Diplomaten krijgen een lege doos niet verkocht

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Indien er evenveel gebaggerd zou zijn in de Schelde als er gebakkeleid is over de Schelderverdieping, dan was de Schelde een bodemloze put. Nederland ligt dwars over de baggerwerken en dat kost de Antwerpse haven te veel geld, vindt minister-president Kris Peeters. Dus riep hij de Nederlandse ambassadeur op het matje. Het Belgisch-Nederlandse dossier over de IJzeren Rijn toonde aan dat deze interventies niet veel meer opleveren dan goede mediastukjes. Kris Peeters heeft het druk met economische diplomatie. Denk maar aan de inspanningen die hij deed voor het behoud van Opel Antwerpen. Tot in de VS zijn ze geweest, de Vlaamse ministers. Een telefoontje had waarschijnlijk even weinig opgeleverd.

Onlangs won een Belgisch studententeam het officieuze wereldkampioenschap diplomatie. Een opsteker voor ons land, waarvan de diplomatieke kracht zwaar onder druk staat. Onze invloed verdwijnt zienderogen. In de Trends-reeks ‘Hoe zou het zijn met’ getuigen ondernemers met aanzien over het slechte imago dat we hebben in het buitenland. Dramatisch is de toestand. En de gevolgen blijven niet beperkt tot enkele slechte Belgenmoppen. Het is onverklaarbaar dat België met instellingen als de Europese Commissie en de NAVO er niet in slaagt zichzelf op de wereldkaart te zetten. Als de internationale pers over België bericht, dan gaat het over Brussel, over onze politieke misère, onze seksschandalen, tatoeageblunders of op zijn best over ons bier.

De oorzaken zijn bekend. Te beginnen bij onze politici die zichzelf en ons land de jongste jaren het schaamrood op de wangen bezorgden. Denk maar aan de voormalig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR) met zijn skiboycot tegen Oostenrijk, zijn populistische uithaal naar Silvio Berlusconi, enzovoort. Of denk aan Freya Van den Bossche (sp.a) en haar beledigingen van de Nederlandse politici. Of herinner u de dronkenmansbeelden van onze federale minister van Pensioenen, Michel Daerden (PS), die de wereld rondgingen.

In ons land zijn we deze fratsen al lang vergeten, want we wennen aan dit soort gedrag. Maar in het buitenland is het geheugen beter. Onze politieke situatie schept natuurlijk ook geen vertrouwen. De ruzies en het communautaire getouwtrek geven de indruk dat we een land zijn dat op de rand van implosie staat. En dat is zeker voor Vlaanderen zeer nadelig. Want in het buitenland leest men voornamelijk de Franstalige pers waar Vlaanderen niet altijd als de sympathiekste wordt omschreven.

In Vlaanderen wordt dan ook hard gepleit om een eigen diplomatie uit te bouwen en een nog verdere federalisering van de buitenlandbevoegdheden door te voeren. Vlaanderen mist op vele vlakken zelfverzekerdheid, maar mag zichzelf vandaag in de internationale zakenwereld niet overschatten. Hoe graag we ook willen dat Vlaanderen als regio op de wereldkaart staat, vandaag is dat niet het geval. En in de huidige omstandigheden kunnen we de buitenlanders ook niet dwingen om dat zo te erkennen. Internationaal erkent men enkel staten en dat is Vlaanderen niet. Denken dat we de eigen wil, die geen wet is, aan landen als China kunnen opleggen, is dus naïef. Het zeer gecentraliseerde China heeft geen oor naar waarom het vier verschillende partners zou moeten ontvangen en hecht uitzonderlijk veel belang aan hiërarchie. Daar ontvangt men dus enkel de federale ambassadeur. Zolang er geen vergevorderde staatshervorming komt, zijn de regio’s en de federale staat aan elkaar gebonden. En blijft de federale staat in vele buitenlanddossiers de primus inter pares.

Het echte probleem van onze economische diplomatie ligt verscholen achter de politieke façade. Noch België, noch de regio’s zijn attractieve investeringseconomieën. De problemen die onze eigen ondernemers dagelijks ervaren, schrikken buitenlanders af. Hoge belastingen, rigide arbeidsmarktstructuren, logge administratie, wettelijke onzekerheid, onvoldoende aandacht voor wetenschappelijk onderzoek, het niet erkennen van buitenlandse diploma’s of het beperkt afleveren van arbeidsvergunningen. België en de regio’s zijn voor buitenlandse investeerders niet langer attractief. Al jaren stromen de hoofdkwartieren weg uit ons land omdat het elders beter ondernemen is. En de schade van hun vertrek overstijgt vele keren die van dossiers als Opel Antwerpen of de Scheldeverdieping.

De regio’s mogen investeren in economische diplomatie, maar ze kunnen het verschil niet maken zolang ze geen impact hebben op de economische besluitvorming. De politieke problemen zijn voor buitenlandse investeerders ondergeschikt aan de economische realiteit en daar beslist de federale regering nog hoofdzakelijk over. En die besluitvorming laat meer dan te wensen over. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open Vld) maakte van economische diplomatie eindelijk een prioriteit. Maar investeren in economische diplomatie, federale of regionale diplomaten is nutteloos zolang België op investeringsvlak een lege doos is. Want zelfs de beste diplomaat krijgt die niet verkocht.

DE AUTEUR IS HOOFDREDACTEUR.

An Goovaerts

Internationaal erkent men enkel staten en dat is Vlaanderen niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content