De vogelgriep: wanneer slaat hij toe? Hoe overleeft u? Wie verdient eraan?

Roeland Byl redacteur bij Trends

De vogelgriep dreigt, ook voor de mens. De raid op de antivirale middelen Relenza van GSK en vooral Tamiflu van Roche lijkt wel wat te luwen. Ondertussen surfen de vaccinproducenten mee op de hype. Profiteren ook bedrijven in België? En kunnen de concerns ooit voldoende vaccins produceren?

In 2004 bleven in België zo’n 100.000 griepvaccins onverkocht. Ze moesten worden vernietigd, want waren niet langer bruikbaar als vaccin. Elk jaar in februari maakt de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) voor het noordelijk halfrond immers een nieuwe samenstelling bekend van het griepvaccin. Dat is een cocktail die bescherming biedt tegen de griepstammen die volgens de WGO de daaropvolgende winter zullen zorgen voor de meeste besmettingen. Een jaar later is een andere griepstam dominant, waardoor de vaccinstock onbruikbaar wordt.

De producenten van griepvaccins volgen de WGO-richtlijnen nauwgezet op en hebben normaal gezien tegen september hun stock voor het nieuwe seizoen verkoopklaar. Ze houden daarbij rekening met een marktgroei van 10 % per jaar. In de VS bleek dat twee jaar geleden onvoldoende om de toenemende vraag te dekken. In 2004 ontstond er aan de andere kant van de oceaan opnieuw een tekort, al was dat toen vooral te wijten aan productieproblemen bij Chiron. Tijdens de jongste Amerikaanse presidentsverkiezingen was het tekort aan griepvaccins zelfs een discussiepunt tussen de politieke rivalen George Bush en John Kerry.

De angst voor een vogelgriep-pandemie zorgde ervoor dat dit jaar ook in ons land de vraag naar griepvaccins groter was dan het aanbod. De overheid vroeg daarop aan de producenten – in België vooral Solvay, GSK, Sanofi-Pasteur-MSD en Baxter – om extra dosissen te produceren tegen december. Die moeten dienen om de risicogroepen – ouderen, mensen met verzwakte immuniteit, medisch personeel, maar uitzonderlijk nu bijvoorbeeld ook kippenkwekers – prioritair in te enten. Dat beweert René Snacken, commissaris voor het griepbeleid bij het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Voegt hij eraan toe: “Normaal is het goed dat bedrijven hun werknemers ertoe aanzetten om een griepprik te halen. Maar in het licht van een dreigende pandemie was dat niet optimaal. We moeten voldoende vaccins hebben om de belangrijkste risicogroepen eerst in te enten.”

Griep is niet onschuldig

Virologen waarschuwen er al langer voor dat infectieziekten in opmars zijn. Tot de verbeelding spreken meestal agressieve soorten als ebola en aids. Griep of influenza had tot voor kort veeleer een onschuldig imago. Niet helemaal terecht. De Spaanse griep maakte in het begin van de twintigste eeuw wereldwijd 20 miljoen dodelijke slachtoffers. In 1968 stierven zo’n 700.000 mensen aan een griepepidemie in Hongkong. Elk jaar raken in ons land naar schatting 500.000 mensen besmet met griep, voor ongeveer 500 patiënten met dodelijke afloop. Kortom, de menselijke griepvirussen zijn tot op heden wijdverspreid, maar slechts in een beperkt aantal gevallen dodelijk. In jargon heet dat een virus met een hoge morbiditeit, maar een lage mortaliteit.

Het vogelgriepvirus waarvan iedereen momenteel bang is, de H5N1-stam, is verwant aan de menselijke influenzavirussen, maar kent een lage morbiditeit en een hoge mortaliteit. Het virus treft vogels en maakt slechts bij zeer nauw contact de sprong naar de mens. Er raakten tot op heden een honderdtal mensen mee besmet, meer dan de helft van hen stierf. Virologen vrezen nu voor een uitwisseling van DNA-materiaal tussen de klassieke griepvirussen en de vogelgriepvariant. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren wanneer iemand tegelijk met beide virussen besmet raakt. Het virus dat dan ontstaat, zou zowel erg besmettelijk als erg dodelijk kunnen zijn. In dat geval is er binnen de kortste keren sprake van een pandemie. Maar zover is het dus nog niet. Al is het volgens heel wat wetenschappers niet langer een kwestie of het vogelgriepvirus de sprong naar de mens zal maken, maar veeleer wanneer dat zal gebeuren.

