Dividendkampioen

Het aandeel van de Brits-Nederlandse oliereus Royal Dutch Shell dook vorig jaar een derde lager en ook sinds de start van 2016 ging er alweer een flink stuk af. Dat brengt Shell in de vreemde situatie dat de koers historisch laag is (dicht bij het dieptepunt van 2009), maar het dividend is wel historisch hoog. Vorig jaar in april maakte Shell de overname van BG Group bekend, een Brits energiebedrijf dat gespecialiseerd is in vloeibaar aardgas of LNG. Intussen hebben alle mededingingsautoriteiten de overname goedgekeurd en hebben de aandeelhouders hun vertrouwen uitgesproken.

Sinds april vorig jaar is de olieprijs, die ten opzichte van de zomer daarvoor al met 50 % was gedaald, nog eens gehalveerd. De transactie wordt voor 70 % in aandelen en voor 30 % in liquiditeiten afgerekend. Het aandelendeel is intussen wel een pak minder waard geworden. Vorig jaar werd de overname nog op bijna 70 miljard USD gewaardeerd. Door de lagere beurskoers van Shell is dat nu nog minder dan 50 miljard USD. Met BG Group zal Shell de productiecapaciteit van LNG op termijn verdubbelen. De vraag naar LNG groeit drie keer zo snel als die van gewoon aardgas.

De portefeuille van Shell wordt, naast LNG-activa, ook nog uitgebreid met olievelden in Brazilië. De bewezen olie- en gasreserves zullen na de overname met een kwart toenemen. Ondanks miljarden dollars aan investeringen in exploratie ligt de productie van Shell nu lager dan in 2009. Met BG Group erbij zal de output met een vijfde toenemen, tot 3,7 miljoen vaten per dag olie-equivalent. BG Group zag de productie vorig jaar trouwens met 16 % stijgen, tot 706.000 vaten per dag.

Het kopen van oliereserves is momenteel dan ook interessanter dan die zelf vergaren via exploratie. De jongste jaren zijn talrijke veelbelovende projecten op een sisser afgelopen, waardoor Shell hoge bedragen moest afschrijven op de waarde van activa en voorraden. Shell trok zich vorig jaar terug uit Alaska en ook een groot oliezandproject in Canada werd stopgezet. Dat kostte de oliegroep meer dan 2,6 miljard USD. Bijkomende afschrijvingen zijn in 2016 niet uitgesloten. Als geïntegreerde energiegroep (upstream en downstream) beschikt Shell gelukkig over een winstgevende raffinageactiviteit. Voor raffinage is ruwe olie een kostenpost, dus hoe goedkoper de olie, hoe hoger de marges. Toch was het bij de recente, voorlopige kwartaalcijfers uitgerekend de downstreamactiviteit die ontgoochelde. Op de volledige en definitieve kwartaal- en jaarcijfers is het nog wachten tot begin volgende maand.

In de drie maanden tot eind december zal de aangepaste nettowinst tussen 1,6 en 1,9 miljard USD uitkomen, tegenover nog 3,3 miljard USD een jaar eerder. Voor heel 2015 wordt op een winst van 10,4 tot 10,7 miljard USD gemikt, flink onder de 22,6 miljard USD van 2014. Voor upstream werd in het vierde kwartaal op een verlies gerekend, maar de afdeling sloot onverhoopt met een kleine winst af. De verwachte winst bij downstream (1,4 tot 1,6 miljard USD) lag dan weer beduidend onder de consensusverwachting van 2,1 miljard USD. Na de overname zal Shell tussen 2016 en 2018 voor 30 miljard USD aan activa verkopen. Er wordt ook op kostenbesparingen ten belope van 3,5 miljard USD gemikt. Het management maakt zich sterk dat het hoge dividend kan behouden blijven. De vrije kasstromen volstaan op dit moment net om de dividenduitkering (ongeveer 10 miljard USD) te bekostigen.

Conclusie

Wie al opnieuw wil investeren in de energiesector, begint het beste met grote geïntegreerde oliemaatschappijen als Royal Dutch Shell. Tegen 0,8 keer de boekwaarde en met een dividendrendement dat de grens van 10 % bruto overschrijdt, is het aandeel erg goedkoop. Wat niet wil zeggen dat de definitieve bodem al is bereikt. We beschouwen de overname van BG Group op langere termijn als een goede zaak.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content