De terugkeer van de godinnen

Modeontwerpers hebben altijd al inspiratie gevonden in het verleden. Sinds de millenniumwende zien we bijvoorbeeld de invloed van de Griekse oudheid op de hedendaagse ontwerpers alsmaar toenemen.

De ‘Goddess’-tentoonstelling in het Antwerpse MoMu opent de deuren op 8 mei.

In tegenstelling tot de kledingstukken die zo goed als intact aangetroffen werden rond Egyptische mummies, zien we in geen enkel museum ter wereld nog een chiton, een peplos of een biatlon. Die drie hoofdelementen van de kleding van Griekse vrouwen zijn dan ook enkel tot ons gekomen via grafische voorstellingen en vooral via de beeldhouwkunst.

Wanneer Jennifer Lopez dezer dagen een kleed van Chanel draagt, waarbij een van haar schouders ontbloot is, dan verschilt ze niet zoveel van een Griekse vrouw uit de oudheid. En als Nicole Kidman een asymmetrische jurk in lamé draagt van Christian Dior Couture of Julianne Moore zich uitdost in een aansluitende tuniek in fuchsia van Yves Sint Laurent, dan bevinden we ons in een wereld van Aphrodite, Hera en Athena, die verwijst naar het universum van de Helleense godinnen van weleer.

De collecties die al enige seizoenen door de grote couturiers voorgesteld worden in Parijs en Milaan, verwijzen ook deels naar de antieke modewereld. In een tijdsspanne van 2000 jaar zijn we van textiel naar steen en verf gegaan, om uiteindelijk toch weer terug te keren naar het textiel.

Vorig jaar nog organiseerde het prestigieuze Costume Institute van het Metropolitan Museum in New York een tentoonstelling die gewijd was aan de invloed van het antieke Griekenland op de mode van de twintigste eeuw. Vanaf volgende maand neemt het ModeMuseum in Antwerpen een deel van de 200 stukken die in New York tentoongesteld werden over voor de expositie ‘Goddess’, maar dat belet niet dat “de Griekse inspiratie, die nadrukkelijk aanwezig zal zijn in de zomercollecties van 2004, ook aan bod zal komen op de tentoonstelling”, zo wordt ons gemeld. Het MoMu zal dan ook de selectie van het Metropolitan en zijn intendant Harold Koda aanvullen met nieuwe stukken, ontleend aan couturiers en modeontwerpers, waaronder ook verscheidene Belgen.

Geen enkel modedefilé ter wereld heeft ooit zo’n groot aantal prestigieuze namen rond een zelfde thema samengebracht. De hedendaagse godinnen zullen geïllustreerd worden door zowel de creaties van de beroemde Madame Grès als recente modellen van Gucci, Prada, Versace, Dolce & Gabbana, Givenchy, Vivienne Westwood, Alexander McQueen, Azzedine Alaïa, Hussein Chalayan enzovoort. En dus ook door Belgische creaties zoals die van Bernhard Wilhelm, Ann Demeulemeester en Maison Margiela.

Het Griekse slavenkleed

In de jaren dertig werd gezegd dat de strenge Madame Grès dankzij haar kledingstukken de beroemde Nikè van Samothrace in het Louvre nieuw leven ingeblazen had. Een van die kledingstukken, die bijzonder populair waren op de mondaine Parijse feestjes van die tijd, werd het Griekse slavenkleed genoemd: een gedrapeerde jurk die delen van de huid liet zien die voor die tijd erg gewaagd waren.

Al kleden de sterren van vandaag zich vaak als godinnen uit de oudheid, toch heeft hun kledij nog maar weinig uit te staan met de goddelijke schepsels van weleer. Als men de stukken stof van de oude kledingstukken uit elkaar zou halen en de broches en koorden zou verwijderen, zouden er maar een paar rechthoekige stukken weefsel overblijven. Tegenwoordig steunt de manier waarop een kleed valt, het gedrapeerd of geplisseerd is, op technieken die in de loop van de tijd uiterst gesofisticeerd zijn geworden.

Inspiratie in de Griekse oudheid zochten we ook al tijdens het empiretijdperk aan het begin van de negentiende eeuw, toen de hoge taille de scheidingslijn vormde tussen een buste die geaccentueerd moest worden en een lichaam dat omgeven werd met duizenden plooien.

De draperingstechniek die bekendstaat als wet drapery en de asymmetrische halsopening zijn eveneens kenmerken die ontleend werden aan de kledij van de Griekse godinnen en heden ten dage geperfectioneerd werden.

Het befaamde slavenkleed van Madame Grès mocht er dan zeer vloeiend uitzien, de vrouw die het droeg was toch serieus ingesnoerd en werd omringd door een geometrische structuur die ervoor moest zorgen dat het geheel goed bleef zitten.

De schilderes en beeldhouwster die Madame Grès (1903-1993) van opleiding was, ontwierp kleurige kleren in magenta, aubergine, kersenrood, koningsblauw en een hele reeks nuances van bruin, maar haar godinnen en slaven zijn meestal uitgedost in allerlei schakeringen van wit, net als in de oudheid.

Vionnet: Griekser dan de Grieken

Lang voor Grès inspireerde ook die andere legendarische ontwerpster, Madeleine Vionnet (1876-1975), zich al op de Griekse Oudheid. Heel wat kunstenaars beschouwden haar als even belangrijk en revolutionair in Parijs als een Diaghilev of Picasso, die op hun beurt zowel de geschriften van Bruce Chatwin als de schilderijen van Fernand Léger beïnvloedden.

De Vionnet-lijn zag er weliswaar eenvoudig uit, maar ze was ook verfijnder dan die van haar antieke inspiratiebronnen. Madeleine Vionnet perfectioneerde de elasticiteit die uitgedragen wordt door de diagonale versnijding van de stof. Die techniek liet toe de kleding nauw aan te sluiten aan het lichaam. De robes kregen een zekere goddelijkheid en dat maakte ze nog Griekser dan die van de Griekse godinnen zelf. De schuine coupe inspireerde al snel haar collega’s, maar haar drapeerwerk werd slechts tijdens de jaren zestig en zeventig bestudeerd en voorlopig overgenomen door onder meer Azzedine Alaïa en Rei Kawabuko ( Comme des Garçons).

Teleurgesteld door de modewereld, stelde Madeleine Vionnet zich erg kritisch op tegenover de meeste van haar collega’s. Ze sloot haar modehuis al in 1939, al leefde ze nog tot 1975.

Harold Koda, de intendant van de ‘Goddess’-tentoonstelling in New York, zegt: “De ontwerpers van de voorbije tien jaar hebben teruggegrepen naar de vruchtbare periode van de Griekse oudheid en hun eigen hedendaagse tendens ingewerkt in de contouren. Er werd functionele esthetiek en een deconstructivistische en minimalistische strategie aan toegevoegd. De tijdloze stijl van de voorbije millennia is blijven voortbestaan, niet omdat ze zo onveranderlijk is, maar omdat ze zich heeft aangepast aan de tijden en de zeden.”

Volgende maand, wanneer ze de treden naar het Festivalpaleis in Cannes beklimmen, zullen we kunnen zien of de godinnen van het witte doek zich op hun hemelse zusters uit de Griekse oudheid geïnspireerd hebben.

Serge Vanmaercke

“De tijdloze stijl van de voorbije millennia is blijven voortbestaan, niet omdat ze zo onveranderlijk is, maar omdat ze zich heeft aangepast aan de tijden en de zeden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content