Sinds er in Roemenië een paar eenden zijn gesignaleerd die stierven aan H5N1, hangt het spookbeeld van een pandemie als een zwaard van Damocles boven Europa. In België nam de overheid alvast maatregelen om zich voor te bereiden. Er kwam een interministeriële cel die het beleid coördineert met het oog op de vogelgriep. Belangrijkste maatregelen van de regering zijn de ophokplicht voor pluimvee en de opbouw van een stock met antivirale middelen, genoeg om 30 % van de bevolking te voorzien van een antiviraal middel in het geval van een pandemie. Daarmee volgt ons land de aanbevelingen van de WGO. Vele andere landen deden hetzelfde. Het hoeft dan ook geen betoog dat de producenten van die medicijnen wel varen bij de huidige angstpsychose. Roche, bijvoorbeeld, zag de omzet van Tamiflu de eerste negen maanden van 2005 stijgen met 260 %. Andere geneesmiddelenbedrijven kunnen daarvan enkel dromen.

Daarnaast registreerde België zich ook als afnemer van een mogelijk vaccin tegen vogelgriep. Dat vaccin is er nog niet, want er is nog geen ‘menselijk’ virus waarop het vaccin zich zou moeten baseren. Bovendien neemt de ontwikkeling van een vaccin meestal een aantal jaren in beslag. Hoe moeilijk dat kan zijn, blijkt uit de jarenlange zoektocht naar een aids-vaccin – tot op heden zonder succes.

De paradox van de vaccinproducenten

Het aantal vaccinproducenten is sinds de jaren zeventig teruggevallen van een groep van 26 op vaccins gefocuste bedrijven tot een handvol belangrijke geneesmiddelenbedrijven die óók vaccins produceren. Dat heeft onder andere met de lage verkoopprijzen te maken. Vaccins worden toegediend aan gezonde mensen. Die voelen zich prima, dus ze zien niet altijd in waarom ze zouden moeten betalen voor een vaccin. Dat ligt heel anders bij een geneesmiddel dat een zieke nodig heeft wanneer hij ziek in bed ligt. Het gevolg zijn lage prijzen. Zegt viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven): “Nochtans vergt vaccins produceren een enorme knowhow. Voor vele vaccinproducenten is hun huidige activiteit veel meer een erezaak dan een geldkoe.”

De lage marges zijn een verklaring voor het beperkte aantal producenten, weet ook Julien Brabants, executive director Governmental Affairs bij GSK. “En je werkt voor het fabriceren van griepvaccins met levende materie. Dat is niet zo voorspelbaar als een chemische reactie.” Bovendien verschilt de businesslogica. Een gewoon geneesmiddel neemt een patiënt met chronische aandoening jaren na elkaar. Een vaccin dient om een aandoening te voorkomen en is op zijn best als bij eenmalige vaccinatie de patiënt de rest van zijn leven immuun is. Paradoxaal genoeg leveren vaccins daarom minder geld op dan traditionele geneesmiddelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ‘s werelds best verkopende geneesmiddel jaarlijks meer omzet haalt dan de hele vaccinindustrie samen.

