“De ouderen zullen, net als iedereen, moeten meebetalen”

Op woensdag 22 november trekken de Nederlanders naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Overleeft Balkenende, of zegeviert Bos? En, misschien nog intrigerender, hoe komt het dat de Nederlandse verkiezingsthema’s in geen lichtjaren te vergelijken zijn met de Belgische? Jules Theeuwes, Belg, topeconoom en adviseur van premier Jan Peter Balkenende, geeft tekst en uitleg.

Dat het een strijd wordt tussen de uittredende premier Jan Peter Balkenende van het CDA en Wouter Bos van de PvdA, zoveel is duidelijk. Balkenendes centrumrechtse regering (een coalitie van CDA, VVD en D’66) durfde het aan om behoorlijk diep te snijden in het vet van de welvaartsstaat, en het is maar de vraag of de economische conjunctuur tijdig opveerde om het vel van Balkenende te redden. Vast staat in ieder geval dat de Nederlanders het nu wel even hebben gehad met hervormen. Het sociaal zachtere discours van Wouter Bos lijkt aan te slaan (zie barometer, blz. 27).

Maar welke thema’s beheersen eigenlijk de verkiezingsdebatten? Trends trok te rade bij Jules Theeuwes, Belg in een vorig leven, maar nu een volbloed Nederlandse econoom die bij onze noorderburen een indrukwekkende academische carrière uitbouwde. Als lid van de denktank van de regering (zie kader: De adviezen aan Balkenende) mag Theeuwes zich nog tot eind dit jaar adviseur van premier Balkenende noemen.

Jules Theeuwes bestelt een broodje forel met een glas karnemelk, en schetst de keuzes waarvoor de Nederlandse samenleving en economie staan. Opvallend daarbij: België en Nederland lijken geen buurlanden meer die min of meer in dezelfde schuit zitten, maar eerder samenlevingen van verschillende planeten. Nederland lanceert de vrije markt in de gezondheidszorg; België worstelt nog met de staatshervorming. Nederland is eensgezind om te besparen op het ambtenarenlegioen; in België moet het begrotingsevenwicht de aandacht van de snelle stijging van de overheidsuitgaven afleiden. In Nederland is extreemrechts bijna verdwenen; politiek België zweert bij het cordon sanitaire …

JULES THEEUWES (PROFESSOR EN ADVISEUR BALKENENDE). “Onderwijs, gezondheidszorg, vergrijzing, en raar genoeg ook de omvang van de ambtenarij. Politiek gezien zie je ook wat verrechtsing, maar partijen à la Vlaams belang breken niet door. De Lijst Pim Fortuyn (LPF) is van het toneel verdwenen. Enige verrassing is de sterkte van de SP, die nu misschien ook de proteststemmen binnenhaalt die vroeger naar de LPF gingen.”

Waarom doofde extreemrechts uit na de moord op Pim Fortuyn, terwijl het in Vlaanderen zo diep geworteld is?

THEEUWES. “Het programma van extreemrechts is in Nederland forser opgepikt door de centrumpartijen. Nederland heeft een enorme omslag gekend van het migrantenbeleid, wat rechts de wind uit de zeilen nam. Het land dat in de jaren negentig van de vorige eeuw nog heel gastvrij was tegenover allochtonen en vluchtelingen, bestaat hier niet meer. De toestroom van migranten is fors afgesneden. Natuurlijk is LPF ook door intern geruzie ten onder gegaan – hun opgang was veel te steil, en ze hadden ook de mensen niet om het beleid te maken. Ze zijn in de regering gestapt en hebben er een puinhoop van gemaakt. De mensen vinden dat ze fatsoenlijkheidshalve niet langer op LPF kunnen stemmen, want die partij heeft het niet waargemaakt. Die stemmen vloeien grotendeels terug naar de traditionele partijen.”

Het Nederlands Centraal Planbureau licht het programma van de partijen door en berekent er de kostprijs van. Is dat een zinnige oefening?

THEEUWES. “De kiezer houdt er geen rekening mee, maar de oefening is zinvol. De partijen beseffen dat ze de hemel niet kunnen beloven, en dus keuzes moeten maken. Zo wordt snel duidelijk waar de partijen hun geld op willen inzetten. Dat helpt achteraf bij de coalitievorming.”

Opvallend is dat de regering-Balkenende heel wat onpopulaire maatregelen heeft genomen.

