Deep Blue Sea

Vierentwintig jaar na “Jaws”, komen enkele uitgekookte studio-executives op het idee om de haai terug tot publieke vijand nummer 1 te maken.

Niet dat de makers van de onderwaterthriller “Deep Blue Sea” een remake van Spielbergs klassieker uit 1975 in het achterhoofd hadden. Buiten de opening, waarin enkele losbandige tieners op het agressieve bezoek van een makohaai vergast worden, heeft “Deep Blue Sea” met “Jaws” geen uitstaans. Uitgangspunt van “Deep Blue Sea” is genetische manipulatie. We weten reeds sinds de eerste Frankensteinfilms dat manipulatie van de natuur nare gevolgen kan hebben. In “Deep Blue Sea” knoeien enkele wetenschapslui op een oceaanlaboratorium met de DNA-structuur van drie makohaaien. De extracten van hun hersenen zou een bestrijdingsmiddel vormen tegen de ziekte van Alzheimer.

Hadden de scenaristen maar een deel van dat extract toebediend gekregen. Na het opsteken van een tropische storm wordt het oceaanlaboratorium tot zinken gebracht en krijgen de drie reuzenhaaien vrij spel in hun jacht op de mens. “Deep Blue Sea” biedt de adrenalineopstoot die van een dergelijke productie verwacht mag worden, maar is tegelijk een symptoom voor het hersenloos en op effecten geschoeid entertainment dat Hollywood sinds het begin van de jaren tachtig produceert.

“Jaws” en “Star Wars” creëerden eind jaren zeventig het fenomeen van de “blockbuster”. “Meer is beter!”, luidt de filosofie. De slogan van “Deep Blue Sea” windt er geen doekjes om: “Bigger. Smarter. Faster. Meaner”. Kwantiteit maakt plaats voor kwaliteit. De kracht van de suggestie die van “Jaws” (en later “Alien”) zo een meeslepende thriller maakte, wordt hier vervangen door het expliciete. De meest zwakke momenten van de film zijn de rustpunten tussen de nonstop actiescènes. De geleidelijke spanningsopbouw en de confrontatie tussen de drie hoofdpersonages en de haai uit “Jaws”, zou voor een hedendaags (meestal jong) publiek als “traag” ervaren worden. Karakteruitdieping en dialogen horen niet meer thuis in het genre. In “Deep Blue Sea” spelen vrijwel onbekende acteurs. Hun personages zijn danig schematisch gehouden, dat het de toeschouwer in feite geen moer kan schelen wat er met hen gebeurt. De enige bekende naam ( Samuel L. Jackson) wordt, volledig in de stijl van “Psycho”, na een derde van de film grondig afgemaakt.

Als puur actie-vertier mag “Deep Blue Sea” er zijn. Genrespecialist Renny Harlin (maker van ondermeer “Die Hard 2”, “Cliffhanger” en “The Long Kiss Goodnight”) maakt efficiënt gebruik van de claustrofobische onder-water-gelopen sluizen en gangen om de toeschouwer gedurende anderhalf uur op de rand van zijn stoel te houden.

PIET GOETHALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content