De roerganger van de Vlaamse milieusector

De Vlaamse regering wil dit jaar Aquafin opnieuw naar de markt brengen. Ivo Van Vaerenbergh, voorzitter van de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij, blikt terug op de geboorte van de milieusector in ons land en kijkt uit naar nieuwe opportuniteiten.

Tot grote ergernis van zijn echtgenote leest Ivo Van Vaerenbergh (61) elke zaterdagmorgen drie weekendkranten in bad. De zoon van ‘de postmeester van Wetteren’ volgt het nieuws op de voet. De burgerlijk ingenieur wil bruggen bouwen.

Ivo Van Vaerenbergh legde mee de fundamenten van de Vlaamse milieusector. In 1986 vroeg de minister van Wetenschapsbeleid, Philippe Maystadt (CDH), hem het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) te saneren. Twee maanden later brak het Transnuklearschandaal los. Maar de energieke netwerker slaagde erin het vertrouwen te herstellen. Meer dan twintig jaar leidde hij ook de Kamer van Koophandel in Turnhout met ijzeren hand (1982-2007). In 1988 werd hij bestuurder bij het afvalverwerkingsbedrijf Indaver. Zeven jaar later werd hij bestuurder van Aquafin – een joint venture van de Vlaamse Milieuholding en de Britse groep Severn Trent. Het was het eerste publiek-private samenwerkingsverband in de Vlaamse milieusector.

Onder druk van de Europese Commissie moest de Vlaamse regering in 2006 de private aandeelhouders van Aquafin uitkopen. Dit jaar wil minister-president Kris Peeters (CD&V) een begin maken met een nieuwe privatisering. Wie in mei voorzitter wordt, blijft een vraagteken. Maar uitgeblust is Van Vaerenbergh nog niet. Hij is actief in zijn privébedrijf REM.B/Morssinkhof Hydraulics Group en blijft naar niches in de markt zoeken. Zo werkt hij dezer dagen aan de fundamenten van een groep rond hernieuwbare energie in de Kempen.

Van ambtenaar tot ondernemer

Van Vaerenbergh: “Tijdens mijn legerdienst kwam ik terecht op de Programmatie van het Wetenschapsbeleid – toen te vergelijken met het Franse Ecole National d’Administration. Daar leerde ik de knepen van de administratieve organisatie. Jan Huyghebaert (Almanij), Jos Bouckaert (ex-Plant Genetic Systems) en ik waren ‘les flamands de service’. Samen met korvetkapitein Marc Renson, de latere kabinetschef van minister van Leefmilieu Miet Smet (CD&V), stonden wij in 1972 als eersten in voor de coördinatie van het leefmilieubeleid.

“Na zes jaar Wetenschapsbeleid hield ik het voor bekeken. Eind 1978 trok de familie Feron – eigenaar van Metallo Chimique in Beerse – mij aan als financieel directeur, ook verantwoordelijk voor het grondstoffenbeheer. Het bedrijf, als enige Kempense onderneming op de beurs van Brussel genoteerd, had een zeer moeilijke periode met grote verliezen achter de rug. Ik was een expert in recycling en kende na mijn MBA aan de KU Leuven in theorie iets van balansen. Vrij vlug klom ik op tot gedelegeerd bestuurder, en realiseerde een turnaround.

“Zo kreeg ik de naam van crisismanager. De Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv trok mij aan als bestuurder van de Nieuwe Boomse Metaalwerken en Claeys Aluminium. Samen met Leo Cloostermans (ex-Lamitref) en Berry Bemelmans (ex-Alcoa en ex-Heijmans) wou ik die laatste vennootschap zelfs nog kopen. Uiteindelijk haakten wij af toen Aimé Desimpel voor 10 miljoen euro toehapte. Ook bij Nobels Peelman was ik de drie laatste maanden bestuurder. Maar het kalf was daar al verdronken. Eigenhandig heb ik de boeken van het bedrijf neergelegd.

