“De olieprijs zal niet dalen”

De Belg François Cornelis is ondervoorzitter van oliereus Total en CEO van diens chemiepoot. Hoe heeft het concern de fusie met Petrofina en Elf verteerd? Wat is zijn strategie? Zal de globalisering de kansen van de petrochemie in Antwerpen en Feluy beknotten? En wanneer zakt die olieprijs eindelijk?

In Cash vindt u deze week een analyse van de olieprijzen en hoe u daar als belegger voordeel bij haalt.

Het Brusselse hoekkantoor van François Cornelis (54) is een plek met een geschiedenis. De legendarische baron Wolters, verzetsstrijder en redder van het collaborerende Petrofina na de Tweede Wereldoorlog, en Adolphe Demeure de Lespaul doopten hier hun pen in de inkt. In de ruimte staat geen computer. “Een van mijn vrienden, een consultant, kwam langs. Hij zag geen computer en zei: Aha, een bureau waar nagedacht wordt!”, lacht de ondervoorzitter van Total, die in één adem ook chief executive officer (CEO) is van de petrochemiepoot Atofina. De goede luim zit erin. Verderop in de gang hebben ze een vergaderzaal joyeus herdoopt tot Café de Paris, als knipoog naar de hoofdzetel.

Atofina is ontstaan uit de fusie van het trio Total, Petrofina en Elf. Het is het ex-bedrijf Atochem van Elf, samen met de petrochemie van Petrofina en specialiteiten van Total. “Op termijn zal de naam Atofina verdwijnen,” onthult Cornelis. De petrochemiepoot van Total werd al grotendeels vanuit Brussel geleid, en door de onlangs aangekondigde reorganisatie wordt dat nog versterkt: 60 personeelsleden verhuizen van Parijs naar onze hoofdstad. “In het verleden zat ik één dag in Brussel en drie of vier in Parijs of op reis. Mijn Brusselse uren zullen nu groeien. Bij de overname van Petrofina door Total in 1999 was de afspraak dat de petrochemie in Brussel zou blijven. Bij de start was dat trouwens de petrochemie plus de raffinage en de marketing. Na de fusie met Elf vertrokken de directies Raffinaderij en Marketing echter uit Brussel en werd beslist om hier de petrochemie te versterken. Het Brusselse hoofdkwartier is een nieuwe etappe in de internationalisering van Total. Het hoofdkantoor van Atotech, dat chemie voor gedrukte schakelingen maakt, is dan weer in Berlijn gevestigd.”

FRANçOIS CORNELIS. “Die investeringen hangen noch van België noch van Total af, maar van de markt. Wij hebben de mogelijkheid om uit te breiden in Antwerpen en in Feluy, bijvoorbeeld om meer polypropyleen te maken. Alles hangt af van de groei van de markt. Een nieuwe lijn produceert 400.000 ton en vertegenwoordigt tussen de 5 % en de 7 % van de Europese markt. Dat is dus ofwel één jaar groei in een sterke markt, of vijf jaar groei in een zwakke markt.”

Wat is de benchmarking van uw Belgische petrochemische installaties?

CORNELIS. “Onze raffinaderij staat aan de wereldtop. De stoomkrakers ( nvdr û industriële drukkookpannen) zijn van ongelijke kwaliteit; de oudste kraker is qua competitiviteit veel zwakker dan de twee andere. Maar voor polymeren is Feluy een van de beste polypropyleeninstallaties van Europa en de polyethyleenfabriek in Antwerpen is verbeterd.”

Zijn uw energiekosten in Feluy en Antwerpen competitief?

CORNELIS. “Onze elektriciteitskosten zijn door allerhande heffingen fors omhoog gegaan en het ziet ernaar uit dat onze energiekosten minder competitief worden. Dezelfde trend zie je ook in Frankrijk en Duitsland. Daarmee vergeleken liggen de kosten in de Verenigde Staten en Azië lager. De Europese prijsontwikkeling is alarmerend.”

Er is stijgende commotie over de waardering van de oliereserves van de grote oliebedrijven. Bij Shell is de topman om die reden afgedankt. Wat is de situatie van Total?

CORNELIS. “Wij zijn voorzichtig met de schatting van onze reserves, en we zijn niet bang dat we daarover in de verdediging zullen moeten gaan. Anderzijds achten we het nodig dat de Amerikaanse beurscommissie, de SEC, haar regels voor de waardering van oliereserves herziet. Ze moet daarbij rekening houden met de jongste technologieën voor bijvoorbeeld seismische onderzoekingen.”

