“Dit is het einde van fraude als nationale sport”

Victor Dauginet is de geestelijke vader van de fiscale amnestie. Nochtans behoorde de topadvocaat zelf ooit tot de fiscale pitbulls van de Bijzondere Belastinginspectie. Trends sprak met de boswachter die stroper werd.

V ictor Dauginet is een geval apart. Ooit was hij bij de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) een gereputeerde fighter in de strijd tegen de fiscale fraude. Hij wisselde het geweer van schouder. Vandaag tellen ondernemers tot 300 euro per uur neer opdat advocaat Dauginet de belastingen op een afstand zou houden. Dezelfde regering die hem ooit tewerkstelde, doet een beroep op zijn knowhow bij de totstandkoming van een wettelijk kader voor de fiscale amnestie – een maatregel die Dauginet zelf al jaren bepleit.

Tijdens zijn carrière in de fiscale administratie haalde de jonggehuwde middenstandstelg uit Schoten voor de middenjury en als werkstudent zijn diploma in de Rechten (1985). Hij scharrelde een half miljoen frank bijeen (“Als eerlijke ambtenaar had ik geen geld opgepot”) om een zolderkamer als kantoor in te richten.

Vandaag haalt Dauginet & co, gelegen op het Antwerpse Eilandje in een oude herstelplaats voor bussen (omgevormd door architect Jo Crepain), een omzet van naar schatting 3 miljoen euro. Het kantoor telt zeven partners op zestien advocaten.

VICTOR DAUGINET (DAUGINET & CO). “Onze advocaten zijn supergespecialiseerde mensen, gewild op de markt. Als je aan jonge juristen van topniveau geen vooruitzicht op een partnership geeft, worden ze ongelukkig. En ongelukkige medewerkers zoeken andere horizonten op. Daarom worden de besten snel vennoot. Dat brengt extra kosten met zich, maar voor de rest zijn we erg zuinig. Wij zijn de Colruyt onder de kantoren. Onze advocaten typen zelf hun conclusies en brieven, en de administratieve kosten worden tot een absoluut minimum beperkt.

“Als ik in Trends lees hoeveel kantoren continu mensen verliezen, fusies aangaan, nieuwe internationale samenwerkingsverbanden zoeken en afsplitsen van een groter geheel, dan bedank ik daarvoor. Die advocaten zijn meer met zichzelf bezig dan met de klant.”

Jullie staan bekend als pleiters, minder als adviseurs. Waarom die keuze?

DAUGINET. “Sinds 1994 zijn we gestopt met adviezen over louter fiscale optimalisaties. Eerlijk gezegd moest ik soms walgen van de manier waarop belastinggelden werden verstopt. Het was ethisch niet langer haalbaar. Een bepaald type van klanten overdreef, ze waren te hebberig. Een advocaat kan in de gevarenzone terechtkomen en de dupe worden van de klant.”

Een confrater als Axel Haelterman (Freshfields) is wel actief als adviseur, en kwam in de gevarenzone terecht. Het gerecht zocht hem al voor de constructies met FBB (Forfait Buitenlandse Belastingen). Recent brachten zijn adviezen bij Artwork Systems hem ernstig in het nauw. Ook andere confraters werden al aan de tand gevoeld door het gerecht. Welk gevoel geeft dat?

DAUGINET. “Voor alle duidelijkheid: Axel speelt het spel correct en is veel te slim om over de schreef te gaan. Ik ben vast overtuigd van zijn onschuld. Maar het is een feit dat je als fiscalist soms voor de kar van je cliënt gespannen dreigt te worden. Zeker jonge, ambitieuze juristen mogen zich daarom niet laten verleiden door het grote geld. Je moet neen kunnen zeggen tegen de cliënt. De voorstellen die ik ooit kreeg om zwarte kapitalen weg te werken… je houdt het niet voor mogelijk! Eigenlijk komt het er vandaag op neer dat we de puinruimers zijn van dergelijke technieken die verkeerd zijn afgelopen. En geloof me, er is werk aan de winkel.”

Waar komt uw integere houding vandaan?

DAUGINET. “Ik ben een egoïst: laat me mijn job op mijn gemak doen. Dat kun je alleen als je niet over de schreef gaat. Ik heb nogal wat ervaring, heb hard gestudeerd en veel gewerkt en verdien genoeg geld. Ook privé is alles in orde. Waarom zou ik die gemoedsrust verstoren door op het scherp van de snee te lopen? Om het geld? Geld is niets.”