“In 1986 vroeg minister Philippe Maystadt (CDH) mij voorzitter te worden van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol. Hij gebruikte de gevleugelde woorden ‘… pas de problèmes politiques, une demi-journée par semaine et… vous rendez votre mandat après deux ans.’ Was het maar waar. Ondanks het Transnuklearschandaal lukte het mij toch in drie jaar een nieuwe beheersstructuur op de rails te krijgen.

“Begin 1990 nam ik een nieuwe uitdaging aan. Samen met Denis Feron – de grootste persoonlijkheid met wie ik te maken heb gehad in mijn hele carrière – werd ik ondernemer in REM. B/Morssinkhof Hydraulics Groep en Edan Business Systems.”

Aquafin: de eerste PPS in Vlaanderen

“Begin jaren negentig vroeg ridder Rainier Van Outryve (Gimv) mij om bestuurder te worden van de Vlaamse Milieuholding (VMH). Dat overheidsbedrijf was niet alleen referentieaandeelhouder van Aquafin en Indaver, maar ook risicokapitaalverschaffer in de milieusector.

“Sinds 1995 ben ik bestuurder bij de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij, en sinds 1999 voorzitter. Het bedrijf heeft de jongste zeventien jaar heel veel knowhow opgebouwd. Het buitenland bekijkt de Aquafinconstructie als een ideaal voorbeeld van PPS (publiek-private samenwerking). Ook de Europese Investeringsbank loopt hoog op met Aquafin. Maar het was lang geen sant in eigen land. Aquafin heeft moeten opboksen tegen vooroordelen. Bij elke riolering die overliep, werd het als schuldige aangewezen. Hoewel Aquafin slechts verantwoordelijk is voor de bovengemeentelijke rioleringen, werden we overladen met alle zonden van Israël. Onlangs konden we het tij doen keren. Aquafin sloot allianties met gemeenten en drinkwatermaatschappijen. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Hilde Crevits (CD&V), heeft daar het belang van onderstreept door aan Aquafin meer bevoegdheden en middelen op lokaal vlak te verlenen. De expertise en kennis die Aquafin heeft opgebouwd, moeten ter beschikking staan van de Vlaamse gemeenschap. Een klein aantal drinkwatermaatschappijen heeft dat nog niet ingezien, wat leidt tot een immens verlies aan resources en geldverspilling.”

De motoren van mijn leven

“Gedrevenheid, energie en passie zijn de motoren van mijn leven. Weten waar en wanneer je moet stoppen, is even belangrijk. In mijn onmiddellijke omgeving ken ik twee sterke persoonlijkheden die mij daarin overtreffen: mijn buurvrouw Wivina Demeester (CD&V), de beste minister die de Vlaamse regering het jongste decennium heeft gehad, en Martine Reynaers, die het gelijknamige bedrijf tot een van de meest performante in ons land uitbouwde.

“Naast werken, staan sport, cultuur en reizen centraal in mijn leven. Op mijn achttiende stond ik in de nationale voetbalploeg van de vrije scholen, hoewel ik bij geen enkele club was aangesloten. Bij Wetteren was ik nadien een sterspeler – Cercle Brugge wou me nog kopen, maar ze vonden me uiteindelijk ‘studentikoos’. Daarna speelde ik competitietennis, later werd ik wielertoerist – ik reed samen met mijn vrouw Monique naar Santiago de Compostela. En sinds de jaren tachtig ben ik een fervente golfspeler – opnieuw met Monique zijn we recordwinnaar van de jaarlijkse Warande Golf Cup. Resultaat van die gedrevenheid: twee nieuwe heupen en één ontplofte hernia.

“Cultuur boeit mij enorm. Al meer dan tien jaar ben ik bestuurder van het Museum van Hedendaagse Kunst in Antwerpen (MuhKa), het museum Dhondt-Dhaenens en het Vlaams Radio Orkest (VRO). Bij dat laatste vind ik als voorzitter mijn zeer goede vriend Hugo Vandamme terug, zelf een fanatieke muziekliefhebber – met een collectie van 3000 cd’s. We proberen met Dirk Bruneel (Dexia), Anne Lybaert (Warande) en Freddy Neyts (Roularta) het VRO uit te bouwen tot een internationaal toporkest.

