De spurt naar het premierschap

José María Aznar gaat het laatste van zijn acht jaren als premier in. De bekendmaking van zijn vrijwillige aftreden bij de verkiezingen in maart 2004 is het startschot voor de opvolgingsstrijd.

Heel 2003 door zullen drie vragen steeds weer naar boven komen. Ten eerste: wat zal José María Aznar doen als hij eenmaal van zijn plichten bevrijd is? Ten tweede: zullen andere hooggewaardeerde premiers, zoals Tony Blair in het Vereningd Koninkrijk en John Howard in Australië, zijn voorbeeld volgen en zich terugtrekken voordat de gebeurtenissen zich tegen hen keren? En ten derde: wie zal de volgende premier van Spanje worden?

Twee data zullen de politieke toekomst van Spanje bepalen. In mei 2003 zijn er gemeenteverkiezingen, en in oktober wordt de belangrijke deelregering van Catalonië gekozen. Die datum valt samen met een ander opmerkelijk aftreden: de Catalaanse nationalist Jordi Pujol, die als president van Catalonië 23 jaar de heerschappij over Barcelona voerde, trekt zich dan terug.

Het aftreden van twee persoonlijkheden van dat kaliber biedt de socialistische oppositiepartij de kans om haar positie te versterken. Momenteel ondergaat de partij onder secretaris-generaal Rodriguez Zapatero een generatieverandering en wordt de bezem gehaald door de kandidatenlijst. De kans is groot dat deze partij de Catalaanse regering en een aantal stadsbesturen in heel Spanje verovert op de conservatieven. Maar het wordt moeilijk voor haar om de eerstvolgende nationale regering te vormen. En ze zal evenmin de sterke invloed van de Partido Popular ( PP) op het gemeentebestuur van Madrid kunnen doorbreken, althans niet in 2003.

Voor eeuwig achtervolgd

Het Spanje van 2003 zal een moderne, succesvolle economie zijn die heel goed te vergelijken is met de overige landen in Europa. Het is in cultureel opzicht modern: film en literatuur tieren er welig. De banden met Latijns-Amerika verleent het land een internationale uitstraling die binnen de EU alleen door Groot-Brittannië wordt overtroffen. En opnieuw zal Spanje het jaar veerkrachtig binnenstappen, trots dat het dit allemaal heeft klaargespeeld in de 27 jaar sinds het einde van de dictatuur.

In 2003 zal Spanje 2,8% groeien, een percentage dat boven het EU-gemiddelde ligt. Het zal eveneens een grotere inflatie en werkloosheid kennen, maar het kampt niet langer met een begrotingstekort en heeft slechts een geringe schuld. Dat alles is koren op de molen van de minister die verantwoordelijk is voor de economie, Rodrigo Rato. Reken er maar op dat hij een sterke kandidaat zal zijn om Aznar op te volgen.

Maar twee problemen blijven Spanje achtervolgen. Ze zijn niet nieuw, en ze zijn onmogelijk af te schudden. Eerst en vooral is er de heropleving van het terrorisme in Baskenland. Vijf jaar geleden leek het erop dat er voor dit probleem een politieke oplossing was gevonden. Maar in 2001 brak het geweld weer in alle hevigheid los. Dat zal zo blijven in 2003, ondanks de ban op Batasuna, de politieke tak van de terroristische afscheidingsbeweging ETA. Deze ban, hoe wenselijk ook, zou beschouwd kunnen worden als een beperking van de democratische vrijheid, maar hij wordt gesteund door de regering, de socialistische oppositie, de gerechtelijke en de publieke opinie buiten Baskenland. Irrationeel terrorisme, dat niet bepaald strookt met het moderne Spanje, zal voortduren.

Het tweede probleem is een burenkwestie. De bijna-oorlog met Marokko die in 2002 opflakkerde, heeft meer om het lijf dan een territoriaal conflict over wat kale eilanden. De twee landen zijn nauw met elkaar verbonden. Honderdduizenden Marokkaanse immigranten werken in Spanje. Er zijn meer dan veertig Spaanse textielbedrijven in Marokko, en gas dat vanuit Algerije naar de EU wordt aangevoerd, gaat door de twee landen. De problemen tussen Madrid en Rabat zullen in 2003 blijven bestaan. Daarnaast wil Spanje dat Groot-Brittannië afstand doet van zijn kolonie Gibraltar. De onderhandelingen daarover zullen in 2003 worden voortgezet, en zullen ongetwijfeld vastlopen. Reken er maar op dat al deze problemen op het bureau van Aznars opvolger belanden, en daarna op dat van diens opvolger. Sommige dingen raken gewoon nooit opgelost.

Juan Luis Cebrián [{ssquf}]

De auteur is de stichter en uitgever van El País.

(2003)

Sommige problemen raken nooit opgelost. Zoals het terrorisme van de ETA, de burenruzie met Marokko en de kwestie Gibraltar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content