Doorzichtige diamant, troef of strop?

“Antwerpse diamantairs die worden opgepakt, zijn geen criminelen. Ze willen transparant handelen, maar marktomstandigheden dwingen ze anders te werken”, aldus François Leiser, een oude rot in het vak. “Zonder aangepaste oplossing zal Antwerpen marktaandeel verliezen”.

Ahmed bin Sulayem, executive chairman van het Dubai Multi Commodities Centre, overhandigde vorige week aan de twintig eerste eigenaars, onder wie diamantairs uit Antwerpen, de sleutels van hun kantoor in de nieuwe Almastoren van Dubai. De grote namen uit de Antwerpse diamantwijk, de Rosy Blues, Eurostars en Diaroughs, huizen in hogere sferen (40ste tot 64ste verdieping) en volgen later. “Het succes van Dubai als diamantcentrum is mee het gevolg van decennia negeren door Belgische overheden en Antwerpse diamantkringen van hét probleem waar alle diamantairs vroeg of laat mee te maken krijgen”, reageert François Leiser.

Volgens Leiser, een oude bekende in de sector, sleept Antwerpen een structureel probleem mee sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog: “Kopers van geslepen diamanten uit Latijns-Amerika, het Midden-Oosten, China en Rusland, weigeren officiële facturen omwille van hoge invoerheffingen op luxeproducten in hun land.” Omdat het geen marginale markt is – volgens Leiser goed voor bijna de helft van de export van gepolijste steentjes – verkopen diamantairs willens nillens in het zwart. “Bijgevolg kloppen hun diamantvoorraden niet met de boekhouding. Vroeg of laat lopen ze tegen de lamp, al zijn het geen criminelen. Ze willen gewoon geen klanten verliezen, het is ze niet om belastingontduiking te doen.”

Leiser werkte voor het Antwerpse wisselkantoor Roger Kirschen, dat in 1986 gevat werd wegens onttrekken van grote bedragen zwart geld aan de Belgische fiscus. “Bij Kirschen heb ik het probleem meegemaakt, maar wat mij motiveert is dat Antwerpen dreigt dood te bloeden als men die realiteit niet onder ogen ziet. Als men geen aangepaste oplossing vindt, zullen klanten hun geslepen diamant niet meer in Antwerpen kopen. Dubai zal de ondergang bespoedigen”.

Tot in de jaren tachtig werden handeltjes in fictieve facturen oogluikend toegestaan. Toen het gerecht het systeem van ‘Don Pedrofacturen’ dan toch aanpakte, kwamen er carrousels op gang met diamantkoeriers en fictieve handelsstromen tussen Antwerpen en Genève, Hongkong, Dubai en Zuid-Europese landen.

Strenge onderzoeksrechters

Na de recente lawine gerechtelijke invallen profileert Antwerp World Diamond Centre (voordien Hoge Raad voor Diamant) zich als ‘het meest transparante diamantcentrum ter wereld. ‘ “De anti-witwaswet van 2004 is een gegeven waar diamantairs en gerechtelijke instanties niet omheen kunnen. Precies daarom kiezen grote mijnbedrijven voor Antwerpen. Transparantie is een troef. Diamant heeft strenge regels en openheid nodig om zijn waarde en symboliek te behouden”, stelt Freddy Hanard, CEO van AWDC. “Akkoord”, repliceert Leiser, “maar zoek dan een transparante oplossing voor aankopen zonder factuur.” Zo niet, waarschuwt Leiser, ontstaat een neerwaartse spiraal: minder buitenlandse kopers, dus minder aanvoer van geslepen diamant. “De kritische massa verdwijnt en Antwerpen verliest steeds meer marktaandeel.”

In de hoop de kritische massa in Antwerpen te behouden, konden diamantfirma’s eind december 2006 tegen een belasting van 4,5 % hun voorraden naar actuele marktprijzen herwaarderen. De operatie (die 50 miljoen euro opbracht) zou hen een breder draagvlak en ruimere winstmarges opleveren dan Dubai of Tel Aviv. “Het was een eerste, noodzakelijke stap”, vindt Leiser, “maar structureel blijft het dilemma bestaan, want wat doe je als belangrijke klanten niet met naam in de boeken willen”? Het koninklijk besluit van 22 oktober 2006 stelt dat diamanthandelaars de identiteit van kopers bekend moeten maken.