Was uw overstap van de administratie naar de advocatuur dan niet geldgedreven?

DAUGINET. “Neen. Ik wou niet doodgaan met het idee alleen een ambtenaar te zijn geweest. De promotiekansen waren beperkt in die hiërarchische structuur. Ik had geen perspectief. Voor iemand van 28 is dat een vloek.

“Bij gebrek aan een avontuurlijke hobby zoals bergbeklimmen of wereldreizen maken, zocht ik spanning in het leven. Wel, die heb ik gevonden. Interessante conflicten, niet-alledaagse gesprekspartners, intellectuele uitdagingen en keiharde gevechten geven kwaliteit aan mijn bestaan. Uiteraard maakte ik wel eens uitschuivers, door bijvoorbeeld de integriteit van een klant verkeerd in te schatten. Daar leer je van.

“Vanmorgen was ik nog op de BTW-afdeling van de BBI. Het zijn fantastisch sympathieke mensen, die me nog altijd als een vriend begroeten. Het is elke keer een familiefeest als ik er langs ga. Veel plezier, hartelijke contacten, camaraderie. Maar men wordt er samen oud, that’s it.”

Is er veel veranderd op de administratie?

DAUGINET. “Het hapert nog op het vlak van organisatie en efficiëntie, maar bij de grondtroepen vond er sinds de hervorming onder Philippe Maystadt een kleine revolutie plaats. Fiscale ambtenaren zijn beter opgeleid, verdienen goed hun kost, zijn dynamisch, werken hard, zijn erg integer…”

Vroeger niet?

DAUGINET. “Dat is een delicaat thema. De relaties tussen de controleur en de gecontroleerde waren te nauw. Mensen werkten jaren in een klein stadje, als kleine notabele tussen de andere notabelen. Dat klit samen. Het was niet in orde, laat me het daarbij houden.”

Is dat vandaag nog zo?

DAUGINET. “Neen, dat is gedaan.”

We noteren: de administratie financiën is niet corrumpeerbaar.

DAUGINET. “Zo absoluut mag je het nooit stellen. Uiteraard zijn er overal rotte appels. Voor mij zijn zij de grootste vijand. Waarom zou je immers naar een advocaat stappen als je de zaken kan arrangeren? Als een cliënt me vertelt dat hij iets wil regelen via persoonlijke connecties, is voor mij de kous af. ‘Doe het dan zelf maar en laat mij met rust’, is mijn antwoord.”

Er is ook de grondige hervorming op het vlak van de fiscale procedures. Vroeger nam de directeur een beslissing, waarna men naar het hof van beroep kon stappen. Nu zijn de fiscale rechtbanken bevoegd voor geschillen. Een goede zaak?

DAUGINET. “Neen. De directeurs trachtten vroeger als ambtenaar een zekere objectiviteit te handhaven, en bijna als een rechter te oordelen over een dossier. Je kon ook beter onderhandelen om een zaak snel op te lossen. Nu worden bezwaren opzij gelegd. De administratie stelt zich op als een partij, niet als onafhankelijke instantie. De overheid staat aan één kant en de burger aan de andere. Dat is verkeerd.”

Kunnen de vrij recent opgerichte fiscale rechtbanken de dossiers aan?

DAUGINET. “Neen, de wet van 1999 is op dat vlak een complete mislukking en dat is geen verwijt aan de rechters. Er werd niet nagedacht over de mensen en de infrastructuur die men de rechterlijke macht moest geven om de zaken aan te pakken. Rechters werden van het ene jaar op het andere overdonderd met fiscale zaken. Sommige rechtbanken, zoals die van Gent, zijn onderbemand, zodat hele gebieden een catastrofale achterstand hebben. Bovendien schrijven onervaren rechters in eerste aanleg vonnissen die alle partijen teleurstellen. Gevolg: nog meer beroepszaken. De hele hervorming heeft de fiscale procedure onaanvaardbaar vertraagd. Dit kost het bedrijfsleven miljoenen aan erelonen én boekhoudkundige provisies voor mogelijke boetes.”

Komt de onwrikbare houding van de fiscale ambtenaren in geschillen ook naar boven bij de ‘rulings’?

