De oorzaak van de beurscrash

Vorige week zakten de aandelen op de internationale beurzen fors. Volgens experts ligt een crisis van het boekhoudsysteem aan de oorzaak. Maar is dat wel zo?

Wat is IFRS?

De International Financial Reporting Standards (IFRS) zijn een set van internationale afspraken over hoe beursgenoteerde bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen hun jaarverslag moeten presenteren. Uitgangspunt van IFRS vormt de reële waarde. In tegenstelling tot vroeger moeten de activa nu niet tegen historische, maar tegen marktprijs geboekt worden. Zo krijg je een beter zicht op de economische werkelijkheid van de onderneming. Sinds 1 januari 2005 past Europa dit systeem toe.

Invloed op de beurs?

Nadeel van IFRS is dat de beurskoers een grotere invloed krijgt op de winst- en verliescijfers van het bedrijf. Daarom gaan veel bedrijven, voornamelijk de financiële instellingen, hun risico’s afdekken door veiligere investeringen – hedging – om grote schommelingen te voorkomen. Theoretisch vormen hypotheekleningen een mooi onderpand. Maar als de woningsector instort, zoals in de Verenigde Staten, raakt de markt in de problemen. De huidige kredietcrisis heeft de waarde van die activa op een buitensporige manier onderuitgehaald. Dat trekt een te forse streep door de resultaten, de beurskoers en het eigen vermogen van de financiële instellingen. Sommige banken moeten zelfs vers kapitaal aantrekken om voldoende solvabel te blijven. Bovendien zullen ze in het algemeen minder snel kredieten toestaan aan bedrijven en gezinnen. Dat weegt op de economie.

Waar ligt het echte probleem?

“De oorzaak van de huidige malaise op de beurs ligt niet bij IFRS”, zegt Pierre Berger, voorzitter van het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR). “De genoteerde bedrijven moeten voortaan een gedeelte van hun activa boeken tegen marktwaarde. Hierdoor wordt hun balans volatieler. In de huidige laagconjunctuur speelt dat echter geen rol. Volgens het oude systeem hadden zij ook de minwaarden moeten boeken.”

Het echte probleem ligt bij de collateralized debt obligations (CDO) uit de Verenigde Staten. Deze CDO’s zijn obligaties met hypotheekleningen als onderpand. Oorspronkelijk gaven financiële instellingen op deze wijze krediet aan lokale overheden om scholen of wegen te bouwen. Gaandeweg plaatsten ze ook woningkredieten met een hoger risico. De ineenstorting van het Amerikaanse vastgoed deed hen de das om. De lagere marktwaarde veroorzaakte een sneeuwbaleffect. De centrale banken brachten meer liquiditeiten op de markt, maar tevergeefs.

De huidige vertrouwensbreuk op de financiële markten is het gevolg van de Amerikaanse woonkredietcrisis, bevestigt econoom Paul Krugman in The New York Times. Zo verloren heel wat supervorderingen op hypotheekleningen een derde van hun marktwaarde. Financiële instellingen willen elkaar geen kapitaal meer verschaffen, omdat ze niet zeker zijn ooit hun centen te zullen terugzien. De banken hebben te veel risicovolle producten gelanceerd, besluit Krugman.

Heeft IFRS nog zin?

Het voordeel van IFRS is de uniformiteit. Berger: “Dat verhoogt de transparantie van de markt. Dankzij het eenvormige normenstelsel kunnen de aandeelhouders de prestaties van bedrijven wereldwijd beter met elkaar vergelijken. Ook kunnen de financiële instellingen hun risico’s beter op uniforme basis inschatten. Dat verlaagt de kapitaalkosten. Ten slotte verbetert IFRS het goed bestuur van de onderneming, inclusief het externe toezicht. Zo laat IFRS de beleggers toe beter in te schatten hoeveel een onderneming in de toekomst zal opbrengen. Natuurlijk moet het systeem nog bijgeschaafd worden, maar zijn invloed is absoluut positief.” (T)

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content