De Rouck maakt gebruik van ‘Belgisch Chapter 11’

De Rouck is het eerste grote bedrijf dat een beroep op het nieuwe instrument van de ‘gerechtelijke reorganisatie’. Het is de Belgische versie van het ‘Chapter 11’.

Wat is zo’n gerechtelijke organisatie?

Dit instrument vervangt sinds april 2009 het gerechtelijke akkoord. ‘Chapter 11’, dat ademruimte geeft aan Amerikaanse ondernemingen, stond model.

Ondernemingen kunnen aan de rechtbank van koophandel een uitstel van betaling vragen van zes, tot zeer uitzonderlijk achttien, maanden. De onderneming kan intussen bijvoorbeeld een minnelijk akkoord onderhandelen met zijn belangrijkste schuldeisers. Dat moet neergelegd worden op de griffie, maar wordt alleen publiek gemaakt als er toch een faillissement volgt. Dan kunnen schuldeisers op basis van dit akkoord hun rechten afdwingen. Vroeger werden ze gestraft als ze willens en wetens leverden aan een onderneming in ernstige moeilijkheden.

De onderneming kan in de beschermingsperiode aan de rechter ook een reorganisatieplan van maximum vijf jaar voorleggen. Dat moet goedgekeurd worden door de helft van de aanwezige schuldeisers. Banken met een bijzonder voorrecht krijgen wel de intrest op hun lening, maar mogen hun krediet 2 tot 2,5 jaar niet opzeggen.

Hoe wordt vermeden dat er misbruik wordt gemaakt van deze maatregelen?

De rechtbank mag zich niet uitspreken over de haalbaarheid van het herstelplan, alleen over het feit of de continuïteit van het bedrijf in gevaar is. Er is een zeer beperkt toezicht van een ‘gedelegeerd rechter’, in de praktijk meestal een lekenrechter in handelszaken, vaak een bankier of een ondernemer.

De schuldeisers hebben het overwicht in de controle. Zij of de onderneming zelf kunnen op hun kosten een gerechtsmandataris aan laten stellen die adviseert in de reorganisatieperiode. Hij vervangt de rechter-commissaris van vroeger.

Wat als het herstelplan niet werkt?

In dat geval kan de onderneming overschakelen naar de ‘overdracht onder gerechtelijk gezag’. Elke belanghebbende – dus ook een concurrent of risico-investeerder – kan dat trouwens vragen aan de rechtbank. In dat geval verliest het vroegere management de controle. De rechtbank belast dan een gerechtsmandataris met de overdracht van het bedrijf of delen ervan. Zo kunnen levensvatbare activiteiten worden afgescheiden van de onderneming in moeilijkheden.

Dit schept kansen aan (deels) leefbare ondernemingen die het so-ciaal passief van een herstructurering niet kunnen betalen.

Heeft de nieuwe wet succes?

Sinds de inwerkingtreding telde Graydon al 122 vonnissen die de gerechtelijke reorganisatie lieten starten. Dat is meer dan het aantal gerechtelijke akkoorden van vorig jaar (78), maar het blijft marginaal. Toch heeft de wet ook indirecte gevolgen. Dreigen met een gerechtelijke reorganisatie is dikwijls een manier om een akkoord te bereiken met schuldeisers.

Door Hans Brockmans

Dreigen met een gerechtelijke reorgani-satie is vaak een manier om een akkoord te bereiken met schuldeisers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content