De wereld na Alan Greenspan en Eliot Spitzer

Twee boegbeelden, Alan Greenspan en Eliot Spitzer, allebei meesters in het bewerken van de markt, zullen in 2006 hun post verlaten. De ene zal pijnlijk gemist worden op Wall Street, de andere zal nauwelijks betreurd worden. Hun nalatenschap zal nog jarenlang nazinderen.

Alan Greenspan en Eliot Spitzer lijken de Odd Couple wel. Greenspan, die meer dan achttien jaar lang voorzitter was van de Federal Reserve (zeg maar de centrale bank van de Verenigde Staten), placht orakelachtige uitspraken te doen om de beleggers gerust te stellen en krachtdadig op te treden om de occasionele crisissen aan te pakken. Dat contrasteerde sterk met de directe en weinig diplomatische aanpak van Spitzer, de stuurse procureur-generaal van New York. Zijn kruistocht tegen de witteboordencriminaliteit heeft van hem een man gemaakt naar wie het uitkijken is binnen de Democratische Partij. De twee hebben ook belangrijke dingen gemeen, niet in het minst de vraagtekens die ze achterlaten.

Nadat de bubbeleconomie in het midden van het jaar 2000 uiteenspatte, stonden Greenspan en Spitzer voor de uitdaging om de restanten op te ruimen. Vanuit het standpunt van de Federal Reserve (zeg maar Fed) kwam dat erop neer, dat de gevolgen van de vermogensbubbel, die deels veroorzaakt werd door goedkoop geld en aanhoudend lage interesten, moesten opgedweild worden. Vanuit het oogpunt van Eliot Spitzer bestond de taak er vooral in een manier te vinden om opnieuw fair play ingang te doen vinden op Wall Street, dat meer was gaan overhellen naar institutionele insiders dan naar de doorsnee belegger van de straat.

Alan Greenspan: positieve overdrijving

Alan Greenspan, die de conjunctuur al sinds de jaren veertig bestudeert, bezondigde zich voortdurend aan positieve overdrijving als het over economische groei ging. Hij verhoogde de liquiditeit in 1998 na de crisis op de Aziatische markten en in 2001 na de terroristische aanvallen van 11 september.

In het postbubbeltijdperk volgde hij dezelfde koers, ook al waren er in 2004-2005 tekenen dat het lage-interestbeleid van de Fed een onhoudbare woningboom voedde. Zijn opvolger zal de fall-out daarvan moeten aanpakken in 2006, vooral in kritieke plaatsen als Las Vegas, Phoenix en Florida.

Eliot Spitzer: niemand achter de tralies

Eliot Spitzer was inschikkelijker jegens de zakenwereld dan zijn irritante houding liet vermoeden. Helemaal in het begin vernederde hij Merrill Lynch door interne e-mails te laten uitlekken waaruit bleek dat bepaalde analisten de aandelen die ze aanprezen bij de klanten, zelf de grond in boorden. Hij dwong AIG en Marsh & McLennan tot wijzigingen in het management en maakte daardoor een einde aan de verzekeringsdynastie die geleid werd door Hank Greenberg.

Hij beschuldigde de beleggingsfondsen van dubieuze transacties buiten de beurs. Zowel de verzekeringssector als de beleggingsfondsen zullen moeite hebben om opnieuw het vertrouwen van de investeerders te winnen. In 2006, wanneer Spitzer van het toneel zal verdwijnen, zal zijn nalatenschap veel nauwkeuriger onder de loep genomen worden.

Intussen zit geen enkele leidende Wall-Streetfiguur achter de tralies. Slechts één bankier verscheen voor de rechtbank (en werd op bijna alle punten vrijgesproken). Spitzers hoog aangeprezen herwerking van de regels omtrent de scheiding tussen analisten en investeringsbanken is minder revolutionair dan op het eerste gezicht lijkt (men zou kunnen aanvoeren dat het de dekking van smallcapaandelen heeft verminderd en ertoe geleid heeft dat in de banken de advocaten het roer hebben overgenomen van de risiconemers).

Durven afwijken van de regels

Ondanks de verschillen die hen kenmerken, hebben Greenspan en Spitzer toch een bijzondere eigenschap gemeen. Het waren allebei activisten die er niet voor terugschrokken om af te wijken van de regels. De voorzitter van de Fed gaf de voorkeur aan een voorspelbaar monetair beleid dat reageerde op afwijkingen van de mogelijke groei en inflatievoet ten opzichte van een aangenomen streefgetal. Zijn ambtsperiode werd echter gekenmerkt door periodes die duidelijk afweken van de trend, vooral op het einde van de jaren negentig, toen velen waarschuwden voor een vermogensbubbel.

Spitzer slingerde schurken op de bon en maakte daarbij maximaal gebruik van de wet-Martin uit 1934 om financiële fraude te bestrijden. Meestal maakte hij evenwel gebruik van bevriende media om in te werken op de markt en managers tot onderwerping te dwingen. Inderdaad, zowel Greenspan en Spitzer bespeelden de journalisten als violen.

In menig opzicht was het ‘Spitzspan’-tijdperk meer voorspelbaar dan de beroering op de markt doet uitschijnen. Greenspan leverde grotendeels inflatievrije groei, Spitzer ging in zijn kruistocht nooit zover, dat hij het vertrouwen in het financieel systeem ondermijnde (als hij dat toch zou gedaan hebben, zou Greenspan hem wel iets onorakelachtigs in het oor gefluisterd hebben).

Wat nu?

Wat staat er nu te gebeuren? De nieuwe voorzitter van de Fed staat voor een bijzonder zware uitdaging, niet alleen omdat de vermogenbubbels en de tragere groei moeilijker tijden voorspellen voor het monetair beleid, maar ook omdat Greenspans vertrouwde en geruststellende persoonlijkheid hem bijna onmisbaar deed lijken.

Spitzer is de gedoodverfde favoriet om de volgende gouverneur van New York te worden. Ongetwijfeld zullen andere militante procureurs-generaal elders in de Verenigde Staten het Spitzer-model van regulerende tussenkomsten aanwenden als een opstapje naar een hogere functie. Voor Wall Street kan dat nauwelijks goed nieuws genoemd worden.

De auteur is algemeen redacteur Verenigde Staten van de Financial Times.

Lionel Barber

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content