De onvermijdelijke opwarming

Oliver Morton redacteur van The Economist en schrijver van The Planet Remade

De twijfels over de opwarming van de aarde en de rol van de mens daarin verdwijnen. Hoe moet het nu verder met onze planeet?

Mocht u in 2007 plots zin krijgen om naar de noordpool te wandelen, dan is dat misschien toch niet zo’n goed jaar om eraan te beginnen. Dat gezegd zijnde, zou het wel eens uw laatste kans kunnen zijn. Het zee-ijs dat onze planeet bedekt als een glanzend geval van mannelijke kaalhoofdigheid, trekt zich terug in een tempo waarvan gebruikers van het haargroeimiddel Regaine alleen maar kunnen dromen. En het zal dat waarschijnlijk blijven doen. De terugtrekking van het zee-ijs is een van de vele redenen waarom de twijfels over de echtheid van de antropogene klimaatverandering verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Die twijfels zullen in 2007 helemaal naar de achtergrond verschuiven. In het begin van het jaar zal het Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering zijn vierde evaluatierapport uitbrengen, het derde dateert van 2001. Daarin zal het panel bevestigen dat de broeikasgassen hun hoogste peil bereikt hebben in 650.000 jaar en misschien wel miljoenen jaren meer. En dat de kans groot is dat de bescheiden opwarming van de aarde in de voorbije vijftig jaar kan toegeschreven worden aan de broeikasgassen die uitgestoten worden door de industrie. Het panel zal ook herhalen dat een verdere opwarming onvermijdelijk is.

De ontdekking van het milieu

De wetenschap is niet langer de grootste bron van onzekerheid over de menselijke impact op het klimaat. Er bestaat nog wel twijfel over wat we kunnen voorspellen. En ook over welke beperkingen opgelegd kunnen worden aan het gebruik van fossiele brandstoffen in de wereld. In 2007 zal die vraag haar terechte plaats innemen in het centrum van de discussie.

Het goede nieuws is dat enkele sectoren en voorheen ongeïnteresseerde regeringen een en ander blijkbaar beginnen in te zien. De milieureglementen in China worden strenger en er bestaat in dat land ook hoop op ernstige maatregelen voor energie-efficiëntie (het is bijna beschamend dat de emissienormen voor auto’s en vrachtwagens in China strenger zijn dan in Amerika). Intussen is cleantech, dat ook alternatieve energietechnologieën omvat, een van de snelst groeiende categorieën van de durfkapitaalsector.

Met dank aan de zon

Van al de nieuwe technologieën die op zoek zijn naar R&D, kapitaal en markten, is er een die in 2007 speciaal in het oog moet gehouden worden, namelijk zonne-energie. Windturbines zullen vanaf nu en tot het einde der tijden alleen maar marginale verbeteringen te zien geven: ze zullen iets efficiënter worden, wat goedkoper om te installeren en wat goedkoper om te bouwen.

Zonne-energie staat echter voor een doorbraak. Het materiaal dat de basis vormt van het overgrote deel van de hedendaagse zonnecellen, silicium, is duur en omslachtig. Waarom zouden we geen nieuwe materialen, die maar een tiende of een twintigste van de prijs van silicium kosten, kunnen gebruiken? Alles wat nodig is, is vindingrijkheid, openbaar of privé-initiatief en kennis van de relevante subtiliteiten van de scheikunde en de fysica. Geen van die factoren kan op dit ogenblik een schaars goed genoemd worden. Integendeel, ze nemen nog uitbreiding. In 2007 zal Nanosolar, een starter uit Silicon Valley, de eerste, echt grote zonnecelfabriek openen die niet draait rond silicium. Er zullen er nog veel volgen.

Zelfs met een aangehouden groei van de energie-efficiëntie en de koolstofvrije opwekking van energie, zit er nog verdere opwarming aan te komen. Hoe snel we de emissies moeten terugschroeven, zal nog altijd een hardnekkig discussiepunt vormen in 2007, maar de noodzaak om eraan te beginnen zal duidelijker zijn dan ooit.

De auteur is hoofdredacteur Nieuws en Features van Nature en de auteur van ‘Eating the Sun’, een boek dat in 2007 verschijnt bij Fourth Estate.

Oliver Morton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content