De slordige huisvlijt van Marcia De Wachter

Marcia De Wachter wil de socialezekerheidsbijdragen op grote schaal vervangen door indirecte belastingen. Niet alleen verkoopt de ere-vice-gouverneur van de Nationale Bank met dit voorstel oude wijn in nieuwe zakken, haar argumentatie gaat volkomen voorbij aan de kern van de discussie over fiscaliteit en werkgelegenheid.

Enkele maanden geleden zwiepte Luc Coene met een wijdbeense tackle Marcia De Wachter uit haar stoel van vice-gouverneur van de NationaleBank ( NBB). De trouwe luitenant van eerste minister Guy Verhofstadt ( VLD) nam op die manier revanche voor de pesterijen die hij jarenlang als werknemer van de NBB moest ondergaan van toenmalig gouverneur Fons Verplaetse en zijn trouwe adjundante Marcia De Wachter, beiden CD&V‘ers.

Verplaetse haalde De Wachter in 1988 onder het goedkeurende oog van toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) binnen bij de NBB en piloteerde haar op enkele jaren tijd zonder schroom naar het vice-gouverneurschap.

Om de politieke en persoonlijke afrekening die zich onlangs voltrok enigszins anders te laten overkomen, bedacht men De Wachter met de titel van ‘ere-vice-gouverneur’ – een titel die voordien niet bestond. Aangezien het ronkende karakter van het nieuwe visitekaartje volstrekt omgekeerd evenredig is met de inhoudelijke sterkte ervan, en aangezien De Wachter binnen de NBB zowat elke impact op zwaarwichtige dossiers heeft verloren, is het niet verwonderlijk dat ze de aandacht tracht te trekken via andere kanalen. Met een studie over de alternatieve financiering van de sociale zekerheid om de werkgelegenheid te stimuleren, bijvoorbeeld. (zie Opinie, blz. 156).

Het voorstel van De Wachter, naar haar zeggen geïnspireerd op het Scandinavische model, valt eenvoudig samen te vatten. Financier de gezondheidsuitgaven en de kinderbijslag niet langer met socialezekerheidsbijdragen op arbeid, maar met indirecte belastingen. Via BTW, bijvoorbeeld, of – wat de voorkeur van De Wachter wegdraagt – via “één of andere vorm van productiebelasting op het niveau van de ondernemingen”.

Die ingreep moet toelaten om de socialezekerheidsbijdragen ongeveer te halveren. Als gevolg van zo’n alternatieve financiering van de sociale zekerheid zouden de arbeidskosten aanzienlijk dalen waardoor er, aldus De Wachter, tegen 2005 in België 185.000 tot 400.000 nieuwe jobs zouden bijkomen (alhoewel, De Wachters rekenkunde vertoont een groot voodoogehalte). De Belgische activiteitsgraad zou dan meteen heel dicht in de buurt van het streefdoel van de Europese Unie komen.

Premier Verhofstadt en het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) verwezen het voorstel van De Wachter prompt naar de prullenmand. Het Vlaams Economisch Verbond ( VEV) toonde zich gematigd positief, terwijl de christelijke vakbond ACV luid applaudisseerde. Merkwaardig genoeg ontbraken in deze commentaren twee fundamentele bedenkingen.

Herkauwd concept

Ten eerste treedt de ere-vice-gouverneur van de Nationale Bank met haar voorstel in de voetsporen van menig voorganger. Zo lanceerde Roger Blanpain, professor emeritus van de KU Leuven en specialist Sociaal Recht in 1995 het idee om de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers te vervangen door BTW-heffingen. Er kan niets op tegen zijn om zinvolle voorstellen van onder het stof te halen, maar helaas horen voorstellen als die van De Wachter en Blanpain niet thuis in die categorie.

Blanpains voorstel leidde indertijd tot een flinke politieke discussie en zorgde ook binnen de KU Leuven voor een stevig debat. Uiteindelijk toonde Paul De Grauwe in zijn studie Alternatieve Financiering van de Sociale Zekerheid en de Arbeidskost (Leuvense Economische Standpunten, 1995/79) overtuigend aan dat de hele idee om via alternatieve financieringen van de sociale zekerheid tot een substantiële daling van de loonkosten te komen, op drijfzand steunt.

De essentie van de onzin in de voorstellen voor alternatieve financieringen, zit in het feit dat andere belastingen (BTW, milieuheffingen enzovoort) finaal onvermijdelijk leiden tot stijgingen van de loonkosten, zeker in een land dat een automatische indexering van de lonen kent. De conclusies van De Grauwes analyse van acht jaar geleden blijven vandaag onverkort overeind. In Denemarken bestaan nagenoeg geen sociale lasten. De financiering van de sociale zekerheid gebeurt er op basis van diverse andere belastingen. Maar rekening houdend met inflatie- en productiviteitsverschillen, liggen de loonkosten in Denemarken zeker niet lager dan bij ons. Dat Denemarken en de andere Scandinavische landen een hogere participatiegraad hebben dan België, schrijft De Wachter zelf in hoge mate toe aan “institutionele factoren die buiten het domein van de fiscaliteit en de parafiscaliteit vallen”.

Minimale effecten

Dan is er nog een tweede punt, dat direct aansluit bij het voorgaande. Een vermindering van de socialelastendruk blijft een erg wenselijk idee. Maar als die vermindering gepaard gaat met een verhoging van andere lasten, van welke aard ook, dan valt het uiteindelijke effect op de arbeidskosten – en dus op de werkgelegenheid – minimaal uit. De noodzakelijke vermindering van de sociale lasten zal dus alleen vruchten afwerpen als ze deel uitmaakt van een totale vermindering van de fiscale druk, en gedragen wordt door een structurele vermindering van de uitgaven.

Meer dan de hoogte van de belastingen en de uitgaven bepaalt vooral het veranderingsritmedaarvan de evolutie van de werkgelegenheid. Die algemene conclusie blijkt ook duidelijk uit een korte analyse van de verhouding tussen België enerzijds en Ierland, Spanje en Nederland anderzijds – de drie landen die de voorbije tien jaar in het eurogebied het sterkst presteerden qua creatie van nieuwe jobs.

Bijgaande tabel, volledig gebaseerd op cijfers van de Europese Commissie, zet het één en ander in perspectief. Over de periode 1993-2002 groeide de totale werkgelegenheid in België aan met 7 %, een schijntje in vergelijking met de drie sterlanden. De socialelastendruk daalde overal, in België zelfs meer dan in Spanje. De totale belastingdruk, daarentegen, steeg alleen in België, terwijl hij in Ierland en Nederland spectaculair daalde. In ieder geval liep in Nederland, Ierland en Spanje de totale belastingdruk veel aanzienlijker terug dan de socialelastendruk. De totale overheidsuitgaven exclusief rentelasten ten slotte daalden overal, maar in België bedroeg die terugloop niet eens één kwart van de terugval in de drie landen.

En kijk, enige bedenking over totale belastingdruk en de evolutie van de overheidsuitgaven ontbreken volledig in het recept van Marcia De Wachter.

Johan Van Overtveldt

De Wachter haalt niet alleen een oud concept van onder het stof, de effecten van haar ingreep zouden ook minimaal zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content