DAUGINET. “Het is wat vroeg om daarop een antwoord te geven. De cel die de ‘rulings’ behandelt, is eindelijk operationeel. De ambtenaren moeten nog getraind worden om economisch te denken, in het belang van het land. In Nederland, bijvoorbeeld, worden de ‘rulings’ al jarenlang gebruikt om belastingen naar de schatkist te trekken. Ik weet niet of onze ambtenaren de cultuuromslag van principieel wantrouwen tegenover ondernemers naar de commerciële aanpak als partner inzake financiën kunnen maken. Dat is niet evident.”

Sluit dat aan bij de Europese spaarrichtlijn, die de wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de fiscale administraties regelt?

DAUGINET. “Jawel. En onvermijdelijk. Vroeger bleef de informatie steken binnen de lokale administratie, zelfs als belastingverdragen een uitwisseling noodzakelijk maakten. Vandaag is de gedetailleerde informatie over, bijvoorbeeld, buitenlandse bankrekeningen en de rente erop enkele muisklikken verwijderd van de Belgische administratie.”

De Europese spaarrichtlijn staat of valt met de deelname van Zwitserland en vier ministaatjes. Denkt u dat de maatregel echt kans op slagen heeft?

DAUGINET. “Ongetwijfeld. De banken hebben alle gegevens over roerende inkomens op computer staan. Geen enkele lidstaat wil gezichtsverlies lijden door niet aan het systeem mee te doen. Ook beschikt de Europese Unie over een stok achter de deur om Zwitserland te isoleren.

Hoe, door een blokkade?

DAUGINET. “Zoiets. Ik denk aan hoge invoerrechten, het intrekken van vergunningen of andere handelssancties. Kijk maar naar de VS. Toen de Amerikanen economisch op het gaspedaal duwden, deden de Zwitsers plots niet meer moeilijk over de uitbetaling van de joodse tegoeden. Bovendien is de tijdgeest rijp voor maatregelen. Transparantie en deugdelijk bestuur staan hoog op de morele ladder.”

Vreest u geen massale kapitaalvlucht naar exotische belastingparadijzen?

DAUGINET. “Ik geloof daar niets van. Geen enkele belegger durft zijn geld nog aan dergelijke cowboys toe te vertrouwen. In die bananenrepublieken willen ze wel nog vennootschappen oprichten om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Maar hun privé-kapitaal moet veilig zitten. Stabiele landen, zoals Luxemburg en Zwitserland, eisen vandaag informatie over de economische eigenaar van de tegoeden. De internationale antiwitwaswetgeving verbiedt de ‘anonieme’ rekeningen. Uit schrik voor misdaadgeld nemen de bankiers ruime voorzorgen.”

Maar de banken lappen de meldingsplicht toch aan hun laars?

DAUGINET. “Toch niet. Zo meldden de financiële instellingen en casino’s tussen 1 juli 2001 en 30 juni 2002 niet minder dan 13.761 verdachte transacties aan de Cel voor Financiële Informatie. En dat aantal stijgt jaarlijks. Uiteindelijk blijven – gelukkig maar – slechts enkele dossiers over die tot vervolging leiden. De interne audit van de banken controleert alles zeer grondig. Na de jongste schandalen, zoals de FBB-dossiers of de KBLux-affaire, willen ze niet langer als fiscale adviseur van hun cliënteel optreden. Ze zetten hun spaarders niet meer op de couponnetjestrein naar Luxemburg. Dat is trouwens hun taak niet. Een financieel bemiddelaar moet ethisch te werk gaan.”

Bent u als geestelijke vader tevreden met het huidige wetsvoorstel voor fiscale amnestie?

DAUGINET. “De eerste aanzet is gegeven, en de huidige voorstellen worden nog verder verfijnd. De tijd is rijp voor fiscale amnestie. Er is een nieuwe mentaliteit. De Europese spaarrichtlijn laat trouwens geen keuze. Men zal geen roerende inkomsten kunnen verbergen. Moderne communicatietechnieken en de antiwitwaswetgeving maken belastingontduiking moeilijk. Het is gedaan met fiscale fraude als nationale sport.”

Hoe maken we schoon schip met het zwarte verleden van de Belgen?

DAUGINET. “Hier biedt fiscale regularisatie tal van mogelijkheden, op voorwaarde dat ze aan drie doelstellingen voldoet.

