“DE VLUCHT NAAR DOE-HET-ZELF-SPAARPRODUCTEN IS TIJDELIJK”

Met de malaise op de beurzen zijn de portefeuilles van de Belgische vermogensbeheerders gedaald. Ook de inkomsten gingen naar beneden, want die zijn afhankelijk van de beheerde vermogens. Voorzichtigheid troef, maar geen extreme koerswijzigingen.

Trends ging de temperatuur opmeten bij vier grote vermogensbeheerders: Bank Delen, Petercam, Bank Degroof en SG Private Banking. Piekfijn aangelegde tuinen, statige herenhuizen, kunstwerken, donzige tapijten… Van de crisis op het eerste gezicht geen spoor. De buitendeuren zwaaien automatisch voor ons open, maar daarachter bevindt zich steevast een claustrofobische sluis. Weglopen kan niet meer.

Veiligheid voor alles natuurlijk. En nee, het sluizensysteem is geen boobytrap voor nietsvermoedende – annex vermogende – passanten. De vermogensbeheerders benadrukken stuk voor stuk dat de waarde van het vermogen onder hun beheer dan wel gedaald is, maar dat nieuwe klanten blijven komen. “We hebben evenmin klanten zien vertrekken”, zegt Pierre-Paul De Schrevel, gedelegeerd bestuurder van Bank Degroof. “Integendeel, er was en is sprake van een instroom van nieuw kapitaal, via nieuwe klanten en via bijstortingen van bestaande klanten. De daling van het beheerde vermogen is dus louter en alleen een gevolg van de crisis op de markten en van het feit dat veel klanten moeten leven van hun portefeuille. Ze halen dus jaarlijks geld af dat door ons wordt beheerd.”

Naar adem happen

Bank Delen kon de schade beperken, vult gedelegeerd bestuurder Paul De Winter aan. “Sinds het vierde kwartaal van vorig jaar zien we een impact op onze inkomsten. Die trend zal zich doorzetten in 2009, maar we kunnen ertegen. We verlenen geen kredieten aan cliënten, dus in tegenstelling tot de grootbanken hebben we daar dan ook geen problemen mee. Met CDO’s, subprimes en andere toxische producten hebben wij niks te maken. Wij kunnen focussen op onze klanten in plaats van voortdurend onze balans te moeten zuiveren.”

Volgens De Winter stroomt er de jongste tijd weer meer kapitaal richting België, gezien de druk op het bankgeheim in Luxemburg en Zwitserland. Bovendien heeft Bank Delen in 2008 beter gepresteerd dan gemiddeld, hoewel de rendementen net als bij de andere spelers negatief waren. Een klant met een laag risicoprofiel zag de waarde van zijn portefeuille met een dikke 11 procent dalen in 2008; iemand met een hoog risicoprofiel – slechts 5 procent van het totale aantal klanten bij Bank Delen – zag bijna 31 procent van zijn vermogen in rook opgaan. Bij alle klanten van Bank Delen geldt over 2008 een gemiddeld verlies van 18 procent. Ter vergelijking: sinds begin dit jaar is de waarde van de portefeuilles van klanten met een laag risicoprofiel gemiddeld weer met 2,83 procent gestegen en bij de hoge risicoprofielen met gemiddeld 6,42 procent.

De andere vermogensbeheerders zijn niet zo happig om precieze cijfers mee te delen of doen dat alleen voor hun patrimoniale fondsen. Directievoorzitter Jan De Coninck van SG Private Banking in België laat koudweg weten dat hij niet meedoet aan ‘een spel dat waarschijnlijk is ingegeven door commerciële beweegredenen’. Dat laat vermoeden dat de meeste cliënten bij de vermogensbeheerders vorig jaar flink naar adem moesten happen. Vooral de aandelenportefeuilles werden hard getroffen, naar analogie met wat er op de beurzen is voorgevallen. Aandelenposities werden dan ook overal afgebouwd om over te schakelen naar veiliger instrumenten en ook naar cash. De transacties vielen bijgevolg ernstig terug, met ook weer minder inkomsten voor de vermogensbeheerders als gevolg.

