De trainer is belangrijk, niet het onderwerp

MARC BUELENS

Het aantal trainingen zal toenemen na corona. In de nieuwe oorlog om talent wordt opleiding een uiterst competitief wapen. Vaak wordt minachtend gedaan over trainingen die niet zuiver taakgericht zijn. Maar zelfs als teambuildings of sessies over creativiteit en mindfulness wat zweverig lijken, toch zullen veel bedrijven dat soort cursussen voor hun personeel organiseren, misschien zelfs louter als blijk van erkenning. Maar vooral: na zoveel maanden contactarmoede zal de behoefte om elkaar eens op een andere manier te ontmoeten hoog op de agenda van hr-managers staan.

Beter een flauw onderwerp in handen van een boeiende trainer dan een belangrijk onderwerp in handen van een zeurpiet.

Neem gerust aan dat de betere trainers, die een mooi evenwicht vinden tussen ‘leuk’ en ‘boeiend’, een overvol rooster zullen hebben. Corona was geen oorlog waarin de overlevenden steun zoeken bij elkaar. Maar alle equivalenten van huidhonger zullen hoog op de agenda staan: samen grappen en grollen, wat gezond roddelen, een beetje flirten misschien, wat milde kritiek, stoom aflaten, maar ook elkaar waarderen, kwistig zijn met complimenten en als het weer zal mogen, ook elkaar even aanraken, dicht bij elkaar staan praten, koekjes doorgeven. Allemaal simpele dingen waarvan we beseffen hoezeer we die gemist hebben.

Wat is het belangrijkste? Het onderwerp van de training of de trainer? In een economisch rationele omgeving zou je zeggen: de inhoud. Maar als je ervaring hebt met training geven of krijgen, dan weet je: beter een flauw onderwerp in handen van een boeiende trainer dan een belangrijk onderwerp in handen van een zeurpiet. Ik heb de boeiendste onderwerpen (hoe kan ik mijn brein beter gebruiken?) vakkundig de nek weten omwringen en de meest vervreemdende thema’s (de rol van de Griekse filosofen voor het moderne management) weten ontwikkelen tot meeslepende materie. Onderzoekers in Washington hebben onlangs duizenden evaluaties doorploegd en ondubbelzinnig vastgesteld: het is de trainer, niet het onderwerp. Het is vreemd dat we dat allemaal weten en ervaren hebben, maar dat dat nog nooit door research was bevestigd. Daar is nu verandering in gekomen.

De trainer, niet het onderwerp. Behalve bij onlinesessies. Daar is de trainer minder belangrijk. Ik kan alleen maar raden waarom. Ik vermoed dat de onlinetrainer meer aan handen en voeten gebonden is, en de verschillen tussen trainers kleiner worden. Je hebt overigens niet eens de kans gekregen even koffie te drinken samen met de trainer. Tijdens de pauzes zet iedereen de camera en de microfoon even af.

Bij een online-opleiding werkt men vaak met vooraf ingeblikt materiaal, zoals video’s. Dat maakt trainers gelijker. Ik vermoed ook dat het succes van een online-opleiding nog meer afhangt van de getrainde, die veel minder in het gelid springt en minder groepsdruk ervaart. Hij denkt er thuis het zijne van. Een ervaren trainer werkt met de groep, laat de deelnemers het werk doen om bijvoorbeeld collega’s te overtuigen en de sfeer optimaal te houden. Maar die mogelijkheden zijn veel beperkter online. En waarschijnlijk is er op het einde ook een sterkere formele check over de inhoud. Niet alleen Piet Huysentruyt wist dat je op tv het best eindigde met ‘wat hebben we geleerd vandaag?’ Met die focus op de inhoud vlak voor de evaluatie, verdwijnt de eerder anonieme onlinetrainer op de achtergrond.

Die inzichten gelden als een waarschuwing. We zullen massaal terugkeren naar ‘echte trainingen’. Wie dan kostbare tijd van zijn menselijk potentieel verknoeit door groentjes, houten harken, vakidioten of narcisten als trainer in te schakelen, zal een hoge prijs betalen. Geef onervaren trainers een faire kans met korte onlinesessies over een heel boeiend onderwerp.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content