Er is een belangrijke herstructurering op til?

CORNELIS. “Ja, dat klopt. Het gewicht van de chemie in Total is te groot, namelijk 26 % van de gebruikte kapitalen. Bij de overige olie- majors is dat 15 %. Wij hebben in 2000 al gekozen voor een vermindering van het gewicht van de chemie. In een eerste fase verkochten we gedurende drie jaar telkens voor 500 miljoen euro vaste activa van de chemie, bijvoorbeeld de verfdivisie Sigma Kalon en vijf andere divisies. We wilden op dat ritme verdergaan, maar daar zijn we op teruggekomen. Ten eerste is het moeilijk om te dragen voor het personeel – wij zeggen dat we verkopen maar niet wát we verkopen, en dat is psychologisch zwaar. Ten tweede zagen we dat er weinig synergie is tussen de chemie en de petrochemie. Dus was het verstandiger om de chemie in te schuiven in een nieuwe, autonome onderneming. Ze blijft onder de leiding van Total in de chemische tak.

“Het is de bedoeling om de verzelfstandigde onderneming af te stoten wanneer ze rendabeler is en een sterke balans heeft. Daar is geen tijdsspanne voor bepaald; eerst moet dit project naar de Franse sociale partners. Het project zal leiden tot een vermindering van de gebruikte kapitalen in de chemie met 2,5 miljard euro en daardoor zakken we naar minder dan 20 %. Tegelijk versterken we de petrochemie en de specialiteiten. Daardoor wordt de verhouding 55 % petrochemie en 45 % chemie.

“In de petrochemie waren we geen wereldleider. Dat moest beter. Na de verkoop van de Verf hebben we dat bedrag geherinvesteerd in de petrochemie door de aankoop van 50 % van het Koreaanse Samsung. Zo worden we een wereldspeler. Samsung is een uitstekende zaak voor ons, een goede bijdrage tot de winst en een heel sterke poot in Azië.

“Als ik vergelijk met de vijf grote oliegroepen – Exxon, BP, Shell , Total en Chevron – dan presteert Exxon Chemicals het best in de chemie; wij hebben ongeveer een gelijke prestatie als BP en zijn een beetje minder slecht dan Shell en Chevron. Met uitzondering van Exxon Chemicals is de bijdrage tot de winst van de chemie van de vier over de jongste vijf jaar te klein in verhouding tot de winstbijdrage van de olie. Bij ons zal dat veranderen door de mondialisering van de petrochemie, door de herstructurering van de chemie en de versterking van de specialiteiten.”

Wat kunt u nu wel doen dat u bij Petrofina niet kon?

CORNELIS. “Bij Petrofina heb ik, buiten de lopende investeringen, één investering gedaan van 1 miljard euro, en dat kon ik eenmaal doen op vijf jaar. Voor een exploratie, productie of goede velden moet je vandaag enkele keren per jaar 1 miljard euro op tafel leggen. Dat doen wij bijvoorbeeld in Kazachstan en Venezuela. Petrofina kon dat nooit frequent doen en kon evenmin jaarlijks topprestaties afleveren in de exploratie en de productie, de raffinage, de marketing of de petrochemie.”

Is uw verantwoordelijkheid voor chemie binnen een oliegroep geen harakiri-job?

CORNELIS. (lacht) “Het perspectief is vandaag verschillend van de petrochemie en de chemie in 1999. De chemie is in een crisis geraakt die niemand vier jaar geleden had zien aankomen. De chemie verdedigen in een groep die het goed doet in de olie is soms moeilijk.”

Verlangt u niet af en toe naar het verlossende telefoontje van een executive searcher met een voorstel om hoofd te worden van Exxon Chemicals?

CORNELIS. (lacht uitbundig) “Ik denk dat het een fantastisch doel is om te trachten met de ploeg van Total de beste petrochemieonderneming van de wereld te worden.”

Blijft het Elf-schandaal een vlek op het blazoen van Total?

CORNELIS. “Absoluut niet. Vanaf dag één was het voor mij duidelijk dat het een voltijdse job zou zijn om die rechtszaak te volgen. Ik heb ze dus niet gevolgd en ben geen expert in de affaire. Dit is het verleden van Elf en dat heeft met de huidige verantwoordelijken of medewerkers niets meer te maken. Total is onbesmet door Elf en onder ons wordt er nooit over gepraat.”

