“De schuld alleen op ons steken, is niet fair”

Met de zegen van Europa voor het herstructureringsplan, lijkt de CDO-demon van KBC eindelijk veilig opgeborgen. De aangerichte schade is aanzienlijk: miljardenverliezen, verplichte verkoop van activa, gekrenkte trots en gedeukt vertrouwen. Maar het had erger gekund. Meer zelfs, de bank-verzekeraar wordt solider dan voor de crisis. Jan Vanhevel kan weer bouwen aan de toekomst.

Jan, dát is het. We staan helemaal achter dit plan.” Zo klonken heel wat reacties die Jan Vanhevel, de CEO van KBC, mocht ontvangen op het herstructureringsplan dat KBC vorige week voorstelde. Zoals een goede sumoworstelaar gebruikte Jan Vanhevel het gewicht van de tegenstander als wapen. Hij maakte van de pijnsessie op de Europese draaibank gebruik om het risicoprofiel van KBC grondig bij te spijkeren. De groep wil terug naar een aanvaardbaar rendement tegen aanvaardbaar risico, net zoals vroeger. En de groep hoeft niet langer een uitstekend rendement tegen een onaanvaardbaar risico (zo bleek toch achteraf), zoals dat de voorbije jaren het geval was. Het is precies dankzij dit terugplooien op het klassieke bankieren-verzekeren, dat Vanhevel & co aan Europa vrij gemakkelijk konden bewijzen dat KBC ook zonder overheidssteun levensvatbaar is en dat de groep de gekregen steun voldoende snel kan terugbetalen. Want tenslotte, het onderliggende businessmodel bleek crisisbestendig. Het waren de CDO’s die de groep de das omdeden.

“Maar om eerlijk te zijn, we hadden deze oefening binnenkort toch moeten doen. Ons groeimodel zou tegen zijn limieten botsen. Een nieuwe strategie zou zich hebben opgedrongen. Die oefening wordt nu versneld uitgevoerd. Onze nieuwe strategie – een duidelijker focus en een lager risicoprofiel – is iets wat de mensen verstaan”, zegt Vanhevel. Maar vergis u niet, de groep die na de Europese zandstraling tevoorschijn komt is, met een balanstotaal van ongeveer 300 miljard euro, al bij al geen ukje, zelfs niet op Europese schaal. Natuurlijk, snijden doet ook pijn. Als straf voor de concurrentieverstoring moeten er gekoesterde activa de deur uit, waarbij KBC de rode loper moet uitrollen voor extra concurrentie op de thuismarkt.

JAN VANHEVEL (KBC). “Het zijn allemaal goede activa, die goed geleid worden.”

Dat moet u natuurlijk zeggen, want u moet ze verkopen.

VANHEVEL. “Neen. Neen. Ik heb geen spijt van wat we gekocht hebben de jongste jaren. Sommige activiteiten hadden nog geen maturiteit bereikt. Het is niet omdat je kind nog niet volwassen is dat het geen mooie mens kan worden. We hebben veel tijd en energie in deze dochters gestopt. Daar neem je niet zomaar afscheid van.”

Komen er al veel telefoontjes binnen van geïnteresseerde kopers?

VANHEVEL. “We hebben er al verschillende gekregen, zowel uit binnen- als uit buitenland. Het proces is pas opgestart, en we gaan er rustig onze tijd voor nemen. Wie denkt iets te kunnen kopen voor een prikje, is bij ons aan het verkeerde adres. We staan niet onder druk. Er is een flexibele deadline.”

De adviseurs die u dat allemaal influisteren: zijn die onafhankelijk genoeg? Het gaat om zakenbankiers die er waarschijnlijk belang bij hebben om bepaalde deals tot stand te brengen.

VANHEVEL. “We worden natuurlijk overstelpt door zakenbankiers. Iedereen doet zijn werk. We blijven er heel rustig bij. We gaan het hele proces met stellige vastheid uitvoeren.”

Europa staat erop om de markt zo veel mogelijk open te gooien. Bent u verplicht om bijvoorbeeld Centea te verkopen aan een buitenlandse speler?

VANHEVEL. “Neen. Wat we niet kunnen doen, is Centea verkopen aan een partij die na de overname meer dan 14 procent van de markt zou hebben, want dat zou de concurrentiewerking te veel verstoren.”