THEEUWES. “Ja joh. Eindelijk. Er is in Nederland veel gebeurd op korte tijd. De arbeidsongeschiktheid is gesaneerd. Vroeger was dat een sluipweg om sneller de arbeidsmarkt te verlaten, maar die weg is afgesloten. Ook de vervroegde uittreding is weg. De arbeidsparticipatie van oudere werknemers is behoorlijk aan het stijgen. België is daar veel slomer in. De duur van de werkloosheidsuitkering is hier ook fors ingekrompen, en afhankelijk van het aantal jaren dat je gewerkt hebt. Vroeger liep de uitkering maximaal vijf jaar, nu nog maximaal drie jaar. Er zijn politieke partijen met plannen om ze naar één jaar te brengen. Je moet de duur ook kort houden.”

Waarom wordt Balkenende op woensdag 22 november niet afgerekend op die weinig populaire maatregelen?

THEEUWES. “Dankzij de goede economische conjunctuur. Het is vooral Balkenende die daar stemmen mee wint. De VVD en D’66 niet. De kiezers vinden dat Balkenende rust heeft gebracht, hoewel hij nauwelijks charisma heeft. De VVD is gespleten door een interne machtsstrijd, en D’66 heeft zichzelf opgeheven.

“Maar nu zijn de Nederlanders hervormingsmoe, daarom is de regering ook gevallen. Men wil nog iets doen aan de ontslagbescherming, maar die plannen blijven steken. Het is genoeg geweest. Door sommige politieke partijen wordt de vergrijzing steviger aangepakt dan eigenlijk zou moeten. In wezen moeten de rijkere ouderen meer belast worden, en moeten we allemaal werken tot 65 jaar. Alleen zo kan je vermijden dat op termijn grote gaten in de begroting vallen om de vergrijzing te betalen.”

Hoe willen de verschillende partijen de vergrijzing aanpakken?

THEEUWES. “Het uitgangspunt is of we straks nog de pensioenen kunnen betalen. Het Nederlandse planbureau zegt ‘neen’, tenzij we bijsturen. Toen hebben de partijen verschillende standpunten ingenomen. Wouter Bos heeft eens geroepen dat de gepensioneerden hun gunstige fiscale regime zouden moeten opgeven. De ouderen zouden dus net als iedereen moeten meebetalen. Nou, dat heeft Bos geweten. Hij heeft moeten inbinden. Maar het is absurd dat ouderen een betere fiscale behandeling krijgen. Er komen steeds meer rijkere ouderen, die goed verdiend hebben en beiden een goed pensioen hebben. De hypotheek is afbetaald en de kinderen zijn het huis uit. Heel wat ouderen zitten hoog in de inkomensverdeling. Dat zij weinig belastingen betalen, is pure onzin. Bovendien zit er achter hen een minder talrijke generatie om hun pensioen te betalen. Dat is een reden te meer om ze te belasten. Maar ze hebben een groot stemgewicht. De babyboomgeneratie is sterk.

“De andere partijen hebben daarom Bos aangevallen, hoewel ze weten dat het die richting uitmoet. Maar electoraal mag alles. Alle partijen mikken daarom op langer werken. Dat helpt ook; maar je moet beide hebben.”

Nederland zit niet ver van een werkgelegenheidsgraad van 70 %. Is dat geen comfortabel vertrekpunt om de vergrijzing het hoofd te bieden?

THEEUWES. “De vrij hoge Nederlandse werkgelegenheidsgraad moet worden gerelativeerd omdat veel vrouwen deeltijds werken. De tendens is dat we naar een vierdaagse werkweek streven. De moderne kijk op de arbeidsmarkt is ook dat de man en de vrouw allebei vier dagen werken, en dan elk een dag voor de kinderen zorgen. Blijft dan drie dagen kinderopvang over – wat elke partij goedkoper wil maken.”

Is de Nederlandse man, of de man in het algemeen, daar klaar voor?

THEEUWES. ( lacht). “Misschien de hoger opgeleide man wel. Het gaat traag, maar dat kan over tien jaar een ingeburgerde gewoonte zijn.”

Is de Nederlandse economie de langdurige appelflauwte na de beursinzinking van 2001 intussen te boven gekomen?

THEEUWES. “Ja. Balkenende heeft de economie toch uit het moeras getrokken. Hij heeft fors gesaneerd. Wat me nog zorgen baart, is de zwakke productiviteitsgroei en het moeizaam ontluiken van een kenniseconomie. Je gaat toch aan slimme migratie moeten denken – al is dat nu nog taboe. Maar om de tekorten in kennis én in gezondheidszorg op te vangen, hebben we buitenlandse krachten nodig. De Nederlandse beroepsbevolking gaat anders krimpen. Dat duurt niet zo lang meer.”

Is loonmatiging de juiste strategie om de wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden?

