De nieuwe Duivelsverzen

Zal delokalisatie of offshoring nóg eens miljoenen witteboordenbanen in het Westen overbodig maken, zoals sommige economen en politici de bevolking paniekerig voorhouden? Voor het antwoord op die vraag trokken we naar Philippe de Buck (secretaris-generaal van Unice en dus een man die spreekt voor 16 miljoen bedrijven en 100 miljoen werknemers) en Catherine L. Mann (muntadviseur van de gewezen Amerikaanse president Bill Clinton).

J ean Pieters is softwareschrijver voor een grote Belgische bank. Zonder de trom te roeren, verschuift de bank zijn witteboordenbaan naar de goedkope Indiase programmatuurfabrieken Wipro en Infosys. De snelbaan voor het pingpongen van vragen en antwoorden is het internet. De job van Pieters verdwijnt of zal van inhoud veranderen.

Wat Jean Pieters ervaart in 2004, maakten draaiers, lassers, schrijnwerkers en lopendebandwerkers mee in de jaren negentig van de vorige eeuw. Blauweboordenjobs in het Westen kregen voeten. Tien jaar geleden heette het fenomeen delokalisatie. Wie mee is, paniekt vandaag over offshoring.

John Kerry ziet offshoring niet zitten

Catherine L. Mann is senior fellow van het Institute for International Economics aan Massachusetts Avenue in Washington. Vanuit haar kantoor kijkt zij naar een klonter van denktanks. De buren zijn het Carnegie Institute for the Endowment of Peace, Johns Hopkins Advanced Study Center en Brookings; stuk voor stuk privé-beleidsadviseurs met stem en macht. Mann publiceerde rond de jaarwisseling een studie over ‘Globalization of IT Services and White Collar Jobs; The Next Wave of Productivity Growth’.

De tekst is de sleutel voor een bits debat in de VS. 2004 is een verkiezingsjaar en het geruzie over de economische effecten van de offshoring polariseert de Republikeinen en de Democraten. Het percentage van volksmisleiding ligt hoog in het gekrakeel. Gregory Mankiw, voorzitter van de White House Council of Economic Advisers en een vooraanstaande econoom van Harvard University, speelde ongewild stokebrand bij de voorstelling van het jaarlijkse Economic Report of the President. Hij zei: “Offshoring is een nieuwe manier van internationale handel. Meer zaken zijn exporteerbaar dan in het verleden en dat is een goede zaak.”

John Kerry, de presidentskandidaat van de Democraten, reageerde snoeihard: “President George W. Bush vernietigde 3 miljoen jobs en nu wil hij een pak van wat rest exporteren.”

“De jobvernietiging is minder angstaanjagend dan men kan afleiden uit de boze verklaringen van werkloze programmeurs en de ramingen van de consultants,” oordeelt Catherine Mann in een gesprek met Trends. “De werkloze programmeurs zijn geen gevolg van de uitvoer van hun taken naar India. Het einde van de technologie-euforie, de algemene economische neergang en de groeivertraging in de industrie veroorzaken de dalende tewerkstelling in de IT-branche, niet de buitenlandse wedijver. De meeste ramingen vergelijken trouwens de top van de technologieboom met de slappe economie van 2003 en dat is een foute meting.”

Manns studie stelt dat een vergelijking van einde 1999, een goede periode voor programmeurs, met december 2003 een toename te zien geeft van 14 % in financiële en businessbanen, een toename van 6 % in computer- en cijferbanen en een afname van 2 % in architectuur- en engineeringbanen.

Mann: “De nieuwe programmeerjobs in India leiden niet tot de schrapping van jobs in de VS. Het grote probleem voor de witteboorden- en de blauweboordenbanen is dat de verwerkende industrie slapjes is. Een onderbenutte productievloer leidt tot banenverlies in de kantoorgebouwen rond de fabriek”.

