Doelwit België

Staan de obligatiewolven klaar om dit land met haar en huid op te vreten? Of bijten de speculanten hun tanden stuk op België? Drie factoren pleiten tegen ons, twee spelen in ons voordeel.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel stak de lont aan het eurokruitvat met haar plan om vanaf 2013 niet alleen de belastingbetaler, maar ook de obligatiehouders in het bad te trekken als een euroland zijn schulden niet meer de baas kan. Die scheerbeurt voor obligatiehouders is nog voorwaardelijk en geldt enkel voor nieuwe leningen vanaf 2013, maar de geest is uit de fles. Zeker nu het bewustzijn over de structurele zwaktes van de euroconstructie groeit.

Beleggers herbekeken hun portefeuilles en alles met een te hoog risicogeurtje werd maandag in de uitverkoop gezet, inclusief Belgisch overheidspapier. Beleggers hebben hun redenen om dat papier te verkopen, maar toch zijn we Griekenland, Ierland of Spanje niet.

Drie zwaktes waarom we in het vizier komen 1. De hoge schuldenlast

Met een staatsschuld die opnieuw boven de 100 procent van het bbp uitstijgt, verschijnt België automatisch op het radarscherm van de markten. In de eurozone torsen alleen Italië en Griekenland een nog hogere schuld.

Een bijkomend probleem is dat ongeveer 60 procent van de Belgische schuld in handen is van buitenlandse beleggers en dus minder verankerd zit bij Belgische spaarders. Buitenlandse beleggers durven sneller dit papier te dumpen, waardoor België verplicht wordt een hogere rente aan te bieden om nog staatspapier te kunnen slijten. Bovendien is de begroting vrij kwetsbaar voor een stijgende rente. Voor dit jaar heeft de schatkist haar schaapjes grotendeels op het droge, maar volgend jaar moet ongeveer 45 miljard euro opgehaald worden op de kapitaalmarkten – ruim 30 miljard euro schuld die vervalt en ongeveer 15 miljard euro extra om het begrotingstekort te financieren. Weinig landen staan voor een relatief grotere inspanning. Stel dat de overheid volgend jaar een extra risicopremie van gemiddeld 100 basispunten moet betalen ten opzichte van dit jaar, dan kost dat de schatkist 450 miljoen euro. Aanhoudende onrust zal zich dus vrij snel vertalen in oplopende rentelasten, en dit op een moment dat de rentesneeuwbal opnieuw rolt.

Ons aangetast concurrentievermogen is al evenmin goed nieuws voor de staatsschuld. Hoe lager de economische groei, hoe moeilijker de beheersing van de publieke financiën wordt.

2. De politieke impasse

Bijna een half jaar zonder regering, dat blijft natuurlijk niet onopgemerkt in het buitenland. En al heeft de Belgische politieke onrust een hoog déjà-vugehalte, toch groeit over de grenzen het besef dat de Belgische constructie ter discussie staat. Al neemt het belang van dat besef af naarmate het geloof groeit dat het eurosysteem fundamenteel ziek is.

Door het uitblijven van een volwaardige regering is de verdere sanering van de overheidsfinanciën op sterk water gezet, terwijl heel wat (buur)landen wel maatregelen nemen om hun staatshuishouding structureel te versterken. Het Belgische overheidstekort steekt niet af tegen het Europese gemiddelde, maar landen in de vuurlijn zoals Ierland en Griekenland snoeien draconisch, en andere landen zoals Frankrijk en Nederland nemen behoorlijk drastische maatregelen (zoals het optrekken van de pensioenleeftijd in Frankrijk) om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren. PricewaterhouseCoopers maakte in de lente een index van de kwetsbaarheid van de westerse overheidsfinanciën, en daarin scoort België niet echt fantastisch (zie tabel).

De relatieve positie van België boert dus niet alleen achteruit, het federale niveau bewijst nu al jaren dat het niet meer in staat is om ingrijpende maatregelen te nemen. Nu is bemiddelaar Johan Vande Lanotte (sp.a) aan de zoveelste week van de waarheid bezig, maar zijn nota lijkt fiscale autonomie te willen koppelen aan een financiële versterking van het federale niveau, waardoor de prikkel om een goed beleid te voeren te bot blijft. De PS moet zich stilaan de vraag beginnen te stellen met wie ze het liefst onderhandelt: met de N-VA of met het IMF?

