De voordelen van een spontane regularisatie

Zelf bent u vanzelfsprekend goudeerlijk, maar u kent vast wel iemand die zijn roerende inkomsten niet aangeeft. Vertel hem maar dat een spontane regularisatie heel wat voordelen heeft: gemoedsrust, de beschikbaarheid over inzetbare middelen en een ontlasting van zijn erfgenamen.

Het is algemeen bekend dat Belgen er alles aan doen om zo min mogelijk belasting te betalen. Daar is niks mis mee. Sommigen gaan echter erg ver en overschrijden de fiscale krijtlijnen. Wanneer eind juni de buitenlandse roerende inkomsten moeten worden aangegeven, worden veel Belgen getroffen door een heel bijzondere vorm van geheugenverlies. Zij vergeten dan die roerende inkomsten aan te geven in hun aangifte. Buitenlanders die in België verblijven omschrijven deze praktijk als de Belgische nationale sport. In Angelsaksische landen wordt dit soort gedrag omschreven met de term Belgian dentist.

Sommigen vergoelijken onze belastingaversie door te wijzen op de hoge belasting op arbeid. Anderen zien een geschiedkundige verklaring: de Nederlandse koning Willem II voerde met de regelmaat van de klok eenzijdig belastingen door. Hoe het ook zij, de overheid kwalificeert dit gedrag als fiscale fraude, die kan worden bestraft op administratieve (belastingverhoging en boetes) en strafrechtelijke (gevangenisstraf en boetes) wijze.

De principes zijn duidelijk. Als u roerende inkomsten (royalty’s, interesten en dividenden) ontvangt en geen Belgische bronheffing betaalt, moet dit inkomen worden aangegeven. Het wordt dan belast tegen hetzelfde tarief als dat van de roerende voorheffing, vermeerderd met de gemeentelijke opcentiemen.

De Belg durft niet meer

Ons ontwijkingsgedrag is niet te rijmen met het zachte fiscale klimaat dat in België heerst voor zogenaamde passieve inkomens. Interestinkomsten worden immers belast tegen 15%, terwijl dividendinkomsten tegen 25% worden belast. Privé-meerwaarden zijn, in de mate dat ze niet speculatief zijn, in principe belastingvrij. Naast deze algemene regels zijn er nog een aantal bijzondere belastingregels die België zo mogelijk nog interessanter maken voor de vermogende particulier. Er is geen jaarlijkse vermogensbelasting, successierechten kunnen met een goede planning worden vermeden, roerende goederen kunnen relatief eenvoudig en belastingvrij worden geschonken enzovoort.

Dat belastingregime maakt van België, in vergelijking met de ons omringende landen, een belastingparadijs voor rijkelui. Het wekt dan ook geen verwondering dat België een grote instroom van bijzonder vermogende buitenlanders heeft.

Sinds het begin van de jaren negentig zijn de zeden enigszins aan het veranderen. Veel burgers vinden het niet meer zo vanzelfsprekend om de roerende voorheffing te ontduiken. Het wordt duidelijk dat als we ons welvaartsniveau willen handhaven, de neerwaartse spiraal van belasting op kapitaal en de opwaartse spiraal van belasting op arbeid moet worden doorbroken. Het zal geen verwondering wekken dat de Belgen de voorbije twintig jaar alleen rijker zijn geworden door hun geld goed te beleggen en niet door te werken.

Niet alleen particulieren hebben hun houding gewijzigd. De parketten behandelen fiscale fraude niet langer stiefmoederlijk, banken en andere adviseurs van welgestelde lieden zijn steeds minder bereid mee te werken aan creatieve constructies, de administratie treedt hard op wanneer fiscale fraude wordt ontdekt en ook de regering heeft de strijd aangebonden tegen zware belastingmisdrijven.

Deze trend wordt versterkt door een aantal internationale bewegingen. Uit hoofde van the war against terrorism komt het bankgeheim weer onder vuur en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso) doet inspanningen om zelfs de meest afgelegen belastingparadijzen te verplichten antiwitwaswetgeving in te voeren. In Europa moeten de lidstaten rekening gehouden met de zogenaamde spaarrichtlijn, die uiteindelijk zal uitmonden in een automatische informatie-uitwisseling tussen de landen.

Algemene amnestie?

De drempel om geld naar het buitenland te versassen en dan de roerende inkomsten niet aan te geven wordt steeds hoger. De vraag is nu wat belastingplichtigen kunnen doen om toestanden uit het verleden recht te zetten.

In Italië heeft de regering van premier Silvio Berlusconi eenvoudigweg een tijdelijke algemene fiscale amnestie ingevoerd. Tussen 30 november 2001 en 15 mei 2002 konden de Italianen hun zwarte geld repatriëren (lees: witwassen). Ze mochten dat anoniem doen en betaalden een belasting van 2,5%. Op die manier werd meer dan 54 miljard euro gerepatrieerd. Hoewel een aantal jaar geleden zo’n voorstel al in België werd geformuleerd en Spanje en Duitsland gelijkaardige plannen koesteren, is een algemene amnestie vooralsnog onverkoopbaar in ons land. Een operatie à l’italienne zal er in België dus vermoedelijk niet komen. Overigens beweren kwatongen dat de Italiaanse maatregel eerder is ingegeven door de zakenman Berlusconi dan door de premier Berlusconi.

De fiscus straft mild

Hoewel er in België geen algemene amnestie komt, kunnen individuele belastingplichtigen wel het een en ander regelen met de fiscus om de toestand te regulariseren. Er moet een overzicht komen van de inkomsten die niet zijn aangegeven, en een afspraak over de termijn waarover belasting zal worden geheven en over de belastingverhoging. Hoewel de belastingadministratie in geval van fraude vijf jaar mag terugrekenen, gaat ze meestal slechts drie jaar terug. De belastingverhoging ligt tussen 0 en 20%.

