Multinational Philips pleit voor gepersonaliseerde zorg: ‘Het systeem is de jongste zeventig jaar structureel nauwelijks veranderd’

JEROEN TAS "Zorgspelers zien in dat ze virtuele zorg moeten omarmen omdat het iets is wat we nodig hebben."
Roeland Byl redacteur bij Trends

Voor Philips is de corona-epidemie een kans om de strategie te versnellen. Dat zegt Jeroen Tas, die verantwoordelijk is voor innovatie en strategie bij de Nederlandse multinational. “We streven naar een gericht, persoonlijk en precies beeld van een patiënt, op basis waarvan we de zorg aanbieden.”

Philips zette het jongste decennium steeds nadrukkelijker in op toepassingen in de gezondheidszorg. Hoe doorkruist de coronapandemie die strategie? We vroegen het aan Jeroen Tas. De Nederlander is lid van het wereldwijde directiecomité en als chief innovation and strategy officer bepaalt hij de innovatie-agenda, de strategie en het overnamebeleid van de multinational. Tas gelooft in de uitbouw van gemeenschappelijke platformen waar medische data worden uitgewisseld. Daaromheen producten bouwen hoeft niet het privilege van Philips te zijn, vindt hij, als Eindhoven maar zorgt voor de onderliggende fundering van die oplossingen.

De covid-19-pandemie heeft de zorg zowat overal ter wereld op haar kop gezet. Hoe wijzigt ze de strategie van Philips?

JEROEN TAS. “De richting van onze strategie is niet gewijzigd, maar de snelheid wel. Een paar jaar geleden gaven we met Vision 2025 inkijk in hoe wij denken dat de zorg er dat jaar zal uitzien. Onlangs heb ik daarover in een vergadering gezegd: binnenkort zal het lijken alsof het al 2025 is. De epidemie heeft een aantal trends versneld. Het maakt dat wij ook de behoefte voelen om op een aantal gebieden naar een hogere versnelling te schakelen. Het is duidelijk dat het zorgsysteem er de komende jaren anders zal uitzien. Daarop moeten we inzetten.”

Hoe zal het er volgens u uitzien?

JEROEN TAS.“De meeste westerse landen waren onvoldoende voorbereid op het bieden van de juiste diagnostiek en het juiste materiaal. Overal waren er tekorten aan bedden op de afdeling intensieve zorg, aan ventilatoren en monitoren. Daarnaast is gebleken dat er weinig informatie was die een diep inzicht gaf in het verloop van de ziekte. Voor patiënten die al gezondheidsproblemen hadden, was dat problematisch.

“Er is behoefte aan een betere opvolging van ouderen met meerdere chronische ziekten. Maar dat was ook al het geval voor corona. Zulke patiënten moeten anders worden begeleid. Als iedereen op dezelfde manier wordt behandeld, zet een pandemie te veel druk op het systeem.

“Wij denken dat als we beter hadden geweten wie de risicopatiënten waren en wat hun profiel was, we hen beter hadden kunnen beschermen. Bijvoorbeeld door meer thuiszorg te leveren, zodat mensen niet per se naar het ziekenhuis hoefden. Of door de druk op de ziekenhuizen te delen door bijvoorbeeld een afdeling intensieve zorg te ondersteunen op afstand. Daardoor zou je de druk op het personeel in de frontlinie kunnen verlichten. Philips heeft zulke systemen, maar die zijn nog niet in alle landen toegelaten. Waar dat wel het geval is, konden ziekenhuizen elkaar helpen, omdat het virus niet overal tegelijk op zijn sterkst is. Essentieel bij die toepassingen is dat de juiste data van patiënten bij elkaar zitten en dat je die met de patiënt kunt laten meegaan.”

Tijdens de pandemie lanceerde Philips in Nederland een portaalsite waarmee je de geschiedenis van een patiënt kunt meesturen als die verhuist. Zijn er nog voorbeelden van hoe u inspeelde op covid-19?

