Doet de laatste optimist het licht uit?

Er loopt één rode draad door de financiële crisis: de impact en de ernst van de situatie wordt onderschat (nog altijd) en de pessimisten krijgen gelijk (voor één keer). In dat geval staan ons nog financieel woelige tijden te wachten. Het verdict luidt dat de kredietverliezen de 1000 miljard dollar overschrijden (vijf keer meer dan wat nu al is afgeschreven) en dat de Amerikaanse economie nog jaren ondermaats zal presteren. De neergang van de dollar en de stijgende prijzen van olie en goud zijn eveneens indicatoren van wantrouwen in het financiële systeem.

Elk straaltje zonlicht wordt meteen weggespoeld door verse buien slecht nieuws. De leeglopende kredietbubbel is nog niet onder controle en de dominostenen tikken intussen de hefboomfondsen aan. Het vertrouwen is zoek en financiële vehikels die zich moeten herfinancieren, riskeren dood te bloeden, zoals het hefboomfonds Carlyle Capital, dat ongetwijfeld niet het laatste slachtoffer wordt. Met Bear Sterns wordt ook de eerste bank type ‘too big to fail’ van de ondergang gered. Toen Ben Bernanke, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, enkele weken geleden zei dat enkele kleine banken de crisis niet zullen overleven, bedoelde hij wellicht: “We zullen de banken die een cruciale rol spelen in het financiële systeem niet ten onder laten gaan.”

Twee voorwaarden zijn nodig om het tij te keren: in de VS moeten de huizenprijzen stabiliseren en de recessie moet mild blijven. Analisten verwachten echter dat de huizenprijzen tot 2010 blijven dalen. En vandaag weet niemand hoe de Amerikaanse economie zal landen. Alle hoop is daarom gericht op de Amerikaanse centrale bank en de regering, maar hun uitspraken en acties ruiken naar wanhoop. De Fed verlaagt niet alleen bijzonder agressief de rente en pompt verse liquiditeiten in het systeem. Ze vroeg ook al aan de banken om een deel van de uitstaande hypotheekleningen af te schrijven. Het is om erger te voorkomen, maar het is hoogst ongewoon dat een centrale bank aan de privébanken vraagt om hun solvabiliteit eigenhandig te verzwakken. En de regering-Bush vraagt de consument om te blijven consumeren, terwijl het boven de stand leven van de Amerikanen mee aan de basis ligt van de kredietbubbel. De beleidsmakers hebben echter niet meer de luxe om te piekeren over de gevolgen op lange termijn van hun acties. De schade beperken, primeert nu boven alles.

Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s probeerde vorige week een geintje door te voorspellen dat de banken de grootste verliezen op de Amerikaanse rommelhypotheken nu wel verteerd hebben. Hopelijk plakken ze op deze voorspelling geen AAA-rating, want beleggers die hier hun lot aan verbinden, kunnen nog maar eens van een kale reis thuiskomen. Dat de aandelenmarkten vorige week enige steun vonden in dit bericht toont dat er nog een restje hoop en optimisme in de markt is overgebleven. De markten capituleren nog niet en hebben daarom wellicht nog geen bodem gevonden. (T)

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content