Door het dal

De diamanthandel in Antwerpen ging er verleden jaar voor het eerst sinds jaren op achteruit. Maar de ergste klappen moeten nog vallen. Toch blijft Paul Goris van de Antwerpse Diamantbank er gerust in. De vraag naar diamant zal het aanbod overstijgen.

Gisteren maakte de Hoge Raad voor de Diamant ( HRD) bekend dat de handel vorig jaar met 3% daalde tot 22,64 miljard dollar. “Voor het eerst sinds 1979 gaan we erop achteruit,” aldus een pessimistische Walter Baert, pr-directeur van de HRD. “De terugval is bijna volledig te wijten aan het verlies aan koopkracht in Zuidoost-Azië.”

In Belgische frank nam de handel door de stijgende dollarkoers met 12% toe, maar dat cijfer is volgens Baert “minder relevant omdat aan- en verkopen bijna altijd gebeuren in dollar.”

Gisteren werd ook het zogenaamde rapport Neels bekendgemaakt. Het streeft naar een afzonderlijk (onder meer fiscaal) statuut voor de sector. Baert relativeert: “Akkoord dat de gerechtelijke moeilijkheden de sector negatief beïnvloedden. Maar het gebrek aan een uitgewerkte wettelijke regeling heeft slechts een marginaal effect. Wat heb je aan een statuut als de klanten wegblijven?”

ANTWERPEN.

Het valt op dat Antwerpen verleden jaar 24% meer karaat heeft omgezet (bijna 497 miljoen frank) dan in 1996. De klanten kopen dus stenen van een lagere kwaliteit. “Typisch producten waarvan de marges laag liggen,” weet Paul Goris van de Antwerpse Diamantbank. “En die marges waren al niet vet. In betere tijden kon de diamantair rekenen op 1,5 tot 3%. Vandaag is men tevreden met een break-even.” Volgens Baert “moeten de ergste klappen trouwens nog vallen, als in de loop van 1998 onbetaalde facturen worden afgeboekt”.

Goris wijst op een andere negatieve tendens. Het eerste semester van 1997, voordat de crisis in Azië losbarstte, heerste nog optimisme bij de diamantairs, die investeerden in de aankoop van stenen. Na de omzetdaling met 30% bleef men daarmee zitten. “De pijplijn is verstopt,” weet de bankier. “Gelukkig greep de Central Selling Organization van De Beers tijdig in door het aantal zichten ( nvdr – partijen diamant die aan de bevoorrechte afnemers tegen een vaste prijs worden verkocht) te beperken, wat de druk aan de aanbodzijde deed afnemen.”

Ondanks alles komt Antwerpen relatief sterk uit de crisis, weet de bankier. De kredieten aan diamantbedrijven bij de Antwerpse Diamantbank en de collega’s ABN Amro, Paribas en First State Bank of India zijn gedaald van 1,9 miljard tot 1,5 miljard dollar. “In New York, Israël en India zijn de schulden toegenomen of gelijk gebleven,” weet hij. “Dit wijst erop dat de Antwerpse diamantairs tijdig stoom van de ketel hebben gelaten, zodat hun solvabiliteit niet te zwaar onder druk kwam te staan. Ze hebben de Zuidoost-Aziatische storm blijkbaar voelen aankomen.”

OPTIMISME.

Goris verwacht dat de diamantsector “na de noodzakelijke concentratiebeweging waarbij heel wat kmo’s zullen verdwijnen”, betere tijden zal kennen. “De reserves van de Afrikaanse en Australische mijnen raken stilaan uitgeput, terwijl nieuwe exploitaties – Canada en Rusland, bijvoorbeeld – nog niet op volle toeren draaien,” voorspelt hij. “Het dalende aanbod van ruwe diamant zal de prijs doen stijgen. Bedrijven die de – moeilijke – overgangsfase kunnen overbruggen, zullen er wel bij varen.”

Ook aan vraagzijde voorspelt Goris een positieve tendens. “Het Midden-Oosten, China en India worden stilaan rijp als afzetgebied,” weet hij. “Dat is goed nieuws voor Antwerpen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Israël, dat zich alleen op de VS en Zuidoost-Azië richt, heeft het Antwerpse Steentje verschillende ijzers in het vuur. Alternatieve markten werden actief bewerkt en die inspanningen zullen vruchten afwerpen.”

Goris is niet zinnens stil te blijven zitten. De Antwerpse Diamantbank, die wel eens het verwijt kreeg eenzijdig op de Scheldestad te zijn gericht, gaat de internationale toer op. “We zullen op korte termijn een filiaal openen in New York,” zegt hij. De Bank onderzoekt ook andere vestigingen. India is een ernstige kanshebber. Goris: “Het ontwikkelde zich tot het belangrijkste productiecentrum en wordt, met de verwachte opening van de nieuwe beurs, een geduchte concurrent voor handelsactiviteiten. Als bankier moeten we onze klanten volgen, om te vermijden dat we ons marktaandeel verliezen van 50%.”

Ook Israël werpt zich op. Goris betwijfelt of de handel in ruwe stenen in het diamantcentrum Ramat Gan – dat binnenkort een prachtige nieuwe beurs opent – wel een voldoende draagvlak heeft. “Het blijft een eerder kunstmatige constructie, zeker na het verdwijnen van de productiecentra richting India,” weet hij. “Ik zie onze diamantairs niet massaal naar Tel Aviv trekken, hoewel je nooit weet hoever dat land gaat met het toekennen van fiscale incentives.”

Ook Walter Baert relativeert de aantrekkingskracht van Israël. “Berichten als zouden onze handelaars uit vrees voor het gerecht vertrekken, zijn op weinig of niets gebaseerd,” weet hij. “Het loze dreigement om te verhuizen doet de sector meer kwaad dan goed. Met chantage kom je nergens.”

HBR

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content