DEREGULERING AMERIKAANSE ENERGIEMARKT. Tractebel vrij en blij

De deregulering van de Amerikaanse energiemarkt biedt droomkansen voor buitenlandse producenten. Tractebel heeft die met beide handen gegrepen en pikt een hartige kruimel weg van de Amerikaanse tafel. Op de Belgische thuismarkt verstevigt de nutsholding daarentegen zijn monopoliepositie.

Locatie : Richmond, Bretton Woods, Windsor.

De nutsgroep uit het konglomeraat van de Generale Maatschappij van België viert dit jaar zijn honderdste verjaardag onder het motto : back to the roots, doorgroeien tot de multinationale groep van weleer. De campagne ging op 15 juni gepaard met champagne. Tractebel slaagde die dag in zijn bod op de Amerikaanse elektriciteitsproducent CRSS.

De overname gebeurde hoogst vriendelijk, zonder veel konkurrentie en was minstens even gewenst door het management van CRSS als door Tractebel-topman Philippe Bodson.

Wes Schattner, de rondbuikige vice-voorzitter van CRSS, doet ons het verhaal : “CRSS had onvoldoende middelen om te investeren in ontwikkeling, noodzakelijk voor verdere groei. We gingen daarom op zoek naar een krachtige overnemer. We zochten een Europese koper, omdat die allicht bereid was meer te betalen dan een Amerikaanse. De grote producenten in de VS mogen immers slechts in zeer beperkte mate belangen hebben in kleine onafhankelijke producenten. “

Die Independent Power Producers (IPP) moeten een tegengewicht vormen voor de monopolievorming bij de grote Utilities, producenten die tevens een distributienet beheren. Eind van de jaren zeventig werd de Amerikaanse energiemarkt opengebroken door de Utilities onder bepaalde voorwaarden te verplichten zich voor een deel te bevoorraden bij IPP’s. Die leveren thans een 6 % van de elektriciteit in de VS. Bescheiden, maar de trend is sterk opwaarts : sinds 1990 namen de IPP’s ruim de helft van de nieuwe kapaciteit voor hun rekening. Hun grote troef : de prijs. Grote zwakte : de kleine dimensie.

Tussen CRSS en Tractebel was het geen liefde op het eerste gezicht. Schattner : “We hebben gepraat met elektriciteitsproducenten uit verschillende Europese landen. Van iedereen kregen we een bod, maar geen enkel haalde de marktwaarde die wij vooropstelden. We verwierpen alle biedingen. Tractebel was de eerste om zijn bod op te trekken. Zonder andere nieuwe biedingen af te wachten, legden we het voor aan onze aandeelhouders. Die hebben het aanvaard. “

Tractebel betaalde uiteindelijk 6 miljard frank voor CRSS, 41 keer de geraamde winst van het lopende boekjaar van de Amerikaanse producent, relatief veel dus. Het Amerikaanse management bleef op post. American Tractebel, dat de Amerikaanse aktiviteiten van de groep tot nu toe groepeerde, wordt gefuseerd met CRSS. Niet Tractebel, wel CRSS wordt de vlag waaronder de “nutsholding van hier” zijn aktiviteiten op de Noordamerikaanse energiemarkt de VS én Canada zal verderzetten.

BIG MARKET, BIG BUSINESS.

De onafhankelijke energieproducent CRSS is een dwerg op de Amerikaanse markt. Met een elektriciteitsproduktiekapaciteit van 760 megawatt de centrales van American Tractebel inbegrepen neemt CRSS amper 0,1 % van het totale Amerikaanse produktie-apparaat voor zijn rekening. CRSS is voor Tractebel echter een ideale kruiwagen om op de Noordamerikaanse energiemarkt kruimels mee te pikken. En op een zo immense markt zijn kruimels naar Belgische maatstaven ronduit stevige boterhammen.

Philippe Van Marcke van American Tractebel rekent even voor : “De jaarlijkse groei van de energiemarkt in de VS wordt geraamd op 1,5 tot 2 %. Op een totale kapaciteit van momenteel zowat 750.000 megawatt betekent dit dus al gauw 15.000 megawatt aan nieuwe centrales per jaar, vervangingen van oude centrales niet inbegrepen. Dat is jaarlijks een nieuw Electrabel. Als wij daar telkens ons percentje kunnen van inpikken, zijn wij best tevreden. “

Van Marcke rouwt ook niet over het opgeven van de Tractebel-vlag : “We hebben zelf voorgesteld te opereren onder de naam CRSS, want die is op de Amerikaanse markt ingeburgerd. ” American Tractebel was reeds sinds 1990 aktief op de Amerikaanse energiemarkt, verwierf enkele houtcentrales (zie kader), maar een doorbraak bleef uit. De staf van American Tractebel is minder gelukkig met de verhuis van wereldstad New York naar het CRSS-hoofdkwartier in Houston, maar dan eerder om niet-professionele redenen.