3. Klein land, grote banken

Ierland maakte slagzij omdat het kampt met grootbanken die onverantwoorde risico’s hadden genomen en torenhoge verliezen hadden geleden. De Ierse overheid probeerde haar banksysteem nog te redden door er haar eigen handtekening onder te zetten, maar als relatief kleine economie maakte die borgstelling weinig indruk. De overheid ging mee kopje-onder met de Ierse banken.

België is deels in datzelfde bedje ziek, want het kon als vrij kleine economie nooit de risico’s dragen die Fortis, Dexia en KBC hadden genomen. Fortis werd verknipt en verkocht, maar als het noodlot echt toeslaat, riskeert de Belgische belastingbetaler nog eens miljarden te moeten pompen in Dexia en KBC. Bijkomend probleem is dat de Belgische banken ook nog grote vorderingen hebben op de eurolanden die in moeilijkheden verkeren. Deze cijfers ontsnappen niet aan de aandacht van de markten (zie tabel).

twee sterktes waarom we buiten schot kunnen blijven 1. Onze zelffinancieringskracht

Belgen zijn en blijven onverbeterlijke spaarders. Dit jaar zetten de gezinnen 15 procent van het beschikbare inkomen opzij en daardoor kunnen zij zowel het Belgische bedrijfsleven als de Belgische overheid financieren. Mocht het buitenland de kapitaalkraan naar België volledig dichtdraaien, dan kan de overheid in principe terugvallen op de eigen burgers om haar werking te financieren.

De spaarijver zorgt er ook voor dat België de voorbije jaren bijna continu een overschot op zijn handelsbalans boekte. Die opeenstapeling van overschotten heeft ervoor gezorgd dat België eind 2009 netto ongeveer 150 miljard euro te goed had van het buitenland. België is dus een schuldeiser en geen schuldenaar in de internationale gemeenschap. Het financiële stootkussen van de Belgische private sector is het meest onderschatte, maar wel krachtigste afschrikkingsmiddel tegen de speculanten. Met de Belgian dentist zouden de markten zich weleens kunnen vergissen van tegenstander.

De Belgische overheid is natuurlijk de private sector niet, maar heeft wel het prerogatief om de belastingen te verhogen. Al is dat niet vanzelfsprekend, gegeven de al recordhoge belastingdruk in België.

In elk geval, de financiële gezondheid van België als geheel (bestaande uit een rijke particuliere sector, maar een arme overheid) contrasteert met de financiële situatie van de landen die nu in de vuurlijn liggen. Griekenland, Ierland of Spanje: ze boekten de voorbije jaren enorme tekorten op hun handelsbalans, leefden boven hun stand en stapelden de schulden aan het buitenland op. Deze landen komen daarom ook veel sneller in acute liquiditeitsproblemen als het buitenland het vertrouwen opzegt.

2. Terugbetalings-capaciteit is intact

De Belgische economie danst de volgende jaren wellicht mee op het ritme van de Europese groei. Dat wil zeggen dat in het zog van de Duitse economie behoorlijke groeicijfers worden neergezet, en dat de Belgische economie dus niet meteen in een deflatoire spiraal dreigt terecht te komen zoals Griekenland of Ierland. Met andere woorden: de terugbetalingscapaciteit blijft intact, en die mogelijkheid om schulden af te lossen is toch nog altijd de belangrijkste kopzorg van de eigenaars van Belgisch staatspapier.

Die nog relatief gezonde fundamenten hebben dringend onderhoud nodig. De Belgische concurrentiekracht staat onder druk en België is voorlopig niet in staat die maatregelen te nemen die de hypotheek lichten die de vergrijzing op de toekomst legt.

Daan Killemaes en Johan Van Overtveldt

De PS moet zich stilaan de vraag beginnen te stellen met wie ze het liefst onderhandelt: met de N-VA of met het IMF?

Met de Belgian dentist zouden de markten zich weleens kunnen vergissen van tegenstander.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content