Medium safe

De jongste maanden is er sprake van een kentering. Bedrijfsobligaties, bijvoorbeeld, worden stilaan weer een renderende mogelijkheid, maar voorzichtigheid blijft geboden. Bij Petercam zijn de resultaten van de eerste maanden van 2009 ‘weer winstgevend, maar zwak’. “Het overwicht aan bancair papier in onze obligatiefondsen is zwaar afgestraft”, beaamt Lode De Vrieze, administrateur private asset management bij Petercam. “Dat papier is intussen gevoelig afgebouwd. Behalve misschien in die fondsen die spe-ciaal werden opgericht om te investeren in bancair papier.”

Of Petercam ook CDO’s of andere gestructureerde instrumenten heeft toegelaten in zijn obligatieportefeuilles? Op de website van de vermogensbeheerder wordt in elk geval reclame gemaakt voor de ervaring die Petercam heeft opgebouwd met gestructureerde instrumenten. “CDO’s hebben we in elk geval niet rechtstreeks bij de klanten geplaatst”, zegt vennoot Marc Janssens. “In twee van onze eigen obligatiefondsen zijn vandaag nog CDO’s of gelijkaardige instrumenten aanwezig, maar dat is telkens minder dan 1 procent van het betrokken fonds en het betreft steevast producten met een investment-grade rating.” In mensentaal: papier met een rating van BBB, of medium safe in het jargon van de ratingbureaus.

“Voor het overige tref je bij ons geen toxische producten aan waarvan nu zoveel sprake is. Het gaat louter om kapitaalgegarandeerde producten die bijvoorbeeld verbonden zijn aan een aandelen- index. Hier en daar nog een reverse convertible misschien, die we op vraag van een handvol individuele klanten hebben gekocht.” Petercam heeft overigens net een ‘gewetensonderzoek’ achter de rug met betrekking tot zijn obligatiefondsen. Dat resulteerde in een versterkt bond-team, met onder meer Peter De Coensel (ex-Capital at Work).

Ook SG Private Banking is trots op de competentie over gestructureerde producten. “Door zaken te structureren, bieden we de cliënten een gegarandeerd rendement met kapitaalgarantie.” Jan De Coninck benadrukt dat er geen enkel gestructureerd instrument in de portefeuilles zit dat zijn cliënten niet begrijpen. SG houdt het simpel en De Coninck ontkent formeel dat zijn instelling zich bezighoudt met CDO’s en aanverwanten.

Petercam heeft als gevolg van de financiële crisis voor 33,5 miljoen euro aan uitzonderlijke kosten moeten maken in 2008. De grootste kostenpost is het gevolg van de tijdelijke sluiting – in oktober vorig jaar – van een Luxemburgs monetair fonds van Petercam, Moneta Euro Liquidity, dat belegde in kortlopend bancair papier. Het fonds werd getroffen door een combinatie van uittredende klanten en een drooglegging van de kredietmarkten waardoor het fonds activa moest verkopen tegen een prikje. Petercam betaalde ondertussen een commerciële tegemoetkoming aan zijn cliënten. Het Moneta-fonds werd in januari weer opengesteld. Geruchten over informele gesprekken die gevoerd worden met cliënten – over een compensatie voor de geleden verliezen in andere dossiers – worden formeel ontkend. In een persbericht benadrukt het beurshuis dat het aantal klachtendossiers uitermate beperkt is, zowel in aantal als in onderliggende bedragen en er zijn geen rechtszaken.

Storende vlekjes

Crisisgerelateerde maatregelen? Die woorden wil geen enkele vermogensbeheerder in de mond nemen. Ze beseffen wel dat hun cliënten niet staan te springen van vreugde en dat bijkomende informatiesessies een must zijn. De Coninck van SG Private Banking is gerust. “Onze cliënten zijn niet gelukkig met hun rendementen, maar ze maken ons geen verwijten. We hebben er altijd een punt van gemaakt om iedereen zo goed mogelijk te informeren, ook in goede tijden. Zolang we een duidelijk antwoord formuleren op de vragen die cliënten hebben sinds het uitbreken van de crisis, zijn er geen grote problemen.”

Bij Bank Degroof hadden De Schrevel en zijn team een vette communicatiekluif aan de Fortis-saga en de Madoff-affaire. “Storende vlekjes op ons imago”, nuanceert De Schrevel. In het eerste geval was Bank Degroof destijds nogal enthousiast over de kapitaalverhoging van Fortis, tegen 15 euro. “Met ons vermogensbeheer heeft die kwestie helemaal niks te maken. Het was ons departement corporate finance dat toen Fortis-aandelen plaatste bij investeerders wereldwijd. Er zaten dan wel Fortis-aandelen in de portefeuilles van onze klanten, maar telkens in de juiste verhouding – bijvoorbeeld 0,67 procent in ons patrimoniaal fonds Isis – net zoals dat bij alle andere vermogensbeheerders het geval was.”

