De voordelen van sommige oorlogen

Ieder zinnig mens gaat ervan uit dat vrede goed is voor de ontwikkeling van arme landen, en hongersnood en oorlog slecht. Oorlog is zeer gewelddadig en heeft enkel negatieve gevolgen terwijl vrede enkel voordelen heeft. Meer specifiek wordt oorlog geportretteerd als ontwrichtend voor de economie, en als een onderbreking in een ontwikkelingsproces in derdewereldlanden dat onherroepelijk herstart moet worden zodra de oorlog voorbij is. David Keen, auteur van Complex Emergencies, is het met die stellingen niet eens. Keen is nochtans geen warhoofd: de man is hoogleraar aan het Development Studies Institute van de London School of Economics and Political Science.

De auteur stelt eigenlijk de conventional wisdom van John Kenneth Galbraith ter discussie. Die stelt oorlog voor als een model waarbij twee partijen elkaar bekampen met de bedoeling een politieke en militaire overwinning te behalen. Keen besluit uit zijn uitgebreid onderzoek naar vooral moderne conflicten dat dit model niet altijd opgaat. Dat is geen nieuw gegeven. Sinds 9/11 weten we dat oorlogen steeds complexer worden met uiteenlopende partijen. Ook burgeroorlogen mogen we niet analyseren als zou het gaan om een strijd tussen twee partijen.

Provocerender en daarom interessanter is dat Keen het idee verwerpt waarbij oorlog voorgesteld wordt als een verval in anarchie, gedachteloos geweld en etnische haat. De auteur stelt eigenlijk een nieuw paradigma voor om oorlog te analyseren. Oorlog is niet enkel strijd of ineenstorting. Het heeft ook complexe maar onomstootbare economische, politieke en psychologische voordelen. Volgens Keen is dat ook de reden waarom sommige partijen er soms belang bij hebben een conflict eerder te verlengen dan te beëindigen.

Keen heeft met zijn onorthodoxe ideeën een punt, op één voorwaarde: dat we zijn definitie van oorlog aanvaarden. En die definitie gaat niet uit van een constant gewapend conflict. De auteur heeft het eigenlijk over wat politieke machthebbers als oorlog omschrijven. En dan hebben we het over de ‘oorlog tegen de terreur’ of de ‘oorlog tegen drugs’. Dan gaat het inderdaad niet over de klassieke militaire conflicten, maar over projecten waar een land zijn schouders onder zet en die slechts sporadisch het gebruik van geweld vragen.

De war on terror heeft inderdaad voordelen gehad voor een aantal landen die zich na 9/11 onomwonden achter de VS hebben geschaard. De Pakistaanse leider Musharraf koos eieren voor zijn geld en sloot zich bij de VS aan. Niet alleen werd zijn regime daarmee gelegitimeerd. Zijn land kreeg ook financiële steun en het investeringsklimaat werd zowaar aantrekkelijker. Ook het regime van Vladimir Poetin kreeg toen meer aanzien. In de oorlog tegen drugs hebben Zuid-Amerikaanse landen die een repressief beleid voeren een streepje voor op de andere. Ook dat helpt om investeringen aan te trekken en het imago te krijgen van stabiele natie. Volgens Keen kunnen we conflicten slechts ten volle begrijpen indien we ook deze elementen in het achterhoofd houden. (T)

DAVID KEEN, COMPLEX EMERGENCIES, POLITY PRESS, 2007, 296 BLZ., 20 EURO

Thierry Debels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content