Europa zegt nu dat KBC te veel betaald heeft voor de verkregen kapitaalsteun van de overheden. Heeft u slecht onderhandeld?

VANHEVEL. “We hebben met aandacht die zin in het persbericht van de diensten van eurocommissaris Neelie Kroes gelezen.”

Is het een aanleiding om de onderhandelingen met de Belgische overheden te heropenen?

VANHEVEL. “Ik herhaal: we hebben die zin met bijzondere aandacht gelezen.”

Opvallend is dat u vanaf 2011 weer een dividend wilt uitkeren. Is dat niet wat vroeg? U zult misschien extra activa moeten verkopen, of kapitaal ophalen, om dat te kunnen financieren.

VANHEVEL. “De lening die we gekregen hebben van de verschillende Belgische overheden, moet een zeker rendement bieden. Dat legt Europa ons op. Als we dat rendement niet geven, betekent dat impliciet dat de staatssteun die KBC ontving, groter wordt. En dus moet KBC drie keer in vijf jaar een coupon uitkeren opdat we het beoogde rendement halen. De Belgische overheden hebben bepaalde verwachtingen. Ze willen niet enkel op het einde van de rit vergoed worden voor de verleende staatssteun, maar ook tussentijds. Het zijn allemaal elementen die we mee in rekening hebben genomen bij de intentie om in 2011 weer een dividend uit te keren, want dat is een voorwaarde om een coupon uit te betalen.”

Het is dus niet zo dat bepaalde referentieaandeelhouders van KBC op droog zaad zitten, en dus hebben aangedrongen op een dividend?

VANHEVEL. “Ik denk dat veel aandeelhouders blij zullen zijn als ze weer kunnen aanknopen met een dividend.”

Vindt u dat de Europese Commissie werkt met twee maten en twee gewichten? BNP Paribas bijvoorbeeld heeft ook steun gekregen in Frankrijk, maar mocht hier Fortis Bank overnemen. KBC moet daarentegen desinvesteren in ruil voor de verkregen staatssteun. Nochtans moet u hier nu opboksen tegen een Europese mastodont.

VANHEVEL. “KBC is al jaren gewoon om op een heel competitieve manier aan bankieren-verzekeren te doen. We hebben dat niet verleerd ondertussen. En het is niet omdat 17 procent van onze balans weg moet, dat KBC nu een kleine speler geworden is in België. Ik kan u verzekeren dat onze vechtlust overeind is gebleven.

“Bovendien: wij hebben ons te schikken naar de regels die er zijn. In onze ogen heeft KBC een fair akkoord bereikt met Europa. We krijgen geen beperking opgelegd voor onze activiteitsontwikkeling in België. Daar was ook geen reden voor. We hebben hier een mooi, maar geen dominant marktaandeel. We zijn nooit prijsbreker geweest, en moeten het hebben van de kwaliteit van onze producten en dienstverlening, en van ons distributiemodel. Op de inzet van onze werknemers staat trouwens geen maat. Die inzet zou mevrouw Kroes nooit aan banden kunnen legen. Het zijn eenvoudige en correcte besprekingen geweest met Europa, zonder veel emotie. Als alle onderhandelingen zoals onze onderhandelingen met Europa zouden verlopen, de wereld zou veel beter bestuurd worden.”

Er kwam snel een constructief akkoord. Hoe heeft u die onderhandelingen met Europa aangepakt?

VANHEVEL. “We hebben die onderhandelingen met een open en transparante geest aangepakt. Dat wil zeggen: de regels van Europa zijn de regels. Wie denkt daarvan te kunnen afwijken, die droomt. Wij zijn geen dagdromers. Ik ben zeker geen dagdromer. En als je een realistisch plan met goede argumenten en cijfers presenteert, dan heeft Europa daar oren naar. Volg de regels, volg de interne processen, en maak geen fouten, en zo zijn we vrij snel tot een akkoord gekomen. Ik heb daarover, samen met financieel directeur Luc Philips en Jan Huygebaert – de voorzitter van onze raad van bestuur- slechts één onderhoud gehad met mevrouw Kroes. Dat verliep voor het grootste stuk in het Nederlands trouwens. En ook nog twee telefoontjes, maar dat was het.”

Wanneer werd duidelijk dat u voor een zwaar Europees examen zou komen te staan?