Tractebel heeft de ambitie om tegen het jaar 2000 in de VS een produktiekapaciteit van 3000 megawatt te bezitten. Dat is ruim een vijfde van het elektriciteitspark van Tractebels dochter Electrabel in België. De geplande expansie op de Amerikaanse energiemarkt mag gerust één van de meest ambitieuze internationale akties van Bodson genoemd worden.

CRSS heeft naast zijn park van 760 megawatt 13 centrales, waarvan de jongste in het Canadese Windsor begin deze maand officieel werd geopend nog eens voor een slordige 1200 megawatt aan projekten in de onderhandelingsportefeuille.

Overigens is CRSS gespecializeerd in warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij het energieverlies bij de produktie van elektriciteit gerekupereerd wordt voor de produktie van stoom. Dergelijke centrales zijn biezonder rendabel. Zo haalt de WKK-centrale in Hopewell, het paradepaardje van CRSS in de staat Virginia, een energetisch rendement van 85 procent. Een klassieke termische centrale haalt amper 40 procent. Nu energie ook in de VS een schaars en dus duur goedje is geworden, kan dit tellen.

STRATEGIE.

De Amerikaanse uitstap van Tractebel kadert in de uitgesproken strategie van Bodson om op de buitenlandse markten te groeien, vooral buiten Europa. Zijn uitgangspunt : de thuismarkt is verzadigd. “Binnen enkele jaren moet de elektriciteitsproduktie van Tractebel in het buitenland de Belgische kapaciteit benaderen, ” stelt Van Marcke van American Tractebel.

De toppers in de buitenlandse verwervingen van de jongste vijf jaren zijn naast het Amerikaanse CRSS de Noordierse Nigen-centrales (zie ook Trends 27 maart ’95). Ook daar sprong Tractebel in het door de liberalizering geslagen gat op de energiemarkt.

In eigen land is Tractebel als dominante speler op de energiemarkt minder tuk op liberalizering en aanmoedigen van de konkurrentie. De groep slaagde er vorig jaar integendeel in om haar positie nog te verstevigen, met de overname van gasdistributeur Distrigas en het verregaande samenwerkingsakkoord met de publieke energieproducent SPE.

Die laatste was de enige konkurrent voor Electrabel in België. Konkurrent ? Nou, ja, met een marktaandeel van nog geen 10 % eerder een lastige horzel. De grote vrees van Bodson was echter dat SPE het paard van Troje zou vormen langs waar een grote buitenlandse konkurrent België zou binnenvallen.

Aviel Verbruggen, energie- en milieu-ekonoom aan de Ufsia, heeft zo zijn bedenkingen bij de Jekill and Hyde-strategie van Tractebel : “In België is er weinig of geen ruimte voor onafhankelijke elektriciteitsproducenten. De toegang tot het net aan marktkondities is niet gegarandeerd. Zo kan Electrabel nog steeds zelfproducenten weigeren. “

Volgens Verbruggen is de prijsreglementering op de elektriciteitsmarkt in België overigens principieel dezelfde als in de VS. In beide gevallen is de winstvoet op het geïnvesteerd kapitaal de basisparameter, wat leidt tot overinvesteringen en excessieve kosten.

“Het grote verschil is dat in de VS de markt werd opengebroken voor onafhankelijke producenten, ” beklemtoont Verbruggen. De resultaten bleven niet uit : sinds het begin van de jaren tachtig daalde de elektriciteitsprijs in de VS met 23 %.

Een andere hoeksteen van de Tractebel-strategie op de thuismarkt heet lokale verankering. Daartoe wil de groep de banden tussen Electrabel en de gemeenten, die het monopolie van de energiedistributie hebben, verder aanhalen. De gemeenten kunnen nog tot maart volgend jaar een optie op 5 % van het kapitaal van Electrabel lichten.

Die optiemogelijkheid werd reeds een paar jaar geleden voorzien, maar met de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 in de koelkast gezet. Pas vorige zomer haalde Electrabel de optie daar weer uit, nadat de bestuursorganen van de intercommunales vernieuwd waren.

Kommentaar van Aviel Verbruggen : “Daarmee gaat het op de Belgische energiemarkt de verkeerde richting uit. In plaats van een verdere verstrengeling van produktie en distributie, moeten beide juist gesplitst worden. “

JAN VAN DOREN

DE CENTRALE IN HET CANADESE WINDSOR Warmtekrachtkoppeling (stoom en stroom) is een belangrijke troefkaart van Tractebel op de Amerikaanse markt.

PHILIPPE BODSON (TRACTEBEL) Een dubbele energiestrategie : in het buitenland op de liberalizeringstrein springen, in het binnenland de boot van dekonkurrentie afhouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content