DE SCHARE ‘BIG BANGERS’ ZWELT AAN

Onze concurrentiepositie gaat er sterk op achteruit, de arbeidsmarkt functioneert slecht en de belastingdruk is te hoog. Het is dus méér dan tijd voor een ‘big bang’. Alleen heeft België onvoldoende sterke politieke figuren om zo’n project te torsen.

Enkele maanden geleden riep Fons Verplaetse op tot een big bang voor de Belgische economie. De eregouverneur van de Nationale Bank van België (NBB) argumenteerde dat het economisch zó bergaf gaat met ons land, dat kleine ingrepen geen zoden meer aan de dijk zetten. “Er moet een ingrijpend herstelprogramma worden uitgewerkt,” aldus Verplaetse.

De oud-gouverneur weet waarover hij praat. Hij stond immers mee aan de wieg van de devaluatie van de Belgische frank op 2 februari 1982 en het pakket maatregelen dat die muntontwaarding begeleidde – een van de laatste ernstige en veelomvattende beleidsingrepen die ons land kende.

Bij de presentatie van het jongste jaarverslag van de Nationale Bank sloot huidig NBB-gouverneur Guy Quaden zich bij de oproep van zijn voorganger aan. Meer nog, Guy Quaden suggereerde dat er over het herstelprogramma een consensus bestaat binnen de regentenraad van de Nationale Bank. En u weet: ook de vakbonden maken deel uit van die raad.

Waar blijven de sterke staatslui? Hier en daar moet je misschien wel een beetje tussen de lijnen lezen, maar uiteindelijk vat het jaarverslag goed samen waar het schoentje voor de Belgische economie knelt. Dit is de boodschap: onze concurrentiepositie gaat er sterk op achteruit, de arbeidsmarkt functioneert slecht, de belastingdruk is te hoog, het evenwicht in de publieke financiën hangt te veel af van eenmalige ingrepen, en er is helemaal geen rigoureuze beheersing van de overheidsuitgaven.

Dit lijstje is intussen genoegzaam bekend. Informele contacten met bewindvoerders leren trouwens dat nagenoeg iedereen, ook binnen de regering, zich bewust is van de noodzaak om hieraan iets te doen. Maar het politieke proces en de omkadering vanuit de belangenorganisaties, zo klinkt het uit de meeste monden, maken belangrijke initiatieven hier zo goed als onmogelijk.

Toch biedt zich nu een gunstig moment aan om concrete initiatieven uit te werken. Zo maakt de beginfase van een conjuncturele herneming politiek moeilijke ingrepen net iets beter verteerbaar. Jammer genoeg is er voor het nemen van ingrijpende beleidsmaatregelen niet alleen voldoende cohesie binnen de regering vereist. Je hebt ook sterke figuren nodig om zo’n project te torsen. En aan deze beide voorwaarden lijkt op dit moment binnen de Belgische federale regering niet voldaan.

Hoge belastingdruk weegt op tewerkstelling. Indien er, tegen de verwachtingen in, op korte termijn tóch een big bang op beleidsvlak zou komen, dan hopen we alvast dat de vervanging van de lasten op arbeid door indirecte belastingen (BTW) daarvan geen deel uitmaakt. Een recent onderzoeksrapport van het Planbureau toonde nog maar eens aan dat deze in politieke kringen erg populaire denkpiste geen zoden aan de dijk zet, integendeel zelfs. Zo’n belastingverschuiving naar rato van 1 % van het bruto binnenlands product (BBP) voor het hele eurogebied zou de werkloosheidsgraad binnen de eurozone met… 0,12 procentpunt doen dalen. Bovendien gaat die simulatie er nog van uit dat er geen indexeringsmechanisme bestaat.

Wie rekening houdt met die Belgische realiteit, zal merken dat een verschuiving van de lasten op arbeid naar indirecte belastingen in België zelfs negatief inwerkt op de tewerkstelling. Die bevinding van het Planbureau zal allerminst verrassend zijn voor wie vertrouwd is met het degelijke economisch onderzoek ter zake. Aangezien de minst mobiele productiefactor – niet alleen in België maar ook in euroland is dat arbeid – altijd het gros van de totale belastingdruk draagt, maakt het aan het einde van de rit bitter weinig uit waar je nu de belastingdruk legt. In de mate dat fiscaliteit een belangrijke determinant van tewerkstelling is, moet je vooral de totale belastingdruk als relevante variabele beschouwen.

Zoals het jaarverslag van de Nationale Bank duidelijk in de verf zette, steeg die totale belastingdruk de voorbije drie jaar gestaag…

De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content