Europa is bang van risico’s

Philippe de Buck was 25 jaar een spil van Fabrimetal/Agoria. Hij eindigde bij de metaal- en technologieondernemers als directeur-generaal en werd gekoppensneld voor een hogere patronale etage, Unice. De Europese werkgeversvereniging zit in een fraai gebouw op wandelafstand van de Europese Commissie. De Gentenaar De Buck haalde het grieperige Unice uit de ziekenkamer. De nieuwe werkplek ruikt op de alleraangenaamste manier naar entrepreneuring en eurofilie. Philippe de Buck spreekt voor 16 miljoen ondernemingen en 100 miljoen werknemers.

“In de VS is 2004 een verkiezingsjaar en dat verhit de geesten. Steevast hoor je dan stemmen voor het afschermen van de markt, voor protectionisme. De vraag naar protectionisme om jobs binnen de EU-grenzen te houden, hoor ik niet,” zegt hij. “Het is trouwens technisch-beleidsmatig nagenoeg onmogelijk om dat op te leggen in Europa. In de VS vaardigt de president protectionistische maatregelen uit; niemand kan hem dat nadoen in Europa. Ik ben er trots op dat we de Amerikaanse reus leren hoe het moet door de invoersancties die EU-commissaris voor Handel, Pascal Lamy, oplegt ter bestraffing van de fiscale exportvoordelen van de Amerikanen. Zo hoort het. De globalisering, dus de vrije handel en markt, heeft nadelen, maar als je de voor- en de nadelen afweegt, zijn de nadelen klein en de voordelen zeer groot.”

De wereld vandaag is koddig. De Buck roemt de goede service die hij voor kort kreeg bij de telefonische bestelling van een vliegretourtje Brussel-Rome. De man aan de lijn was Québecois en werkte vanuit een belcentrum in… Nieuw-Zeeland.

“Die dynamiek en internationalisering geeft mij een kick. Waarom is Europa zo bang van risico’s? Voor genetisch gewijzigde gewassen lagen we voor en nu pakt de VS onze voorsprong af. Wereldwijd wordt 60 miljoen hectaren bebouwd met GGO-gewassen, waarvan 500 hectaren in Duitsland, hoe kan je dan volgen? Voor farmaonderzoek verhuizen de beste researchers naar de VS. Midden in de technologische universiteit MIT staan de nieuwe researchbuildings van Novartis. Waar blijven de labs van Janssen Pharmaceutica op de campus van de KU Leuven of de Universiteit Gent?”

CATHERINE MANN (INSTITUTE FOR INTERNATIONAL ECONOMICS). “Op lange termijn is offshoring positief, want de globalisering van de software en de diensten verhoogt de productiviteit in het Westen en zal leiden tot nieuwe banen met hogere bekwaamheden en hogere lonen.”

PHILIPPE DE BUCK (UNICE). “Delokalisatie en offshoring zijn evolutieve, geen bruuske processen. De discussie bij Fabrimetal ging bijvoorbeeld op het einde van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw over outsourcing, niet over delokalisatie. De delokalisatie was meer een hype dan werkelijkheid voor de Belgische ondernemingen, met uitzondering van de verhuis naar Centraal-Europa om kostprijsredenen en gebrek aan beschikbare arbeid in West-Europa.

“Sedert vijf jaar is er een omslag, een paradigmaverschuiving. De internationalisering van het ondernemen krijgt armslag en wordt structureel. De Europese ondernemers off- shoren om kostprijsredenen – we blijven trendmatig te duur -, omdat de groeipolen van de economie India en China worden, omdat de arbeiders in Azië steeds bekwamer worden. Tel op, lagere kosten, veel goed volk en een groeiende markt: dus de offshoring wordt een constante. Dit gezegd zijnde, het is nog early days voor deze trend en slechts een handvol topondernemingen omhelst de offshoring als strategie. Unice-voorzitter en oud-topman van BASF, Jürgen Strube, vertelde recent aan EU-voorzitter Romano Prodi dat BASF niet alleen investeert in China maar eveneens Ludwigshafen en Antwerpen bedenkt met nieuwe installaties. Dit is wereldbusiness. General Electric bouwt een onderzoekslab in München. De ondernemingen gebruiken alle continenten om betere producten tegen lagere prijzen te produceren. Er wordt meer dan ooit vergeleken tussen de kosten, de onderzoeksmogelijkheden, de fiscale situatie en de opleiding. One world blijft vandaag een slogan.”