JEROEN TAS. “Een ander voorbeeld is onze biosensor. Dat is een slimme pleister die continu de belangrijkste vitale signalen monitort en streamt. Aan die datastroom koppelen we het klinische verleden van de patiënt. Dan kun je op basis van algoritmes bepalen of iemand een bepaald ziektebeeld heeft, en of iemands toestand verslechtert of stabiliseert. In de ogen van de patiënt is dat een vrij simpele technologie, het is gewoon een pleister. Maar je krijgt een vrij diep inzicht in de conditie van de patiënt. Op basis daarvan kun je het ideale zorgpad bepalen.

“We stemmen de zorg beter af op de behoeften. Ultiem proberen we de inzichten zo diep en continu te maken, dat we preventief kunnen ingrijpen, of in ieder geval op het juiste moment actie kunnen ondernemen in plaats van te wachten tot een patiënt verslechtert. Want zo werkt het zorgsysteem vandaag. Het ziekenhuis wacht op de patiënt en als de patiënt verslechtert, gaat hij eerst naar de dokter en dan naar het ziekenhuis. Het is een heel reactief systeem. Het gevolg is dat de chronische patiënten de druk op het ziekenhuis blijven vergroten. Wij geloven dat je die druk kunt laten afnemen door betere inzichten in de behoeften van de patiënt. Ons toekomstbeeld gaat dus ook over diagnostiek en het gebruik van artificiële intelligentie om de datastroom te analyseren als duizenden, misschien zelfs honderdduizenden mensen zo’n pleister dragen. Er zijn niet genoeg verplegers om zo veel data te monitoren. Daarom heb je een algoritme nodig dat artsen en verpleegkundigen signaleert welke patiënt hulp nodig heeft.

“We streven naar een gericht, persoonlijk en precies beeld van een patiënt, op basis waarvan we de zorg aanbieden. Dat is het doel van onze Vision 2025. De afgelopen maanden is onze pleister goedgekeurd voor gebruik. In de Verenigde Staten gebruiken we onze toepassing voor intensieve zorg op afstand al, in Europa wordt dat nu pas mogelijk. Dat is ook een gevolg van covid-19: sommige zaken waar we al jaren over praten, werden de afgelopen drie maanden plots mogelijk. De pandemie heeft iedereen op scherp gezet: zorgspelers zien in dat ze virtuele zorg moeten omarmen, omdat het iets is wat we nodig hebben.”

De eeuwige beloftes van telegeneeskunde en mobiele gezondheidstoepassingen raken dus eindelijk ingelost. Of is die tendens tijdelijk?

JEROEN TAS.“Zorgverleners in de Verenigde Staten trokken al naar het parlement om erop aan te dringen dat de vergoeding voor virtuele zorg blijvend zou worden. Ze willen niet terugkeren naar het oude model. Zij zijn er inmiddels achter dat deze technologie de druk op hun werk vermindert.”

Zal het maatschappelijke prijskaartje voor zo’n gepersonaliseerde zorg niet veel hoger liggen?

JEROEN TAS. “Nee, het is juist het omgekeerde. Je voorkomt een hele hoop dure medische ingrepen.”

Zijn de westerse zorgsystemen klaar voor de switch naar gepersonaliseerde zorg?

JEROEN TAS. “De pandemie is een belangrijk leermoment. Kijk naar de ouderenzorg. Stel dat we het systeem hadden dat ik beschreef. Dan hadden we oudere patiënten met meerdere chronische ziekten thuis kunnen monitoren. Ik denk dat er dan minder mensen overleden zouden zijn. De ogen moeten open, we moeten beseffen dat het bestaande zorgsysteem kan omvallen bij een pandemie.

“Het systeem is de jongste zeventig jaar structureel nauwelijks veranderd. We hebben een enorme medische vooruitgang gemaakt in diverse ziektes zoals hartkwalen, kanker en infectieziekten. Nu is een upgrade van het systeem noodzakelijk. En dat betekent ook investeringen in informatietechnologie. De nood aan informatica-infrastructuur waar je veilig informatie kunt uitwisselen en de data makkelijk in het zorgproces kan pluggen, is hoog.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content