Diamantairs bevestigen dat het moeilijk is te verzaken aan oude praktijken zolang grote klanten hun steentjes willen zonder factuur. Dus blijft men ‘creatief’ bezig. Zowat elke Antwerpse diamantfirma heeft filialen in Genève, Tel Aviv, Hongkong, Dubai en andere oorden, waar klanten de goederen uit Antwerpen – al dan niet ingeklaard bij aankomst – ophalen. Op papier gelden grotendeels dezelfde criteria als in Antwerpen, maar het is opvallend dat het gerecht in België strenger toeslaat. “Zo ontstaat permanente onzekerheid. Buitenlandse klanten zouden liever in Antwerpen kopen, maar uiteindelijk zie je de markt geruisloos wegglijden”, zegt Leiser.

Freddy Hanard (AWDC) erkent het probleem: “Behalve de luxeheffing laten sommige landen praktijken toe die bij ons niet meer kunnen. Antwerpen zal het altijd moeilijker hebben zolang er geen level playing field is tussen alle diamantcentra. Toch mogen wij niet lakser worden. Wij kiezen voor zuivere handelsverrichtingen, een bewuste breuk met het verleden.”

‘Douanefaciliteit’

François Leiser trok met een mogelijke oplossing naar Financiën: “Doe wat ze in Israël doen.” Al in de jaren’70 richtte Israël een vrijhandelszone op. “Wanneer een koper niet officieel in zijn land wil invoeren, stuurt de verkoper de steentjes naar de freezone in de luchthaven van Tel Aviv. Met de nodige douanestempels en officiële facturen gaan ze het land uit. Waarom doen we niet hetzelfde op Zaventem?”

Anders dan in andere landen met een vrijhandelszone voor diamant, verplicht de Belgische antiwitwaswet de douane de eindbestemmeling met naam en toenaam te vermelden. Axel Haelterman, topadvocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer, vertelt dat de FOD Financiën en Economie aan een douanefaciliteit sleutelen – geen vrijhandelszone – om diamantuitvoer naar en buiten de Europese Unie efficiënter en soepeler te laten verlopen. “Zonder echter in te boeten aan controlemogelijkheden en vereisten van de antiwitwaswet. ‘Soepel’ betekent dat onze diamantairs vlot inspelen op de wensen van de kopers om de steentjes op te delen in kleinere pakketten die naar diverse bestemmingen gaan. Zonder dat de verkoper meteen op de hoogte is van de commerciële demarches van zijn koper. Het wordt geen vrijhandelszone in strikte betekenis, omdat dit binnen de Europese Unie niet echt mogelijk is. Men moet voldoen aan de douanevereisten en er is geen fiscaal voordeel aan verbonden”.

Opterend voor een doorzichtige handel, betreurt Freddy Hanard de politionele invallen met inbeslagname van diamantvoorraden: “Wij hebben geen bezwaar tegen gerechtelijke onderzoeken, wel tegen beslagnemingen tijdens de onderzoeksprocedures. Behalve een angstpsychose, geraakt het vertrouwen zoek.” Diamantfirma’s verhandelen heel wat onderling. Het risico dat goederen voor lange tijd door het gerecht geïmmobiliseerd worden, remt transacties af. Bij sommige diamanthandelaars wordt al meer dan een jaar beslag gelegd op de inhoud van hun safe, zonder gerechtelijke uitspraak. Zoiets wekt ergernis en jaagt diamantairs naar andere oorden.

Hanard benadrukt dat er snel een juridische oplossing moet komen voor de inbeslagnames. Voor aankopen zonder factuur ligt de oplossing in de landen van eindbestemming, maar daar hopen op verandering is illusoir. “Zoiets kan je niet oplossen zonder je criteria te verlagen. Antwerpen betaalt voor die principiële houding een prijs en die is dramatisch hoog.”

De handelscijfers tonen geen achteruitgang: in december stegen zowel de invoer als de uitvoer van geslepen diamant, de opwaartse trend van 2007 bevestigend, in waarde en in volume. Alleen geven officiële statistieken uiteraard geen idee van de omvang ‘zwarte export’. Als die krimpt, dreigt de kritische massa en dus Antwerpen als wereldcentrum, te verdwijnen. Dat is het dilemma. (T)

Door Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content