VANHEVEL. “Het huidige herstructureringsplan is voornamelijk het gevolg van de derde steunoperatie (de waarborgregeling op de CDO-portefeuille). De eerste kapitaaloperaties zijn ook in volle crisis onderhandeld, wat dure tarieven opleverde in vergelijking met de huidige marktprijzen.”

Is small weer beautiful in de financiële sector?

VANHEVEL. “Ik ga daar niet mee akkoord. Belangrijker is dat de structuur van de bank aangepast is aan de strategie. De wereldeconomie en de welvaart van bedrijven en gezinnen is niet gebaat bij een financiële sector die alleen maar uit kleine banken bestaat. Dat is een grote misvatting. En de commerciële banken van West-Europa zijn toch totaal verschillend van de investeringsbanken van Wall Street. Bankiers krijgen te snel hetzelfde label opgekleefd. De gemengde activiteit van de commerciële Europese banken ligt niet aan de bron van de problemen. We zijn besmet geraakt, ja. Er is dus meer toezicht nodig, vooral ook op alle activiteiten die nog niet gereguleerd zijn, waar de ellende ontstaan is.”

Hoe gaat het met het imago van de bankiers? Heeft men u al wat vergeven?

VANHEVEL. “Intern of extern?”

Beide.

VANHEVEL. “Intern hebben we het vertrouwen hersteld. Ik voel dat. Als de onderliggende resultaten goed zijn, dan zien de werknemers dat ze goed werk leveren. Extern is er nog een lange weg te gaan. We moeten ons vertrouwen opnieuw verdienen, door onze klanten goed te bedienen. Zelfs de bankier die geen directe schade heeft geleden, zag zijn imago besmeurd. We moeten daar geen doekjes omwinden. Dat is alleen te herstellen door te doen wat we zeggen. Dat is de enige manier.

“Iedereen denkt ook altijd dat wij geld cadeau hebben gekregen van de overheid. Niks is minder waar. Wij betalen een dure prijs voor die steun. Het is geen gratis lunch. Minister van Financiën Didier Reynders zei onlangs dat de overheden een goede cent zullen verdienen aan de steunoperaties aan de banken. Ik denk dat hij gelijk heeft. En het is hem gegund.”

Een andere kritiek is dat u zich goedkoop kan financieren bij de spaarder, terwijl u op uw beurt tegen relatief prijzige voorwaarden krediet kan geven aan uw klanten.

VANHEVEL. “Maar ook voor de klant is de rentestand vrij laag. En de goedkope financiering op korte termijn zal op termijn wellicht geleidelijk een aflopend verhaal zijn. En men mag ook niet overdrijven. Een van de grote oorzaken van de crisis ligt in de lage rentepolitiek in de VS. Iedereen heeft daar zijn voordeel mee gedaan. Wie een woning kocht, vond een goedkope hypotheek. Bedrijven konden goedkoop investeringen financieren. De economie groeide als kool dankzij deze kredietzeepbel. Alle schuld alleen op ons steken, dat is dus niet fair. We leven in een wereld vol frustraties, maar we leren daarmee omgaan.

Banken moeten intussen een verzekeringspremie betalen aan de overheid voor de impliciete borgstelling van de overheid aan de banken. Maar de voorzichtige banken klagen dat zij op die manier moeten opdraaien voor de fouten van anderen.

VANHEVEL. “Alle banken zijn in dit land systeembanken geweest. Groot of klein, iedereen weet dat de overheid ook de kleinere had geholpen als die in de problemen waren gekomen. Dus als men vindt dat wij een bijdrage moeten betalen voor die impliciete verzekering, dan geldt de verzekering voor iedereen, of er nu problemen waren of niet. Maar elke bijkomende taks zien we niet graag. En die kosten rekenen we niet door aan de klant. De concurrentie tussen de banken laat dat niet toe. Wij betalen dus twee keer: voor de echte steun en voor de impliciete steun.

y Door Daan Killemaes en Celine De Coster

“Ik heb slechts één onderhoud gehad met mevrouw Kroes. Dat verliep voor het grootste stuk in het Nederlands trouwens” (Jan Vanhevel, KBC)”Iedereen denkt ook altijd dat wij geld cadeau hebben gekregen van de overheid. Niks is minder waar. Wij betalen een dure prijs voor die steun”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content