De puberale ideeën van Naomi Klein

Plof vandaag de naam Friedrich von Hayek niet meer in de buurt van premier Guy Verhofstadt (VLD) of hij zal u die “kloterij” – een van zijn geliefde woorden – kwalijk nemen. De vroegere Nobelprijswinnaar (1974) is met aplomb verwijderd uit Verhofstadts geheugen. De VLD, die op zaterdag officieel de Grote Tent werd voor iedereen die de huidige nomenclatuur van de partij aan de macht kan houden, baalt van deze moedige denker. Liever koketteert zij met de puberale ideeën van Naomi Klein, de leuke bitch van het antiglobalisme (zie Eminent, blz. 138). Hayek streed nochtans jarenlang met voorname woorden en zinnen voor een wereld van vrijheid. Een wereld wars van geflirt met prietpraat als Derde Weg en Nieuwe Politieke Cultuur.

Ze vallen weer als bladeren van de bomen: de egodocumenten die zijn samengehakkeld door een woordslaafje en bedrukt met de naam van een partijbons. Karel De Gucht (VLD) was vorige week aan de beurt, Bert Anciaux (Spirit) en Geert Bourgeois (N-VA) volgen. Zonde dat er voor dergelijke politpulp bomen worden geveld. De papierrivier die uitging van ondernemers is vandaag opgedroogd. In de boekenkasten steken de bestsellers van schrijvende ondernemers van een decennium geleden. Hugo Vandamme, Aimé Desimpel en Jo Cornu traden in het strijdperk als publieke intellectueel. Bij de huidige generatie is de vlam uitgedoofd om op een schrijvende manier weerwerk te bieden aan de zompigheid van de dominante opiniemakers.

Wat is de dominante soort? Voor het antwoord op die vraag gaan we het best te rade bij de vroegere compagnon de route van de premier. Hayek publiceerde na ‘The Road to Serfdom’ (1944) het al even briljante ‘The Intellectuals and Socialism’. In het eerste boek riep hij op om de ogen te openen voor de oorzaken van het totalitarisme. Die zag Hayek in de bedoelingen en de pomperijen van zelfbenoemde betweters van rechts en links (ook dus de socialisten), die de mensheid naar hun ideaal wilden stampen. Het tweede boek was zijn blauwdruk om de totalitairen uit te schakelen.

Hayek was filosoof, socioloog, moralist, econoom en liefhebber van de exacte wetenschappen. Sociologisch acteerde hij dat de klasse van de intellectuelen steeds talrijker en diffuser wordt. In zijn lijst prijken journalisten, leraren, priesters, docenten, fictieschrijvers, cartoonisten en artiesten. Allemaal zijn ze knap in de vaardigheid om ideeën te verspreiden. Maar tegelijk zijn het allemaal amateurs wanneer het erop aan komt om de waarde of het nonsensicale van de ideeën in te schatten.

Hayek onderscheidde terecht intellectuelen en geleerden. Een intellectueel beschikt niet over een speciale kennis van iets in het bijzonder en moet evenmin erg pienter zijn. Intellectuelen zijn tweedehandse handelaars in de ideeën van anderen. De intellectueel onderscheidt zich van de massa door de brede waaier van onderwerpen waarover hij kan praten of schrijven en beoefent een beroep of heeft gewoonten (hij leest bijvoorbeeld) waardoor hij sneller dan de niet-intellectueel aan zijn ideeëngerief geraakt. Intellectuelen zijn amateurs en circusartiesten. Alleen bij geleerden is er mosterd te halen.

Op de meeste terreinen zijn we allemaal gewone mensen, en dus ondergeschikten van de tweedehandse dealers. Zij beslissen welke gedachten er door de poorten van het politiek correcte denken geraken. Bij links is het aantal mensen dat met verve de rol van publieke intellectueel speelt, veel hoger dan bij de ondernemers. Het geeft aan de Lumpenintelligentsia de attributen, kanalen en mogelijkheden om macht uit te oefenen over de publieke opinie.

Zo komt het dat Naomi Klein, een denker uit nikkel en een politpulpmachine, geleerden als Hayek en Adam Smith overvleugelt in de beeldvorming en bij de Vlaamse liberalen.

Frans Crols [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content