het tien tot vijftien jaar in productie blijven.” Een typische levensduur van een product is vijf tot zeven jaar, schrijft Melexis in zijn jaarverslag, een reusachtig verschil met de consumentenelektronica, waar in termen van achttien maanden wordt gedacht. Met zulke lange planningstermijnen zijn de omschakelkosten zo hoog dat het niet loont om van producent te veranderen, hoewel de contracten kortlopend zijn. “Dat gebeurt zo goed als niet”, zegt Françoise Chombar. Het gevolg is dat de concurrentie zich niet op de prijs toespitst. “De prijserosie is 4 tot 5 % per jaar bij grote klanten”, zei co-gedelegeerd bestuurder Rudi De Winter eerder dit jaar in een interview met de Vlaamse Federatie van Beleggings-clubs en Beleggers.

Te voorzichtig met acquisities?

De autoproductie groeide vorig jaar wereldwijd met 6,1 % tot 53 miljoen stuks, rapporteert de Internationale Organisatie van Motorvoertuigenfabrikanten OICA. Elk jaar zit daar meer micro-elektronica in. Het gaat om een markt van ongeveer 20 miljard dollar (12,8 miljard euro), met een langetermijngroei van ongeveer 7 % per jaar, volgens marktonderzoeker Dataquest. Melexis heeft daar nu een bescheiden 1,1 % van, veel minder dan de 5 % waarop het bij de beursgang in 1997 zei te mikken tegen 2009.

Een van de redenen is dat Melexis groeit op eigen kracht. Acquisities zijn zeldzaam in zijn geschiedenis. US Mikrochips in 1997, het voormalige Oost-Duitse Thesys Mikroelektronik in 1999, een afdeling van Sigma Delta NV in Bulgarije in 2000, het Zwitserse Sentron in 2004.

“We zijn zeer selectief geweest”, zegt Françoise Chombar. Dat is een gevolg van de politiek van zelffinanciering en controle die Melexis en zijn hoofdaandeelhouder, de holding Xtrion, zichzelf opleggen. Xtrion controleert ongeveer 50,05 % van Melexis en groepeert sinds de afsplitsing in 2006 de voormalige micro-elektronica-activiteiten van Elex, waaronder ook waferproducent X-Fab. De holding is nog altijd in handen van de oorspronkelijke referentieaandeelhouders Roland Duchâtelet, Rudi De Winter en Françoise Chombar, verenigd in het Nederlandse Stichting Administratiekantoor Xpeqt.

“We sluiten niet uit dat we nog acquisities doen of joint ventures opzetten, maar wij blijven daar zeer voorzichtig in”, zegt Françoise Chombar, verwijzend naar de recente overname van een deel van NXP door ST Microelectronics, symptoom van een consolidatietrend in de branche.

Evenwicht tussen maatwerk en eigen producten

Ongeveer 53 % procent van de omzet van Melexis komt uit werk op bestelling, zogenaamde application specific integrated circuits (ASIC). De intellectuele eigendom blijft dan bij de opdrachtgever, maar hij draagt ook de kosten. “Oorspronkelijk werkten we puur in dat model, maar rond 1998-99 hebben we gezien dat er een betere manier was om te groeien.” In dat scenario investeert Melexis zelf in ontwikkelingen, wat in het jargon application specific standard products (ASSP) heet. “We willen een 50/50-verhouding, een goed evenwicht. Nu zitten we bij 47 % eigen producten”, zegt Françoise Chombar. In de praktijk werkt Melexis vaak in een tussenmodel, met een klant die vooraf investeert, maar niet de volledige exclusiviteit behoudt. “Dat geeft ons meer volume en dus meer inkomsten uit één ontwikkeling, wat een belangrijke optimalisatie is. Ook voor de klant is het interessant. Hoe couranter onze producten, hoe beter de kwaliteit”, zegt Cliff De Locht, de productmanager optische sensoren.

Eigen producten betekenen ook dat Melexis heeft moeten investeren in een netwerk van vertegenwoordigers en distributeurs. He voordeel is dat het risico beter is gespreid. Zelfs nu nog tekenen de grootste twee klanten samen voor 24 % en de grootste vijf voor 44 % van de omzet van Melexis.