Bij de productie van hardware ging het in de jaren negentig van de vorige eeuw om meer dan een hype. Intussen weet toch iedereen dat elke pc op een Europees bureau al jarenlang wordt geproduceerd in Azië?

MANN. “Mijn studie bewijst dat de softwarebranche vandaag een kopie is van de offshoring van de hardwarefabricage. Het maken van chips, computers en toebehoren in Azië leidde tot een productiviteitssprong van de Amerikaanse economie en een jaarlijkse groeiversnelling van het Amerikaanse bruto binnenlands product met 0,3 % en dus een BBP-toename tussen 1995 en 2002 van 230 miljard dollar. In de late jaren tachtig begonnen Aziatische fabrikanten goedkope geheugenchips te maken. De Amerikaanse chipindustrie bedelde om een afscherming van de markt, anders zou zij haar rentabiliteit en voorsprong verliezen. Gelukkig werd die eis afgewimpeld. De Amerikanen pakten de productie van microprocessoren aan en de computerindustrie kocht massa’s chips, klavieren en diskmotoren tegen dalende prijzen in Azië en dat ten voordele van de industrie en de consumenten. De off-shoring van de hardware werd geen economisch kerkhof, maar de reden van een productiviteits- en competitiviteitsgroei. Bankiers en grootwinkeliers vonden nieuwe toepas-singen voor de goedkopere hardware. Hetzelfde scenario zal zich voordoen bij de verhuis van programmeursjobs naar India.”

DE BUCK. “Offshoring is een prioritair dossier voor mij. China produceert 62 % van de dvd-spelers en 37 % van de pc’s. Van het interne seminarie ‘Relaunching Growth’ van Unice op 17 februari – met onder meer topmensen van Philips en Solvay – onthoud ik hoe de ondernemingen reikhalzen naar de talentenpot in India, China en Rusland. De Europese Unie kan slechts voor 80 % van haar vraag naar werknemers de geschikte mensen vinden, dus is zij voor 20 % aangewezen op fabricage buiten de huidige EU-grenzen.

“Verwacht per 1 mei met de tien nieuwe ledenlanden geen revolutie in de offshoring naar Centraal-Europa. De integratie tussen de EU en de nieuwe landen is vijftien jaar bezig. De uitvoer van de EU naar Centraal-Europa vertienvoudigde en de miljardeninvesteringen van westerse bedrijven en regeringen in het centrum van Europa brachten ons en hen voordelen aan. De nieuwe leden evolueren op een fantastisch positieve manier. Ik bewonder ze voor de wijze waarop ze uit een dictatoriaal-etatistische situatie op nog geen twee decennia de vrije markt binnenstappen. De jongste vijftien jaar is de stabiliteit van Europa met sprongen verbeterd. Daaraan denkt men weinig in de debatten van 2004. De landen van Centraal-Europa groeien sneller dan de landen van West-Europa.”

Welke niches profiteren bij voorrang van die goedkopere, internationale software?

MANN. “Ik zie drie sectoren waar software vandaag nog ondergebruikt wordt en die dus zullen profiteren van de goedkopere componenten van de programma’s uit India en andere nieuwe landen. Bij de KMO’s, de zorgbranche en de bouwfirma’s is een sprong van de productiviteit te verwachten door voordeliger software. Software is een blokkendoos zoals hardware een blokkendoos is: je kan componenten inkopen door de internationale arbeidsverdeling. Als we die achterblijvers naar het gemiddelde Amerikaanse informatiseringsniveau brengen, dan zal het BBP stijgen. Die internationalisering zal niet alleen economisch waardevol zijn, zij zal zorgen voor een betere gezondheid door minder paperassen en minder fouten.”

