De motor van het vakbondsverzet

Het is een beslissende week voor de onderhandelingen over het Generatiepact. Sociale partners en regering zitten bijna elke dag samen. Als de vakbonden niet voldoende aanpassingen kunnen binnenhalen, zal er op 25 november opnieuw gestaakt worden. Die datum werd al vrij snel door Herwig Jorissen, voorzitter van de metaalcentrale van het ABVV, naar voren geschoven.

Jorissen is de motor van het verzet tegen het Generatiepact. En met reden. De metaalarbeiders kunnen nu op brugpensioen vanaf 55 jaar, als ze een loopbaan van 38 jaar achter de rug hebben. Dat dreigt in de toekomst onmogelijk te worden. Jorissen zou al te graag de hele sector erkend zien als zwaar beroep, net zoals de bouw, om zo de uitzonderingspositie te kunnen behouden. Maar dat is allicht te hoog gegrepen.

Herwig Jorissen geniet van dit soort momenten. Hij is een man van de actie. Altijd geweest. Hij is een emotionele vakbondsman. Karel Vinck kent Jorissen van twee belangrijke herstructureringen uit het verleden: Bekaert en Union Minière (nu Umicore). “Ik heb hem leren kennen als iemand die zeer dicht bij zijn mensen staat, die daardoor snel op de barricades kruipt. Hij is een harde onderhandelaar, maar zodra er een akkoord is gesloten, heeft hij voldoende autoriteit bij zijn mensen om het te doen naleven. In bedrijfscontext heb ik hem ervaren als iemand die altijd naar een oplossing streeft, maar ik heb niet het gevoel dat hij dat doet in de discussie over het Generatiepact.”

Heel wat spelers op het sociale (slag)veld noemen Jorissen intelligent en vooral tactisch erg sterk. Soms tot op het sluwe af. De manier waarop hij het ACV het dossier van het brugpensioen heeft ontfutseld, is een meesterstukje. Hij is niet de grote dossierkenner, maar ziet wel snel de grote lijnen in een dossier. Een strateeg kan je hem dan weer niet noemen. “Hij kijkt niet verder dan de eerstvolgende actie,” zegt een waarnemer. “Hij heeft nu 25 november gelanceerd, maar weet niet hoe het daarna verder moet.”

Internationaal is Herwig Jorissen ook erg actief, onder meer in de Internationale Metaalbond. Cuba is een land waar hij graag, net als die andere Limburger Steve Stevaert, de rode kameraden gaat bezoeken.

In zijn jonge jaren stond Jorissen aan de verkeerde zijde. Een jeugdzonde waar hij met heel veel spijt op terugblikt. Jorissen was op zijn zeventiende lid van het VMO, de extreem-rechtse stoottroepen van de Vlaamse beweging. Waar er gevochten moest worden, was het VMO aanwezig. Als we Jorissen om bevestiging van dit lidmaatschap vragen, valt er een grote stilte. “Ik kom uit een landbouwersgezin met tien kinderen, ik kende niets van de wereld,” verklaart hij dan. “Je trekt wat op met gasten in het Tongerse en je belandt daar dan.” Aan moederskant is Herwig Jorissen familie van Wim Jorissen, radicaal-nationalist en later medestichter van de Volksunie.

Actie trok Herwig Jorissen aan. Zijn legerdienst vervulde hij als paracommando. Maar een paar jaar later zou hij het VMO de rug toedraaien. Hij ging op zijn negentiende, met een technische metaalopleiding als bagage, aan de slag in Luik bij een toeleverancier van het wapenbedrijf FN. “Ik was daar de enige Vlaming onder 150 werknemers,” zegt Jorissen. “De hartelijkheid waarmee ik werd opgevangen was enorm. Ik heb daar Wallonië leren kennen. Dat leerde me dat er toch iets niet klopte in dat flamingantisme. Ik heb me in mijn jeugd vereenzelvigd met dingen die ik vandaag absoluut verafschuw.”

Van de FN-toeleverancier verhuisde Jorissen naar het staalbedrijf ALZ. Hij werd vakbondssecretaris van de metaalcentrale van het ABVV, afdeling Noord-Limburg. Hij werkte toen nog samen met Louis Van Velthoven, de vader van de huidige minister van Werk, Peter Van Velthoven (SP.A). Bij ALZ werd Jorissen hoofdafgevaardigde. In de vijf jaar bij ALZ werd Jorissen sterk beïnvloed door de opleiding die hij kreeg aan het instituut van het ABVV in Melreux, waar de vakbondskaderleden gevormd worden. “Van erg grote invloed is ook de technisch directeur van ALZ geweest. Hij heeft me leren onderhandelen. Ik heb toen geleerd hoe het ook anders kan. Dat het niet altijd een conflictmodel moet zijn. Daardoor gingen de arbeiders van ALZ voor hem door het vuur wanneer hij hen vroeg extra inspanningen te leveren. Ik ben absoluut niet antiwerkgever. Je ontmoet weinig slechte patroons in het leven. Het probleem is wel dat hun zeggingskracht vermindert. Steeds meer wordt er beslist vanuit het buitenlandse hoofdkwartier.”

Na ALZ ging Jorissen bij de vakbond in dienst. In 1986 werd hij nationaal secretaris van de metaalcentrale, tien jaar later ondervoorzitter en nog eens vijf jaar later, in 2001, voorzitter. Jorissen is nu 55 jaar. Bijna tijd voor brugpensioen? “Arbeidsvreugde is heel belangrijk in het leven,” zegt hij. “Ik heb die bij het ABVV Metaal. Ik blijf tot mijn 65ste, tenzij Verhofstadt die leeftijd opdrijft. Daarom zal ik ook geen kandidaat zijn voor het voorzitterschap van het ABVV. Dat idee is absurd.”

Is Herwig Jorissen in de huidige discussie de grote boeman, de man die de arbeiders nodeloos de barricaden opjaagt? “Velen hebben de problematiek onderschat,” antwoordt hij. “Ik heb iedereen proberen te verwittigen dat het brugpensioen sterk leeft bij de mensen. Ik wist dat de basis zou reageren. Hoe kan ik aan mijn mensen in de fabriek uitleggen dat ze beschikbaar moeten blijven als er geen jobs zijn? Daarom zeg ik: laat mijn generatie met rust. Mijn doel nu is druk op de ketel houden. Maar ik ben geen hardliner. Ik ben een onderhandelaar die altijd naar oplossingen zoekt. Nadat ik een nationale stakingsaanzegging in de metaal gaf, zijn de overlegactiviteiten verdubbeld.”

“Hij loopt vóór zijn troepen opdat ze hem niet zouden voorbijsteken,” zegt iemand anders. “Op die manier trek je de mensen natuurlijk mee. Je geeft een vrijgeleide aan spontane acties.”

Herwig Jorissen

55 jaar.

Voorzitter ABVV Metaal.

Voortrekker in het verzet

tegen het Generatiepact.

Guido Muelenaer

“Ik blijf werken tot mijn 65ste, tenzij Verhofstadt die leeftijd opdrijft.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content