Dure energie is een kans

Het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum in Leuven (Imec) is vernieuwend in halfgeleiderproductietechnieken. Melexis focust op nieuwe toepassingen met oude halfgeleidertechnologie. Dat is een heel ander plaatje. De investeringen zijn lager en je profiteert extra door de lange ervaring, zegt Piet De Pauw, afdelingsmanager voor optische datacommunicatie. “Alle bugs zijn eruit.”

“Het feit dat we succesvol zijn in Japan betekent dat we iets te bieden hebben dat de Japanners elders niet vinden. Zo’n 13 % van alles wat we maken, gaat naar Japan. Hetzelfde geldt voor onze klanten in China, Taiwan, India en Korea. We innoveren genoeg om hen geïnteresseerd te houden.” Azië neemt 38 % van de omzet af, amper enkele procentpunten minder dan Europa, waar Duitsland de toon aangeeft.

Milieu, veiligheid en comfort drijven de business. Niet toevallig stuurt Melexis een persbericht uit als de Europese Commissie zegt aan energie-efficiëntie te werken. De hoge energieprijzen zijn een vloek, maar ook een kans. Het succesproduct van Melexis vandaag is Triaxis, de nieuwe generatie magnetische Hallsensoren, die vorig jaar 24 % groeiden in automobieltoepassingen. Melexis kocht depatentenportefeuille met de overname van het Zwitserse Sentron in 2004. Triaxis geeft een goedkopere en duurzamere driedimensionale positiemeting en is zowel toepasbaar in motoren en tandwielkasten als in joysticks. Naar eigen zeggen onderhandelt Melexis met meer dan 200 potentiële klanten over Triaxis, wat in 2009-2010 voor een groeistoot moet zorgen.

Nieuwe controllers voor koelventilatoren in pc’s en projectoren zijn op dezelfde technologie gebaseerd. Het is een toepassing waarin Melexis sterk staat sinds de overname van het Amerikaanse US Mikrochips in 1997. In vorige jaren was ze goed voor ongeveer 10 miljoen euro – liefst 5 tot 10 % van de omzet – maar de Vlamingen verloren terrein toen concurrenten met stillere controllers kwamen. De nieuwe generatie zet dat recht. Melexis claimt nu de stilste controllers op de markt te hebben.

Wat zit er in de tank?

Innovatie in de optische producten zal zich pas vanaf volgend jaar in een forsere omzet vertalen. ‘Opto’ is goed voor 30 miljoen euro en 15 % van de omzet van Melexis. Vorig jaar liet de divisie een slome 3,9 % vooruitgang zien, net als dit jaar. De zwartepiet zit onder meer bij de standaardenoorlog in de dvd-recordermarkt (waar Melexis fotodetectorchips levert voor Blu-ray) en bij de trage ingang van cameratoepassingen. In dat laatste probeert Melexis om pre-crashdetectie, rijstrookdetectie en nachtvisie in één cameramodule te integreren. Françoise Chombar verwacht de doorbraak pas in 2010-2012. Chris De Locht verwacht ook veel van de ‘optische lineaire arrays’ die in een stuurinrichting de stuurhoek detecteren en de kracht waarmee de chauffeur aan het stuur draait. Die modules geven op hun beurt input aan antislipsystemen en aan de drive by wire, waar elektriciteit de energiehongerige hydraulica vervangt. Cliff De Locht: “We leveren 7 miljoen stuks van dergelijke optische lineaire arrays per jaar, wat een aanzienlijk percentage is van de 55 miljoen auto’s die elk jaar worden gemaakt.” De Melexis-chips voor elektrische stuurbekrachtiging zitten in Audi’s en BMW’s, maar ook in Nissans en Renaults. “Vooral in kleine wagens eigenlijk”, zegt Françoise Chombar.

Melexis heeft in samenwerking met een consortium ook prototypes rijden waarin spectroscopie – ook weer met de hulp van dezelfde optische lineaire arrays – de samenstelling van de brandstof analyseert en mee de motorsturing optimaliseert. De Locht verwacht dat die module in 2012 in productie is. “Ook weer een markt van een paar miljoen stuks”, zegt hij tevreden. Chombar: “De optische divisie is het echt aan het maken.”

Al die ontwikkelingen worden niet geactiveerd, maar rechtstreeks als kosten weggeschreven. Een technologieparel met verborgen schatten in de balans. (T)

Door Bruno Leijnse/Foto Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content