Het principe is duidelijk. Uit de praktijk blijkt echter dat de drempel van het belastingkantoor voor veel ontduikers te hoog is. Het is voor de biechtende medeburger immers een sprong in het ongewisse. Daarom doet hij vaak een beroep op een advocaat die op anonieme basis en gewapend met alle relevante cijfergegevens contact opneemt met de fiscus. Tussen de advocaat en de fiscus worden de principes voor de heffing vastgelegd, waarna de naam van de belastingplichtige wordt medegedeeld en het akkoord wordt afgesloten. Op deze manier zijn de jongste jaren miljoenen euro’s geregulariseerd. Het gaat soms over bijzonder grote fortuinen, maar ook voor de kleinere vermogens loont deze manier van werken.

Voorbeeld 1. Octaaf is in 1995 op 65-jarige leeftijd met pensioen gegaan na een lange carrière bij een groot Belgisch bedrijf. Naar aanleiding van zijn pensionering krijgt hij naast een mooie gouden vulpen ook een pensioenkapitaal van 250.000 euro. Het hele bedrag belegt Octaaf in materieel geleverde obligaties met een rente van 6%. Jaarlijks neemt hij de trein naar Luxemburg om de couponnetjes te innen. Vervolgens ‘vergeet’ hij de ontvangen interesten aan te geven. Van 1995 tot 2001 heeft Octaaf dan ook jaarlijks 15.000 euro (6% van 250.000) en in totaal 105.000 euro aan zwarte inkomsten genoten. Door deze fraude is de Belgische staat over de verschillende jaren voor 15.750 euro benadeeld (15% belasting op 105.000 euro).

Octaaf besluit de toestand te regulariseren. Hij bereikt een akkoord met de fiscus, die de interesten over de jaren 2001, 2000 en 1999 belast met een belastingverhoging van 10%. Aldus wordt 45.000 euro (3 x 15.000 euro) belast tegen 15%, verhoogd met 10%. Zonder de gemeentelijke opcentiemen mee te rekenen betaalt Octaaf slechts 7500 euro (6750 euro belasting + 10%) om het verleden fiscaal volledig te regulariseren. Dat is een effectief belastingtarief van 7,1%. Op het kapitaal en de inkomsten samen betaalt Octaaf amper 2,1%.

Voorbeeld 2. Steven beslist in 1992 zijn aandelen te verkopen aan een Engelse investeerder. Hij realiseert hierdoor een mooie belastingvrije meerwaarde. De verkoopprijs bedraagt 2 miljoen euro. Op aanraden van zijn adviseurs belegt Steven de opbrengst via een Zwitserse bankier. Die doet zijn werk goed: eind 2001 heeft Steven een bedrag van 3,95 miljoen euro (jaarlijks gekapitaliseerd rendement van 7%). Al die jaren heeft Steven de inkomsten niet aangegeven. Ondertussen leefde hij van zijn vergoeding als manager. Steven krijgt de mogelijkheid om het bedrijf via een management buy-out over te nemen. Hij heeft er het geld voor, maar durft het niet te gebruiken omdat hij de fiscus heeft opgelicht.

Ook in zo’n situatie kan een regularisatie uitkomst bieden. Steven sluit een akkoord met zijn controleur: zijn inkomsten over de jongste drie jaar (2001, 2000, 1999) worden belast, met een belastingverhoging van 20%. Als het jaarlijkse rendement 195.000 euro is en dat bedrag is samengesteld uit 100.000 euro aan beursmeerwaarden (300.000 euro onbelast), 60.000 euro aan interesten (15% belasting op 180.000 euro) en 35.000 euro aan dividenden (25% belasting op 105.000 euro), wordt het volledige bedrag geregulariseerd voor een fiscale kostprijs van 66.562,5 euro (53.250 euro + een belastingverhoging van 20%). De reële belastingvoet op de inkomsten bedraagt 3,4%. De kostprijs ligt dus op slechts 1,7% van het totale gerepatrieerde bedrag.

Geen kip met de gouden eieren

Een spontane regularisatie is natuurlijk niet de kip met de gouden eieren voor iedereen die fiscale misstappen heeft begaan. Het kan niet de bedoeling zijn om zware fiscale fraude via zo’n procedure recht te zetten. Regularisatie is vooral bedoeld voor ‘grijs’ geld: kapitaal van rechtmatige oorspong waarop geen fiscale claim rust, maar waarvan de roerende inkomsten niet werden aangeven. Het gaat meestal om de ontduiking van de roerende voorheffing. Dat is een misdrijf, dat ook na regularisatie kan worden vervolgd voor de strafrechter. Maar dat gebeurt zo goed als nooit.

Behalve gemoedsrust heeft een regularisatie ook het voordeel dat het vermogen weer zichtbaar in België kan worden aangewend. En erfgenamen komen niet voor een verscheurende keuze te staan bij het overlijden van de fraudeur. Als ze het bedrag aangegeven, kan er een navordering komen van de inkomstenbelasting. Geven ze het kapitaal niet aan, dan begaan zij zelf een fiscaal misdrijf. Zodra het bedrag is geregulariseerd, kan hieraan een successie- of estate planning worden gekoppeld, waardoor ook de successierechten in alle legaliteit kunnen worden vermeden.

Anton van Zantbeek, Alain Nijs [{ssquf}]

Beide auteurs zijn als advocaat gespecialiseerd in estate planning.

Hoewel de belastingadministratie in geval van fraude vijf jaar mag terugrekenen, gaat ze meestal slechts drie jaar terug.

De drempel van het belastingkantoor is voor veel ontduikers te hoog. Daarom doen ze vaak een beroep op een advocaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content