Digitale jobkanalen winnen aan belang

VACATURES De VDAB en uitzendbureaus zijn voorlopig nog de belangrijkste wegen naar werk. © GET

Klassieke publieke arbeidsbemiddelaars als de VDAB blijven in België de belangrijkste wegwijzer naar een baan, leert een studie van Randstad. Maar digitale kanalen als Google of LinkedIn winnen aan belang.

54 procent van de mensen in België die op zoek zijn naar een baan doen dat via een publieke arbeidsbemiddelaar zoals de VDAB, Actiris of Forem. In geen enkel ander land haalt de publieke bemiddelaar zo’n hoge score. Enkel Frankrijk (53%), Zweden (52%) en Oostenrijk (51%) komen in de buurt. Het internationale gemiddelde bedraagt slechts 21 procent. Dat leert een onderzoek van de hr-groep Randstad. “Het succes van spelers als de VDAB heeft te maken met het feit dat ze redelijk snel de digitalisering omarmd hebben, zoals met de Wis en Kiss-zoeksystemen”, zegt Jan Denys van Randstad.

Op de tweede plaats staan de vacaturesites en de uitzendbedrijven (elk 39%). Voor alle duidelijkheid: in de enquête van Randstad konden de respondenten verschillende kanalen aanduiden. Zelden gaat iemand enkel via bijvoorbeeld de VDAB op zoek naar een baan.

Opmerkelijk is dat 36 procent van de respondenten Google gebruikt. Daarmee gaat de zoekmachine afgetekend Facebook (23%), LinkedIn (24%) en Twitter (5%) vooraf. “Google is er voor iedereen. LinkedIn toch eerder voor hooggeschoolden”, verklaart Denys.

Minder efficiënt

Een baan zoeken is één zaak, er één vinden is een andere. Randstad nam daarom ook de zogenaamde ‘vindkanalen’ onder de loep. Zo blijkt dat de publieke arbeidsbemiddelaars (28%) nog altijd op één staan, zij het nipt voor de uitzendkantoren en de connecties (kennissen, familie,…) met telkens 26 procent. “De VDAB was als zoekkanaal altijd al minder efficiënt dan de uitzendbureaus”, zegt Denys. “Dat was ook al zo in onze studies in de jaren negentig.”

Google zakt als vindkanaal onder 20 procent, maar doet het daarmee nog altijd een stuk beter dan de andere digitale spelers (8 tot 13% voor Twitter en Facebook). Dat verbaast Jan Denys niet: “Google is uiteraard vooral een zoekkanaal. We gebruiken Google om van alles op te zoeken dus waarom ook niet een baan? Het is logisch. Dat betekent dat op termijn alle andere partijen afhankelijk worden van Google. Daar kan een nieuw soort monopolie uit voortkomen. Dat lijkt me geen gunstige situatie. Google beïnvloedt nu al wezenlijk de ontwikkelingen. Om meegenomen te worden door Google moeten vacatures aan bepaalde formats voldoen.”

Nieuwe partij

Het onderzoek toont aan dat het belang van digitale kanalen als arbeidsmarkttool toeneemt, maar dat ze de klassieke jobkanalen niet verdringen. “Dat is een belangrijke vaststelling”, meent Jan Denys. “Maar ik zou Google niet onderschatten. Het is pas begonnen in deze sector en haalt al zo’n resultaat. We kunnen er niet meer omheen dat zich een nieuwe privépartij op de arbeidsmarkt heeft genesteld tussen de vraag en het aanbod.”

Er zijn evenwel geen aanwijzingen dat de digitalisering leidt tot een intensiever zoekgedrag of meer mobiliteit. “Ondanks de goede conjunctuur is de vrijwillige mobiliteit in België amper gestegen. Klikken op vacatures is dikwijls maar passief zoekgedrag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content