“Zonder muziek kan ik moeilijk leven. Luc Van Waeyenberge (De Eik), die ons te vroeg verliet, leerde mij Schubert kennen. Dankzij Gerard Mortier (De Munt) trokken we samen met hem en de Warande tien jaar na elkaar naar de Salzburger Festspiele. Om nooit te vergeten! Ook de Singel in Antwerpen met zijn internationaal aanbod bezorgt ons meermaals per jaar schitterende avonden van muziek, dans en toneel.

Successen

“Op de allereerste plaats komt mijn gezin: mijn vrouw Monique en mijn drie zonen Alec, Philip en Michael. Daarnaast denk ik met trots terug aan de turnaround van Metallo Chimique in het begin van de jaren tachtig en aan mijn overstap van manager naar ondernemer. Ook aan de restauratie van de geklasseerde cisterciënzerpriorij ‘Het Zoerselhof’ en de oprichting van het bezoekerscentrum in het Zoerselbos denk ik met veel warmte terug.

“Als bestuurder voor het Vlaamse gewest ben ik trots op de succesvolle landing van de Vlaamse Milieuholding (VMH), waarvan ik voorzitter mocht zijn. Om politieke redenen moest de VMH verdwijnen. Allerlei drogredenen werden aangehaald. Uiteindelijk zal de VMH een double digit return realiseren. Ook Sustainable Energy Ventures (SEV) – het eerste risicokapitaalfonds in Vlaanderen dat zich specifiek op hernieuwbare energie toelegde – werpt zijn vruchten af. De uitgestelde verkoop van de VMH-meerderheid in Indaver aan de Nederlandse nutsgroep Delta heeft het Vlaamse gewest geen windeieren gelegd. Dankzij de goede verstandhouding met de industriële aandeelhouders onder leiding van Luc Sterckx heeft de deal de overheid 200 miljoen euro meer opgebracht dan verwacht. Bovendien is de Vlaamse verankering verzekerd.

“Naast de sanering van de Balmattsite en de succesvolle plaatsing van de Leysen Groep in Thenergo, legde ik in de Kempen de basis van de milieutechnologievallei rond de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) in Mol. Dankzij de steun van het provinciebestuur van Antwerpen en de EU wordt het incubatiecentrum in 2008 afgewerkt. Hetzelfde geldt voor de cluster rond hernieuwbare energie, die deze maand van start gaat.

“Samen met mijn vriend Gust Vandenborne (ex-Cosimco) zit ik in de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf van Brasschaat. In november 2006 ben ik met twee gemeentelijke medewerkers, die nog nooit naar China waren geweest, de kandidatuur van Brasschaat voor ‘Most Liveable Community in the World’ gaan verdedigen. De finale vond plaats in Hangzhou. Steden tot 75.000 inwoners uit heel de wereld waren onze concurrenten. Ik ben met de trofee naar huis gekomen.”

Ontgoochelingen

“Als ontgoocheling vermeld ik mijn participatie als stichtend aandeelhouder in SmartPen. Het eerste commerciële product van het onderzoekscentrum Imec had nog de Europese ICT-prijs gekregen, 200.000 euro. Koning Albert, Bill Gates (Microsoft) en Larry Ellison (Oracle) hebben nog met de pen geschreven. Toch liep het slecht af. SmartPen is ten onder gegaan. Een grotere oplichting heb ik in mijn carrière niet meegemaakt.

“Wat mij mijn hele leven al ontgoochelt, is het gevoel van jaloersheid bij de Vlamingen. Die ziekte heb ik nergens anders ervaren – noch in Nederland, waar ik sinds 1990 actief ben, noch in andere landen. Onlangs gaf de voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, de Genkse burgemeester Jef Gabriëls, nog een voorbeeld: in zijn gemeente leven veel Italianen naast Vlamingen. Wanneer een Italiaan een renovatiepremie krijgt, vertelt hij dat aan al zijn familieleden en vrienden, opdat zij ook van een premie zouden kunnen profiteren. De Vlaming houdt dat voor zichzelf en deelt uit afgunst weinig met een ander.”(T)

Door Eric Pompen/Foto’s Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content