De zuinigheidsparadox

Hybride auto’s, die een gewone verbrandingsmotor combineren met een elektromotor, worden weleens de beste opstap genoemd naar de auto van de toekomst, die op waterstof zal rijden. Als de bestuurder vertraagt of remt, laadt de batterij op. Bij heel traag verkeer voedt die de elektromotor, zodat de auto helemaal elektrisch wordt aangedreven, zonder tussenkomst van de benzinemotor. Dat kan alleen maar over zeer beperkte afstanden van maximaal vier à vijf kilometer. Bovendien slaat de benzinemotor meteen aan als de auto meer dan 45 kilometer per uur rijdt of fors versnelt.

Vandaag hebben heel wat merken al hybride modellen in hun gamma. De bekendste is nog altijd de pionier in dat domein: de Toyota Prius. Toyota gaat met de Prius Plug-In Hybrid nog een stapje verder. Die heeft een veel krachtiger batterij, die ook kan worden opgeladen in een gewoon stopcontact. Met een volle batterij wordt het dan mogelijk ongeveer 25 kilometer uitsluitend op elektriciteit te rijden met normale snelheden voor het stadsverkeer en kleine buitenwegen. De benzinemotor slaat pas aan boven de 85 kilometer per uur of bij forse versnellingen. Op papier is dat het beste van twee werelden: de eerste 25 kilometer gedraagt de Prius Plug-In zich als een elektrische auto, daarna als een gewone hybride. Dat is een ideaal concept voor het woon-werkverkeer over een afstand van maximaal 25 kilometer heen en terug, en over 50 kilometer voor wie de auto mag opladen op het werk. Dat opladen gebeurt trouwens in een recordtijd van anderhalf uur.

Tijdens onze test kwam de Prius Plug-In bijzonder zuinig uit de hoek. Wie elektrisch van en naar zijn werk kan rijden en alleen in het weekend wat verder rijdt, verbruikt nooit meer dan ongeveer 3 liter. Maar ook voor wie de batterij niet oplaadt en dus in gewone hybride modus rijdt, is een verbruik van 4 liter een maximum. De Prius Plug-In is echter geen auto die veel rijplezier biedt. Hij oogt wat saai en de prestaties zijn niet denderend. Het geluid van de motor, die doet denken aan het geronk van een koffiemolen, klinkt niet synchroon met de acceleratie van de motor, en dat gaat snel vervelen. Bovendien is de prijs van 36.290 euro niet goedkoop voor een compacte middenklasser.

Dat is toch wel paradoxaal: je moet al heel wat kilometers afleggen om de meerprijs van de Prius Plug-In te compenseren met wat je uitspaart aan de pomp. En dat terwijl die wagen niet geschikt is voor lange afstanden en voor autosnelwegen. Kortom: wie zich straks een Prius Plug-In aanschaft, zal dat wel in de eerste plaats voor het groene statement doen.

JO BOSSUYT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content