‘De splitsing van Justitie dringt zich op’

De overheveling naar de gewesten van delen van Justitie, zoals het beheer van de gevangenissen, ligt op de onderhandelingstafel. Is dat een goed idee?

VAN ORSHOVEN. “Ja, maar niet half en half. Wat voor zin heeft het dat de deelstaten verantwoordelijk worden voor de cipiers, terwijl zij niets te zeggen hebben over het opleggen van gevangenis- dan wel andere straffen? Een defederalisering van Justitie moet aan weerskanten van de taalgrens verbetering mogelijk maken. We zijn al twintig jaar bezig en Justitie werkt nog altijd niet goed. Ik kreeg in november het bericht dat een zaak voor het hof van beroep gepleit kan worden op 21 maart 2014. Dat is toch om dood te vallen.”

De gerechtelijke achterstand in Vlaanderen is toch niet de schuld van de Franstaligen?

VAN ORSHOVEN. “Niet rechtstreeks uiteraard, maar de Vlamingen en de Franstaligen geraken het niet eens over de aanpak van de achterstand en dus blijft die uit. Hij was al lang weggewerkt indien aan weerskanten van de taalgrens een eigen, resultaatsgebonden hervorming was ingevoerd. Is er achterstand op de rechtbank omdat zij overbelast is of er te weinig rechters zijn? Of omdat de procedures nodeloos ingewikkeld zijn? Of omdat de advocaten te veel chicaneren?

“Wel, ga dat na en tref de gepaste maatregelen. Maar daarover komen Vlamingen en Franstaligen niet overeen. Dat is ook zo voor werklastmeting, het management van de rechtbank, de omvang van de arrondissementen enzovoort. En tuchtrecht. Jaren geleden werd bij de Octopushervorming gezegd: ‘Er komt een modern tuchtrecht, er worden geen potjes meer toegedekt’. Lees er de krant op na: een rechter moet nog steeds iemand vermoorden of zich aan sm wagen om te worden bestraft. Hem op de vingers tikken omdat hij er de kantjes afloopt… Ho maar.”

U bent ook advocaat. Stapte u vijf jaar geleden naar het grote Eubelius omdat het door het grote aantal vennoten-professoren al een soort van spin-off van de KU Leuven is?

VAN ORSHOVEN. “Dat is het eerste dat ik daarvan hoor. Toen ik decaan werd in Leuven, moest ik mij wat efficiënter organiseren. Een dag telt maar 24 uren. En dus ben ik gaan samenwerken. Overigens, in dat kantoor werken inderdaad nog collega’s, maar ook van Gent en van de VUB.”

Als decaan zou u volgens collega’s behoorlijk hands-on werken, helemaal niet protocollair?

VAN ORSHOVEN. “Tja, daarvoor hebben ze mij verkozen, dacht ik. Ik beschouw die opmerking als een compliment. Protocollair? Ik ben toch geen koning.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content