“Ten eerste moet de wet als overgangsmaatregel fungeren voor al het zwart geld dat vóór 1995 al in het buitenland zat. Sinds de repressieve antiwitwaswetgeving overtreden die rekeninghouders de wet zonder nog iets strafbaars te doen. Retroactiviteit kan niet in een rechtsstaat. Je kunt toch niemand post factum een boete geven omdat hij ooit met de wagen 60 kilometer per uur heeft gereden in de bebouwde kom, terwijl de maximale snelheid intussen is teruggebracht naar 50. Die mensen moeten hun situatie kunnen rechtzetten – inclusief boete – zonder strafrechtelijke vervolging achteraf.

“Ten tweede moet fiscale amnestie oude kapitalen, die soms teruggaan tot de Belgen die uit lijfsbehoud tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog hun vermogen in het buitenland parkeerden, recupereren. Daar kan de fiscus toch niet meer aan. Bovendien wil de huidige generatie geen zwart geld waar ze niets mee mag doen, maar harde valuta om in haar bedrijven te investeren of te consumeren.

“En ten slotte dient de maatregel het gat in de begroting te dichten. Zo wint iedereen. Met de opbrengsten kun je dan, zoals Ierland in 1993, je economie een nieuw elan geven. Daar was de operatie een gigantisch succes – goed voor niet minder dan 1,5 miljard euro aan extra inkomsten – mede omdat fiscale amnestie geen optie maar een wettelijke verplichting was. Wie niet meedeed, riskeerde een gevangenisstraf van acht jaar. Bovendien liepen de Ieren het risico van een boete over héél het ontdoken bedrag omdat er sprake was van een nieuw misdrijf.”

Misschien is dat een optie voor de Belgische regering? Zult u als raadgever dergelijke adviezen geven?

DAUGINET. “De vraag wie mijn klanten zijn en welke adviezen ik geef, behoren tot het beroepsgeheim.”

Is fiscale amnestie politiek haalbaar? Iedereen vreest nu dat de regering als compensatie een vermogensbelasting zal invoeren.

DAUGINET. “Het is voor de socialisten niet zo evident om de maatregel goed te keuren. Uiteindelijk zal er een compromis uit de bus komen waarmee niet iedereen gelukkig is. Compromissen zijn, gelukkig, eigen aan België.

“Wat compensaties voor de eerlijke belastingbetaler betreft, denk ik dat de politici veeleer de strijd tegen de fiscale fraude zullen optrekken dan een vermogensbelasting invoeren. Dat laatste is pas mogelijk als de effecten aan toonder afgeschaft worden, maar daar is nog niet over gesproken. Ik pleit trouwens voor een gelijkaardige maatregel in de vennootschapsbelasting. Ondernemingen zouden ook hun ondergewaardeerde activa tegen een eenmalige bevrijdende heffing moeten kunnen aangeven. Als de wetgever een herwaardering tegen 3,4 % – één tiende van het normale tarief – toelaat, zal het eigen vermogen van de Belgische bedrijven gevoelig toenemen. Naast extra belastingen verhoogt zo’n wet ook de kredietwaardigheid van de ondernemingen.”

Blijft nog altijd de vraag of fiscale amnestie wel succes zal hebben. Een spaarder die 1 miljoen euro gedurende vijf jaar tegen 4 % belegt in het buitenland, verdient 200.000 euro aan roerende inkomsten. Met een spontane regularisatie kan hij zijn geld repatriëren voor 30.000 euro. Fiscale amnestie kost echter 60.000 of 90.000 euro, afhankelijk van het kapitaal dat in de Belgische economie wordt geïnvesteerd. Dat is zelfs duurder dan wanneer je gepakt wordt, want dan ben je er met een boete van 45.000 euro vanaf.

DAUGINET. “Spontane regularisatie is goedkoper, maar het risico van strafrechterlijke vervolging blijft. Fiscale amnestie geeft rechtszekerheid. Bovendien hebben de beleggers geen keuze. Het huidige voorstel is namelijk een overgangsmaatregel naar een efficiënte antiwitwaswetgeving. Dankzij de informatisering groeit de transparantie in de bankwereld. Dat vermindert de kansen voor misdadigers om in het systeem te infiltreren. Wie in de toekomst nog geld in het buitenland heeft staan, wordt automatisch verdacht en zal aan strenge controles van de fiscus onderworpen worden.”

Hans Brockmans – Eric Pompen

“De voorstellen die ik ooit kreeg om zwarte kapitalen weg te werken… Je houdt het niet voor mogelijk.”

“Moderne communica-tietechnieken en de antiwitwaswetgeving maken belasting-ontduiking moeilijk. Het is gedaan met fiscale fraude als nationale sport.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content