Hebt u het boek ‘Putain de la République’ van Christine Deviers-Joncour gelezen? Daarin biecht ze haar escapades op met de Franse buitenlandminister Roland Dumas. Zij deed dat betaald en in opdracht van Elf?

CORNELIS. “Neen. Ik heb het niet gelezen en het interesseert me niet.”

Waar staat Total in zijn relatie met Irak en het Midden-Oosten? Frankrijk was immers tegen de Irakoorlog.

CORNELIS. “Alle grote oliegroepen zoeken naar grotere velden dan hebben we het over 1 miljard vaten of meer. Daartoe onderhandelen en proefboren ze allemaal in Rusland en in het Midden-Oosten. In het Midden-Oosten hebben we nieuwe contracten gesloten voor aardgas in Saudi-Arabië en we hopen in Irak opnieuw mee te doen met de huidige exploitatie of nieuwe velden te ontwikkelen. Voor het ogenblik is het rustig en iedereen wacht op betere tijden met minder geweld en meer juridische stabiliteit. Total heeft veel expertise. We hebben twee Iraakse velden bestudeerd zonder ze te ontwikkelen.”

U had goede relaties met het regime van Saddam Hoessein. Bemoeilijkt dat uw situatie niet?

CORNELIS. “Dat is overdreven. Total heeft discussies gevoerd in Bagdad zoals iedereen. Total wist dat het land onder een embargo van de Verenigde Naties viel, en dus konden en wilden wij niets doen. Maar het is niet omdat de Amerikanen de oorlog hoofdzakelijk alleen gevoerd hebben, dat ze alles alleen zullen kunnen verwezenlijken in Irak. Er is veel technologie en geld nodig om de Iraakse economie gezond te maken, en wij zullen geraadpleegd worden.”

De overnamepoging van Aventis door Sanofi is strategisch belangrijk voor Total. U bent hoofdaandeelhouder van Sanofi. Als het lukt, wordt verwacht dat u het gefuseerde Sanofi-Aventis zal verkopen om een belangrijke energieacquisitie te doen of uw eigen aandelen in te kopen.

CORNELIS. “Wij geloven dat de fusie tussen Sanofi en Aventis een schitterende nieuwe farmagroep zal vormen. Het zal voor ons gemakkelijker zijn om in de toekomst onze participatie te verkopen, maar dat doen we pas nadat we betere kansen gegeven hebben aan Sanofi-Aventis. Total wil niet zomaar een snelle verkoop, want we hebben geen onmiddellijke geldbehoeften. De interne groei van de groep is vandaag rendabeler dan overnames, want overnames zijn nu te duur. Ons objectief is 20 % tot 30 % schuld te behouden ten overstaan van de eigen middelen. En als we meer inkomen genereren dan onze behoeften, dan kopen we opnieuw onze aandelen. Over de jongste drie jaar hebben wij al ongeveer 15 % teruggekocht en dat is goed voor de aandeelhouders.”

Spelen er patriottische redenen mee? De Franse premier Jean-Pierre Raffarin verzet zich tegen de witte ridder die het Zwitserse Novartis zou kunnen zijn. Minister van Economie Francis Mer pleit publiek voor de fusie.

CORNELIS. “Frankrijk is een groot Europees land en heeft ambities. Het koestert graag grote ondernemingen omdat ze macht betekenen en uitstralen.”

Past dat ook in de context van de opbouw van nationale kampioenen?

CORNELIS. “Het ligt genuanceerder, maar Frankrijk wil grote ondernemingen met een nationale verankering. Zelfs als dat laatste vandaag een relatieve betekenis heeft. Total heeft vandaag meer buitenlandse dan Franse aandeelhouders.”

Waarom is Franse verankering goed en Belgische verankering niet?

CORNELIS. (lacht) “Ik heb nooit gezegd dat Belgische verankering geen goed idee is. In de jaren tachtig was het duidelijk dat de Belgische ondernemingen hun verankering niet zouden consolideren. De noodzakelijke vennootschapswetgeving en de ambitie waren er niet – in tegenstelling tot in Nederland en Frankrijk.”

Is Sibneft in Rusland een belangrijk overnamedoelwit?

CORNELIS. “Rusland is een paradijs met al zijn olie en gas. Sibneft is een mogelijk doelwit, maar dat is het voor iedereen. Tegelijk moet je voorzichtig zijn: Total bezit in Rusland liever reserves dan participaties in ondernemingen, want die zijn altijd een risico door de onstabiele situatie in het land.”