THEEUWES. “Op korte termijn wel, op lange termijn niet. Op korte termijn kan je je prijs verlagen, maar op lange termijn moeten jouw productiviteit en kwaliteit hoger. Anders redden we het echt niet. Bedrijven moeten sneller reageren en productieprocessen kunnen veranderen. Voorts moeten we vooral investeren in onderwijs, meer dan in innovatie. Het Nederlandse onderwijs is trouwens een zorgenkind. Alle partijen willen betere scholen en er meer geld in steken. Het lager en middelbaar beroepsonderwijs werken slecht. De kinderen komen te vaak zonder diploma op de arbeidsmarkt.

“Maar of we de concurrentieslag overleven? Goh, ik aarzel. Er komt een geweld aan uit Azië. Ik ben een paar keer in Singapore en Hongkong geweest. Als ze dat op een schaal van China kunnen, moeten we uitkijken. De welvaart is onvoorstelbaar, en hun werkethiek hebben wij niet meer. Maar goed, we doen braaf mee en handhaven ons.”

Hoe moet een slim innovatiebeleid eruitzien?

THEEUWES. “We hebben hier een innovatieplatform gehad, dat veel geld kon uitdelen dankzij de gestegen gasinkomsten. Maar daar is veel kritiek op gekomen, omdat vooral de grote, bestaande bedrijven zoals Shell en Philips mochten meedoen en de nieuwkomers te weinig kansen kregen. Dat terwijl Shell en Philips sowieso innoveren en innovatie vooral moet komen van jonge mensen die vanuit hun garage iets totaal nieuws ontwerpen. Ik verwacht het innovatieplatform niet terug in de volgende regering. Wat wel lijkt te werken, is belastingaftrek voor onderzoek. Maar je krijgt vooral meer innovatie als de markten beter werken. Monopolies hebben geen behoefte om zichzelf te vernieuwen. Concurrerende bedrijven wel”.

Nederland koos ook voor meer marktwerking in de gezondheidszorg. Is dat al een succes gebleken?

THEEUWES. “Intussen is toch 20 tot 30 % van de Nederlanders van privéverzekeraar veranderd. Deze verzekeraars moeten een basisverzekering aanbieden – en iedereen die zich meldt voor de basisverzekering ook accepteren – en mogen daarnaast aanvullende verzekeringen verkopen. Belangrijk is ook het vereveningsfonds dat de verzekeraars overkoepelt. Als de ene verzekeraar bijvoorbeeld meer ouderen aantrekt dan een andere, dan zorgt dat fonds voor compensatie. Want anders gaan de verzekeraars natuurlijk selecteren op allemaal jonge, niet-rokende, fitte mensen.”

Riskeer je geen gezondheidszorg met verschillende snelheden, want niet iedereen kan zich een aanvullende verzekering veroorloven?

THEEUWES. “De basisverzekering dekt ongeveer 90 % van de behoeften. Alle essentiële dingen zitten erin. Nederland wil op termijn de prijs van steeds meer medische ingrepen, zoals orthodontie of heupoperaties, laten bepalen door de vrije markt. Dat is heel belangrijk omdat de zorgsector door de vergrijzing snel in omvang zal toenemen, en enorme kostenstijgingen zal kennen. We willen via marktwerking deze kostenstijging in de hand houden. Dat hopen we toch. We weten nu dat er op korte termijn een kostenstijging komt omdat alle verzekeraars hun basisverzekeringen tegen te lage prijzen hebben verkocht om marktaandeel te veroveren. Ze moeten nu hun premies verhogen, of anders gaat er hier en daar eentje onderdoor.

“Wat veel meer moet gebeuren, is dat de verzekeraars gaan onderhandelen met de ziekenhuizen en andere zorgaanbieders, en op die manier scherpere prijzen en meer efficiëntie afdwingen. Probleem is echter dat je verschillende prijzen wil voor verschillende kwaliteiten. Maar dan bots je op een ethisch vraagstuk, want verschil in kwaliteit kan een kwestie van leven of dood zijn.”

Opvallend ook: alle partijen zijn het eens om de overheidssector kleiner te maken.

THEEUWES. “Ja, omdat ze natuurlijk allemaal plannen hebben om geld uit te geven, maar niemand wil de belastingen verhogen. Dus moeten ze de ambtenaren pakken.”

Zijn die niet onaantastbaar in Nederland?

THEEUWES. “De vorige regeringen hebben geld gegooid naar het onderwijs en naar de wachtrijen in de gezondheidszorg. Maar de ziekenhuizen konden geen artsen aanwerven en de scholen geen leerkrachten, want die waren er niet. Dus begonnen zij managers aan te nemen, of communicatiespecialisten, en je kreeg dus wel extra dikke managementlagen in de zachte sectoren, maar geen handjes aan het bed of leraren voor de klas. Daar willen alle partijen terug van af.”

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content