De weg ligt dan toch vrij naar telegeneeskunde?

MANN. “Neen, je ziekendossier zal niet in India belanden om het daar te verwerken. De gezondheidszorg is zeer ingewikkeld en persoonsgebonden en blijft voor het leeuwendeel in het Westen.”

Hoe overtuig je de werkloze programmeur van Washington of Brussel van die stelling?

MANN ( zucht) . “Dat is het eeuwige probleem van dergelijke debatten over de voordelen van open markten en internationale arbeidsverdeling. De nadelen liggen meteen in je bord door werkloosheid, moeizame herscholing, problemen met je hypotheek; de voordelen duiken op in groeicijfers, BBP-stijgingen en macro-economische gegevens die het publiek en de media koud laten. Het verhaal in de media en de buurt van de programmeur die zijn job verliest, is veel sappiger dan het verhaal van de man of vrouw die van job veranderde en het driemaal beter doet.”

DE BUCK. “De vakbonden doen officieel stroef over de internationalisering van de economie. Ik bemerk echter dat ze officieus toegeven geen alternatief te hebben. Zij aanvaarden tegenstribbelend de bedrijfsherstructureringen en willen soms loyaal hun leden overtuigen van de noodzakelijke aanpassingen aan statuten en tradities. Wij moeten een nieuw sociaal stelsel zoeken dat meer naar de toekomst dan naar het verleden kijkt. Europa dreigt tussen twee stoelen te vallen door een ruk naar het Westen en een ruk naar het Oosten. Het onderzoek en de ontwikkeling verhuizen van het oude continent naar de VS. Er werken op dit ogenblik al 400.000 Europeanen met een universitair diploma in de VS. De productie van goederen en diensten verhuist naar Rusland en Azië. Ik moet dit trouwens al nuanceren. Ik zie het onderzoek en de ontwikkeling in Bangalore, Manilla, Sjanghai. Ook ik kom geregeld terug van reizen naar het Oosten met een onbehaaglijk gevoelen over de oosterse dynamiek en de Europese oogkleppenmentaliteit.”

Vindt u dat de zin voor hoogdringendheid, de politieke ‘time to market’, van inzicht over beleidsbeslissing naar uitvoering, zwak is?

MANN. “In de VS hebben wij niet te klagen. De Republikeinen en Democraten zijn eensgezind over de kracht van de vrijhandel en de vrije markt als innovatiemachine. Het protectionisme in bijvoorbeeld de staal- en katoensector en de vrees voor de offshoring vandaag is electoraal opportunisme, geen beleidsoriëntering.”

DE BUCK. “Ja, onze politici en syndicalisten slepen met de voeten.. Ik kan me een gesprek inbeelden tussen Alan Greenspan van de Amerikaanse centrale bank en Jean-Claude Trichet van de Europese Centrale Bank waarbij Greenspan voor Trichet de troeven van Europa opsomt en daarbij de wens uit: “Koppel de Europese rijkdom, de universiteiten, de industrie, de knappe mensen aan de Amerikaanse dynamiek en je wordt machtiger en interessanter dan wij”. De Top van Lissabon wilde van de Europese Unie de meest dynamische economie van de wereld maken. Een synergie van het beste van Amerika en het beste van Europa is de heilige graal.”

Frans Crols

“Europa dreigt tussen twee stoelen te vallen. Het onderzoek en de ontwikkeling verhuizen naar de VS. En de productie van goederen en diensten verhuist naar Rusland en Azië.” (Philippe de Buck, Unice)

“De nieuwe programmeerjobs in India leiden niet tot de schrapping van jobs in het Westen.” (Catherine L. Mann)

“De internationalisering van de economie geeft mij een kick. Waarom is Europa zo bang van de risico’s?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content