Wat is uw prijsraming voor een vat ruwe olie in de volgende twaalf maanden?

CORNELIS. “De huidige prijs is hoger dan wij dachten en blijft ook hoger. Total verwachtte dat de prijs zou dalen naar een waaier van 15 tot 25 dollar, maar de prijs zit stevig op 33 dollar. Alle grondstoffen zijn vandaag duur door de vraag van China en door de wereldvraag, die hoger is dan verwacht – niet in het stagnerende Europa maar wel in Azië en in de VS. De fundamentals wijzen op een relatief gematigde daling van de prijzen.”

Hoe moet het verder met het Kyoto-protocol? De Russen hebben weinig zin om het akkoord te ondertekenen. Is dat tactiek of geloven ze niet in het doemscenario van de opwarming van de aarde?

CORNELIS. “Het verdrag is vijftien jaar oud en een aanpassing zou geen luxe zijn. De verwarming van de aarde is een probleem en wij moeten iets doen. Maar tegelijk moet men twee gevolgen erkennen. Ten eerste: als Europa het verdrag in z’n eentje zou uitvoeren, is dat extreem gevaarlijk voor onze competitiviteit. En ten tweede zal het geen effect hebben. Onze productie van CO2 is relatief onbelangrijk op wereldschaal en men zou beter eerst naar de meest vervuilende praktijken in de rest van de wereld kijken. De Kyoto-teksten stoten op één grote onmogelijkheid. Het is een verdrag tussen landen en multinationals opereren per definitie in verschillende landen. Total belooft de CO2-uitstoot met 30 % te verminderen, maar het is voor ons onduidelijk of we het overschot van de ene plek mogen compenseren met het tekort van een andere plek.”

Wat is de rol van Rusland in die context?

CORNELIS. “De Russen hebben een zeer energie-intensieve economie en hun prioriteit is de economische ontwikkeling en niet het verminderen van de broeikasgassen. Hoe president Vladimir Poetin in dit dossier zal manoeuvreren, blijft onklaar.”

Wat denkt u zelf over de opwarming van de aarde? Bent u een ‘believer’?

CORNELIS. “Ik kan de wetenschappelijke argumenten voor of tegen Kyoto niet inschatten. Maar ik meen dat de dreiging groot genoeg is zodat het voorzorgsbeginsel mag gelden en het beter is om de broeikasgassen op een verstandige, pragmatische manier terug te dringen.”

Is de bouw van een nieuwe petrochemische fabriek in China vandaag een goed idee?

CORNELIS. “Voor de lange termijn is het oké, maar het vergt enorm veel kapitaal en enorm veel risico. Daarom kozen we voorlopig voor een alternatieve strategie door de samenwerking met Samsung. Samsung is voornamelijk een elektronische groep, wij zijn uitstekend in de petrochemie. 50 % van de capaciteit van de joint venture is gericht op China, 50 % op Korea. Onze ervaring na acht maanden is dat de Koreanen zeer bekwaam zijn, ontzettend gemotiveerd en hun fabrieken draaien even goed of beter dan de Europese installaties.”

Komt u depressief terug in Europa als u na een China-reis moet onderhandelen met de vakbonden in Antwerpen?

CORNELIS. (lacht) “Het is heel verschillend. Een trip naar Azië is een vitaminekuur. Ik ben gerust dat dankzij Azië en de uitvoer vanuit Europa ook Antwerpen en Feluy aan hun trekken zullen komen. De mondialisering van de economie en de groei van Azië scheppen kansen voor Europa.”

Tot slot: missen wij in België staatsexperts zoals de bekende oud-leerlingen van de Franse ENA, de nationale administratieschool? Was u zelf graag Enarque geweest?

CORNELIS. “Ik was een gelukkige student burgerlijk ingenieur in Leuven en mijn opleiding heeft me goed gewapend voor mijn buitenlandse jaren. Ik ben de laatste om te klagen over de Belgische universiteiten.”

Frans Crols

“Bij Petrofina kon ik om de vijf jaar één investering van 1 miljard euro doen. Bij Total is dat enkele keren per jaar.”

“De Kyoto-teksten stoten op één grote onmogelijkheid. Het is een verdrag tussen landen, en multinationals opereren per definitie in verschillende landen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content