‘Dit is geen privacywet, maar een privacywetboek’

© reuters

Met een nieuwe regelgeving voor de bescherming van persoonsgegevens wil de Europese Commissie een vuist maken tegen Facebook en Google. Experts waarschuwen voor onbedoelde gevolgen.

Vorige maand meldde de New York Times dat sommige apps onverhoeds de fotobibliotheek van iPhone-gebruikers kopiëren.
Dit soort praktijken wil de Europese Commissie aanpakken met haar jongste voorstellen voor een betere bescherming van persoonsgegevens in Europa.

Merkwaardig genoeg is de persoonlijke integriteit van de burgers niet de eerste zorg van de Europese Commissie. Haar invalshoek is dat wantrouwen tegenover de nieuwe informatiemaatschappij slecht is voor de economie. “Een gebrek aan vertrouwen zal consumenten doen aarzelen om online te kopen en om nieuwe vormen van dienstverlening te accepteren”, noteert de Commissie in de inleidende bedenkingen over haar voorstel voor een ‘algemene verordening gegevensbescherming’.

Frank Robben, de administrateur-generaal van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, had liever een focus gezien “op het respect voor de burger, in plaats van op het vermijden van nadelen voor grote bedrijven”. “Nu riskeer je dat diensten waarbij de burger voordeel heeft _ zoals sociale zekerheid en gezondheidszorg _ aan een veel hogere prijs geleverd moeten worden, omdat er allerlei bijkomende privacy-eisen worden gesteld.”

Dezelfde regels voor iedereen

Het belangrijkste twistpunt in de voorstellen van Europees commissaris van Justitie Viviane Reding is het juridische instrument van de verordening, dat de Europese Commissie wil gebruiken om de bescherming van persoonsgegevens te regelen. Een verordening geldt direct in de hele Europese Unie en vergt geen omzetting in nationale wetgeving, zoals het geval is bij een richtlijn. Op die manier wil de Commissie vermijden dat er bij de omzetting opnieuw onduidelijkheden en nationale divergenties ontstaan. Dezelfde regels zouden gelden in heel de Europese Unie en multinationale ondernemingen zouden alleen nog te maken hebben met de privacytoezichthouder van het land van hun

Europese hoofdzetel

“De huidige situatie benadeelt Europese bedrijven”, meent advocaat Johan Vandendriessche, een specialist in informaticarecht. “Ze moeten concurreren met buitenlandse multinationals die uitzoeken waar de afdwinging van de Europese regels het zwakst is. Daar richten ze dan een postbusbedrijf op. Een verordening legt de lat gelijk.”

De Commissie becijfert de besparing aan administratiekosten op 2,3 miljard euro per jaar.

Weerstand

Critici erkennen dat een verordening voordelen heeft. Zij struikelen vooral over de omvang van de maatregelen. “Dit is geen privacywet, maar een privacywetboek. Je krijgt de indruk dat de Commissie alle ideeën over privacy van de jongste tien jaar in één verordening heeft gestopt”, stelt Hans Graux, advocaat van time.lex en auteur van het boek ‘Privacywetgeving in de praktijk’.

Frank Robben, een van de acht vaste leden van de Belgische Privacycommissie, verwacht dat de Europese Commissie veel weerstand zal ondervinden met haar voorstellen. “Minstens de helft van de lidstaten, waaronder Duitsland, heeft problemen met een verordening”, zegt hij.

De voorstellen van de Commissie moeten nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Pas twee jaar nadien treden ze in werking.

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content