Ook het Fortis-enthousiasme van huis-analist Ivan Lathouders heeft ervoor gezorgd dat de naam Bank Degroof altijd sterk in verband werd gebracht met de noodlijdende financiële instelling. Bovendien was er ook het imagodipje met de Madoff-affaire. In Frankrijk werd Degroof onrechtstreeks het slachtoffer van de Madoff-fraude. Bank Degroof kocht in 2008 een belang van 50 procent in de Franse beheerder Aforge, dat later een van de talrijke slachtoffers van Madoff bleek te zijn. “Geen enkele klant in Brussel of Luxemburg had een rechtstreekse Madoff-investering in zijn beheerde portefeuille. Akkoord, in een enkel fondsenfonds zat er wel een Madoff-positie van 4,87 procent. Klanten die dat fondsenfonds in portefeuille hadden, zijn dus maximaal 0,16 procent van hun vermogen kwijt”, zegt De Schrevel.

Ook in Luxemburg ontstond er een verband tussen Bank Degroof en Madoff. Degroof verzorgt daar administratieve dienstverlening voor andere bedrijven die sicavs en fondsen opzetten en beheren. Een daarvan was Access International LuxAlpha, dat Madoff-fondsen verkocht en waarvan de directievoorzitter zelfmoord pleegde in de nasleep van de fraudezaak. Bank Degroof mist voor 14.000 euro aan commissies van Access, omdat de activiteit van het bedrijf werd stopgezet.

Aanpassen of opkrassen

De onafhankelijke vermogensbeheerders – Bank Delen, Bank Degroof en Petercam – gaan stuk voor stuk prat op hun autonomie en op het extra vertrouwen dat ze uitstralen in vergelijking met de geteisterde grootbanken. SG Private Banking maakt deel uit van de Franse bank Société Générale. Een imagoprobleem of niet? De Coninck benadrukt dat SG Private Banking volledig autonoom opereert en dus weinig of geen hinder ondervindt van de gang van zaken bij Société Générale in Frankrijk. “Slechts af en toe heeft een cliënt daar een vraag over.” De Coninck beschouwt het als een voordeel om deel uit te maken van een grote internationale groep wegens de competenties die op die manier ter beschikking worden gesteld en de internationale financiële oplossingen. Ook de ‘standvastige’ A+-rating noemt hij een voordeel van het verband met SocGen.

SG Private Banking wordt wel geplaagd door geruchten dat de instelling brieven rondgestuurd heeft naar cliënten van wie het vermogen onder de geldende instapdrempel van 250.000 euro gezakt is als gevolg van de beursmalaise. De boodschap dat het tekort moet worden bijgepast of dat de cliënt mag beschikken, klopt absoluut niet, zegt De Coninck. “Het is wel zo dat we nog altijd een paar kleinere cliënten hebben die zich uitsluitend met de handel in aandelen willen bezighouden. Die zijn we al van vóór de crisis – sinds onze omschakeling van beurshuis naar vermogensbeheerder met bankstatuut – aan het begeleiden om de overschakeling te maken naar een vorm van beheer of we duwen hen in de richting van fondsen. Als de cliënt niet bereid is om de overschakeling te doen, raden we hem aan om te verhuizen naar een andere instelling.”

Doe-het-zelf

Conclusie? Het Nederlandse zakenblad FEM ziet de toekomst van het vermogensbeheer in elk geval somber in. Sparen is aantrekkelijker geworden sinds de crisis, is het argument. En sparen, dat kan iedereen zelf. De Belgische vermogensbeheerders steigeren als ze met die boutade worden geconfronteerd. “We hebben een moeilijke periode achter de rug, dat klopt. Vorig jaar was er niet veel nodig om zwaar in de problemen te komen”, zegt Paul Dewinter van Bank Delen. “Maar nu ben ik ervan overtuigd dat er meer dan ooit vraag is naar goede, onafhankelijke beheerders met een duidelijke visie.”

De vlucht naar traditionele doe-het-zelfspaarproducten is volgens De Winter slechts tijdelijk. “Niemand blijft tevreden met 1 à 2 procent rendement en al zeker niet als de markten weer opveren.” (T)

Door Celine De Coster

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content