Vaccins – en zeker die tegen griep – zijn door de fusiegolven van de afgelopen decennia trouwens voor de farmagroepen veeleer een nevenactiviteit geworden. Zozeer zelfs, dat onder de vier grootste bedrijven die nog vaccins produceren (GSK, Sanofi-Aventis, Merck en Wyeth) geen enkele meer dan 10 % van zijn omzet haalt in de vaccinbusiness. Dat betekent dat ze er morgen mee zouden kunnen stoppen, terwijl de impact op hun eindresultaat beperkt zou blijven. Zo bouwde Wyeth in 2002 een deel van zijn vaccinactiviteiten af. Het concern zette onder andere de productie van griepvaccins stop. Zegt Christian Huyghe, directeur externe relaties bij Wyeth: “Als er een specifieke vraag komt van de overheid, dan zullen we onze verantwoordelijkheid opnemen en de installatie heropstarten. Tot nader order is het griepvaccin voor ons geen prioriteit.”

De Belgen zijn goed bezig

“De interesse in de markt voor griepvaccins groeit opnieuw,” constateert Bram Palache, de directeur voor de influenza-activiteiten van Solvay. “Het aantal spelers is gedaald en de vraag neemt toe. Voor ons is het alvast een product dat aan belang wint. Het zit bij Solvay in het groepje van onze tien best verkopende producten.”

De heisa rond de vogelgriep speelt bovendien in de kaart van een industrietak die jarenlang in de verdrukking geraakte. Zo wil GSK zijn productiecapaciteit opkrikken. “Die ambitie is minder ingegeven door economische logica,” bekent Julien Brabants. “De westerse wereld verlangt dat we investeren.”

Profiteert België mee? In het lijstje van de belangrijkste producenten van griepvaccins – GSK, Sanofi-Pasteur-MSD, Solvay, Baxter en Chiron – lijkt België op het eerste gezicht goed vertegenwoordigd. Het onderzoekscentrum van GSK ligt in Rixensart. Solvay is nog volledig in Belgische handen. Relativering is echter op zijn plaats: geen enkel griepvaccin wordt in België gemaakt. Dat van GSK komt uit het Duitse Dresden, Solvay maakt zijn vaccin in het Nederlandse Weesp. Zegt Brabants: “Wereldwijd is de vaccinactiviteit van GSK in Rixensart geconsolideerd, met uitzondering van het werk rond griep. Ons griepvaccin wordt in Dresden gemaakt en nieuwe productiecapaciteit zal wellicht in de VS of Canada worden gebouwd.”

Dat de vraag stijgt, betekent nog niet dat er onmiddellijk nieuwe griepvaccins kunnen worden gemaakt. De aanmaak van extra dosissen neemt een paar maanden in beslag. Zegt Karel Verkoelen, countrymanager van Sanofi-Pasteur-MSD: “De vraag stijgt, maar de aanlooptijd voor bijkomende productie blijft dezelfde. Tot op heden produceren we vaccins door ze te kweken in eieren. Dat betekent één ei voor één vaccin. Nieuwe productiecapaciteit bouwen kost tijd en geld, omdat nieuwe installaties volledig volgens de strengste normen moeten worden gebouwd. Een productie-eenheid bouwen tot de autoriteiten hun fiat geven, duurt ongeveer vijf jaar.”

In het Nederlandse Weesp werkt Solvay aan een nieuw productieprocédé op gekweekte cellijnen. Dat zou de productiecapaciteit moeten verdubbelen en zorgen voor een belangrijke groei. In 2006 zou Solvay de installatie al in gebruik nemen. Daarnaast besloot het Britse gespecialiseerde bedrijfje Acambis te gaan samenwerken met de Gentse VIB-onderzoekers rond Walter Fiers. Het team werkt aan een universeel griepvaccin. De ontwikkeling ervan zou de jaarlijkse productietijd kunnen verdubbelen, omdat de halfjaarlijkse WGO-richtlijnen overbodig worden.

Roeland Byl

Volgens vele wetenschappers is het niet langer een kwestie of het vogelgriepvirus de sprong naar de mens zal maken, maar veeleer wanneer dat zal gebeuren.

Roche zag de omzet van Tamiflu de eerste 9 maanden van 2005 stijgen met 260 %.

“Normaal is het goed dat bedrijven hun werknemers ertoe aanzetten om een griepprik te halen. Maar in het licht van een dreigende pandemie was dat niet optimaal.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content