DE VERHUIZENDE VOORZITTER

Werken.

TV-ster Rob Vanoudenhoven maakt furore met zijn twaalf werken. ACV-voorzitter Luc Cortebeeck heeft er de afgelopen honderd dagen drie werken opzitten: de verhuis, het voorzitterschap en een nieuwe overlegsituatie. Minder dan twaalf, “maar ik moest ze wel tegelijkertijd uitvoeren,” verdedigt Luc Cortebeeck zich.

Eerste werk.

Het ACV verhuisde in oktober van de Wetstraat naar de Haachtsesteenweg in Schaarbeek, waar de christelijke vakbond de gebouwen van een nooit afgewerkt ziekenhuis in gebruik nam. Is de verhuis naar een ziekenhuis symbolisch? “Helemaal niet, we zijn gezond en wel,” zegt Luc Cortebeeck. “Ons ledenaantal blijft stijgen. In 1988 hadden we 1.388.600 leden, eind 1998 1.614.500, een stijging met ruim 16%. De jongste jaren is de stijging wel wat vertraagd, we halen een gemiddelde van 0,5 à 1%. Onze jongerenactie die in september gestart is – 500 frank lidgeld voor laatstejaars en gratis als een van de ouders lid is – heeft al 15.000 nieuwe leden aangebracht.

Tweede werk.

Cortebeeck zetelde al twaalf jaar in het dagelijks bestuur, “maar toch blijft het verschillend, je hebt nu eindverantwoordelijkheid,” zegt hij. “Je hebt altijd samengewerkt met mensen en nu moet je voorzitten, dat geeft in het begin toch een bijzonder gevoel. Ik heb voor een stuk continuering gezorgd, maar ik heb een andere stijl dan Willy Peirens en dat laat zich gevoelen. Dat heeft met de persoon te maken, niet met de visie op de vakbeweging. Een van mijn belangrijke opties is de ploegvorming in het dagelijks bestuur en het meer gelijkmatig maken van de onderlinge relaties in de organisatie. Ik geloof sterk in een participatief model.”

Met de aanstelling van Marc Leemans als nieuwe nationaal secretaris (zie Trends, 14 oktober 1999) werd wel verjongd, maar de opdracht van de vervrouwelijking mislukte. Cortebeeck: “Onder de twintigers en dertigers zijn er veel vrouwen. Maar ze moeten nog doorgroeien. Bovendien speelt de relatie gezin-arbeid een grote rol. Vroeger zouden ze zo’n functie nooit geweigerd hebben, nu wel.”

Nadat recentelijk de taakverdeling in het dagelijks bestuur werd uitgetekend, kan een tweede, meer inhoudelijke, fase ingaan. “We hebben de voorbije jaren een massa prioriteiten geformuleerd,” zegt Luc Cortebeeck. “Het is tijd om een stand van zaken op te maken. Op 6 en 7 januari 2000 trekken we ons terug voor een tweedaags seminarie. Met als één doel: hoe kunnen we een betere vakbeweging zijn in deze tijd.” Een paar thema’s:

Personeelsbeleid. “Er is een duidelijke vraag naar een algemener human resources beleid. De vraag is: hoe ver gaan we?”

Financiën. “De oefening van tien jaar geleden moeten we nu herhalen. Niet dat er problemen zijn, maar we moeten ons afvragen waar er meer geld moet zijn, en waar minder.”

Organisatie. “De grote structuurwijzigingen met fusies zijn achter de rug. Nu moeten we fijner gaan werken en dat zal even moeilijk zijn. Een voorbeeld. Moet de kleine groep van niet-leerkrachten in de onderwijscentrale misschien niet vanuit een andere centrale verdedigd worden?”

Dienstverlening. “De leden, en vooral de jongere, vragen meer gespecialiseerde dienstverlening. Meer contact via internet bijvoorbeeld. Hoe spelen we daar op in?”

Derde werk.

“Ik ben in het overleg ingegleden,” zegt Luc Cortebeeck. “Ik vind dat het overleg in Vlaanderen zeer sterk gelijkt op het federale. Ik had een groter verschil verwacht. Ik ken natuurlijk al die mensen en ook de thema’s. Ik heb onmiddellijk mijn rol kunnen spelen.”

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content