DIAMANT ALS LOCOMOTIEF

Diamant was een godsgeschenk voor de veeboeren van Botswana, een armtierig land, even groot als Frankrijk, waarvan het grootste deel bedekt wordt door de Kalahariwoestijn. Eén jaar na de onafhankelijkheid in 1966 werden de grootste diamantreserves ter wereld ontdekt en kreeg het Zuid-Afrikaanse concern De Beers het exploitatierecht in een exclusief partnership met de regering. Sindsdien is Debswana (50 % De Beers en 50 % Botswaanse staat) de locomotief van de economie, goed voor 30 % van het bruto binnenlands product (BBP), 85 % van de exportopbrengsten en naar gelang van de bron 70 % (volgens managing director van het mijnbedrijf Louis Nchindo) tot 50 % (dixit minister van Financiën Baledzi Gaolathe) van de overheidsinkomsten.

“Debswana heeft een ruime autonomie en wordt gerund als een privé-bedrijf, zonder politieke bemoeienis,” zegt topman Nchindo. De jaaromzet daalde vorig jaar van 2,3 miljard dollar in 2001 (toen de gemiddelde prijs per karaat 87 dollar bedroeg, tegen 63 vorig jaar) tot 1,8 miljard dollar. De productie door 6000 werknemers in vier mijnen steeg nochtans van 26,4 miljoen karaat tot 28,5 miljoen karaat. Alle ruwe diamant wordt opgekocht door De Beers.

Debswana, dat zelf 15 % bezit in De Beers, heeft nog voor minstens dertig jaar voorraden. Nadien zal men ondergronds moeten gaan. De scherpe daling van het BBP tot 2,3 % tegen 8,4 % in 2001 is grotendeels het gevolg van de lagere inkomsten uit diamant.

In 1998 besloot de regering dat het tijd werd om de economie te diversifiëren. Na sierdiamant leeft Botswana hoofdzakelijk van vleesproductie. “Wegens de krappe thuismarkt van 1,6 miljoen inwoners en dus betrekkelijk weinig interesse van buitenlandse investeerders, moesten we creatief zijn en zelf enkele voorbeelden op het spoor zetten,” zegt minister van Handel en Industrie Jacob Nkate. Er werd geopteerd voor katoenkweek, sorghumproductie, ontwikkeling van hoogstaand toerisme in de prachtige natuur van de Okavango, en voor het stimuleren van lokaal ondernemerschap door zaaigeld en durfkapitaal ter beschikking te stellen. Ook hier neemt Debswana het voortouw.

“Boeren is onze core business niet, maar in een klein land als het onze heb je een katalysator nodig die beschikt over managementkennis, geld en het gewicht om de nodige connecties aan te gaan in binnen- en buitenland,” reageert Joe Matome, corporate development manager van Debswana. “We zullen ons terugtrekken zodra lokale mensen voldoende opgeleid zijn om de zaken over te nemen.”

Zo deed Debswana een beroep op expertise uit Australië voor nieuwe plantages en training en worden er in het Chobepark drie exclusieve hotels gebouwd (een investering van 100 miljoen euro) die gerund zullen worden “in samenwerking met a world class operator“. De mijngroep en De Beers richtten samen ook Peo Holding op, een investeringsmaat- schappij met een opleidingsafdeling voor startende bedrijfjes, waarvan er inmiddels een veertigtal operationeel zijn.

Op de vraag of diversificatie van de diamantontginning geen prioriteit is, weerlegt Nchindo, de topman van Debswana, dat zijn bedrijf een monopolie zou hebben. “Momenteel hebben 34 bedrijven exploratierechten in Botswana. Zodra ze steentjes vinden, kunnen ze aan de slag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content