‘De mode speelt ons in de kaart’

Crisis in de retail? Niet zo bij de schoenenketen Torfs. De omzet groeit, en dus wordt werk gemaakt van expansie. “Er is nog veel potentieel in Vlaanderen”, zegt topman Wouter Torfs. Wallonië is niet voor morgen.

De handel heeft het lastig in België, vooral omdat de consument behoedzaam omspringt met zijn geld. De schoenenverkoop ontspringt voorlopig de dans, met dank aan de mode. “De jongste seizoenen staat de mode in het teken van veel en uitgesproken kleuren. Dat spoort aan om te kopen”, verklaart Wouter Torfs, CEO van de gelijknamige schoenenketen. “Ook de volgende zomer zal dat zo zijn. Als groen, kobaltblauw of een speciale soort rood plots de trend is, dan wil iedereen dat hebben, vooral de vrouwen. Voor een klassieke kleur zoals zwart is dat minder het geval. Iedereen heeft daar nog wel een paar van in de kast staan. In de textiel zijn er de afgelopen jaren ook felle kleuren geweest, maar daar was de groei toch minder sterk. Waarschijnlijk omdat je oude kleren gemakkelijker weer kan dragen.”

Wouter Torfs is een achterkleinzoon van de oprichters van de grootste schoenenverkoper van Vlaanderen. De keten heeft een goed jaar achter de rug. In 2011 groeide de omzet van 85 naar 93,2 miljoen euro. De winst daalde van 4,2 miljoen tot 3,5 miljoen euro. De cashflow bleef wel op peil, rond 9 miljoen euro. “2011 was een moeilijk jaar, maar we zijn toch met 9 procent gegroeid. Dat is inclusief de opening van nieuwe winkels. De omzetgroei per vergelijkbare winkeloppervlakte (de belangrijkste graadmeter voor de prestaties van bestaande winkels, nvdr) was 8 procent. Voor 2012 zal dat ook zo zijn. De omzet komt wellicht rond 105 miljoen euro uit, mede dankzij nieuwe winkels. Mijn collega’s doen het overigens ook niet slecht”, zegt Torfs.

Daarmee groeit Torfs sneller dan de inflatie. Die bedroeg het voorbije jaar voor schoeisel 2 à 3 procent. “Onze grondstoffenprijzen stijgen, maar niet onrustwekkend”, zegt Torfs. “We nemen nu meer af in Portugal, Spanje en Italië. Zo kunnen we ook sneller inspelen op trends, dan wanneer we in Azië inkopen.”

Leve de vrouwen

Het rapport van Torfs wordt nog beter als we vergelijken met de globale cijfers in de retailsector. Veel supermarktketens zagen hun omzet in de bestaande winkels amper boven de inflatie uit groeien. “Schoenen zijn zowel een luxe- als een basisproduct”, verklaart Torfs. “Enerzijds heb je schoenen nodig, anderzijds is het altijd leuk een nieuw paar laarzen te kopen. Zoiets is pure verwennerij in tijden van crisis. Vooral vrouwen houden van dat soort retail therapy. Maar laat ik niet te veel veralgemenen.” ( lacht)

Marktonderzoek van Torfs wijst inderdaad uit dat vooral vrouwen in een gezin beslissen over de aankoop van schoenen. Dat blijkt ook uit de omzetverdeling. Torfs haalt 55 procent van zijn omzet uit vrouwenschoenen. Een kwart komt van kinderschoenen, onder andere dankzij de exclusieve samenwerking met de entertainmentgroep Studio 100 voor het peutermerk Bumba. De overige 20 procent van de omzet zijn mannenschoenen. In stuks is hun aandeel nog kleiner, maar ze zijn duurder. Geen wonder dus dat Torfs zijn communicatie grotendeels op vrouwen richt.

In een Torfs-winkel vind je dan ook nauwelijks mannen, en al helemaal niet onder het personeel. 98 procent van de werknemers is vrouw. Dat is geen bewuste keuze. “Ik denk dat er bij mannen nogal wat vooroordelen bestaan over het beroep, in het bijzonder over het loon”, gaat Torfs voort. “De crisis maakt het iets gemakkelijker om personeel te vinden. Hoewel we al viermaal tot Beste Werkgever zijn gekozen, moeten we telkens weer creatief uit de hoek komen. Met een klassieke personeelsadvertentie vinden we niet genoeg mensen. We investeren ook veel in ons personeel: 22 procent van de omzet. Bij andere retailers is dat slechts 16 procent. Zij spenderen vaak meer aan marketing, bij ons is dat slechts 2 procent. Maar een goede service genereert mondreclame. We drukken onze medewerkers ook op het hart geen schoenen op te dringen. Aan een Vlaming kan je gemakkelijk een paar schoenen verkopen, het zijn veelal stille en brave mensen. Maar als ze niet tevreden zijn, komen ze niet terug.”

Naar tachtig winkels

De keten heeft zijn 66 vestigingen in eigen beheer. Het vastgoed wordt bijna altijd gehuurd. Er zijn enkele winkels in de kernen van centrumsteden, maar de meeste zijn baanwinkels langs invalswegen. “Vroeger zaten daar vooral ketens gericht op runshopping, snel de boodschappen doen en weer weg. Wij waren bij de eerste van het hogere segment – de funshopping – die zich daar hebben gevestigd”, zegt Torfs.

De schoenenketen heeft een bijna volledige dekking in Vlaanderen. “Het plafond is wellicht tachtig winkels. Het is dus een kwestie van de gaatjes op te vullen. Maar dat is niet het einde van het verhaal. We zijn nu marktleider in vrouwen- en mannenschoenen, met een aandeel van 10 procent. In zo’n versnipperde markt zit nog veel potentieel.”

Om het marktaandeel op te drijven, rekent Torfs onder meer op het internet. In het voorjaar werd een webshop opgestart. Die is gekoppeld aan de bestaande winkels. De helft van de gebruikers reserveert online een paar schoenen om ze later in een vestiging te passen. “De webshop is nu nog een van onze kleinste winkels. Binnen vijf jaar moet ze de grootste zijn. Daarvoor moet de omzet minstens maal drie of maal vier. Dat kan als een bedreiging overkomen voor onze gewone winkels, maar dat is niet zo. De webshop is hun grootste bondgenoot. Als we het zelf niet doen, verdwijnt het geld in de zakken van een concurrent”, zegt Torfs.

Zitten er overnames aan te komen? Daarover zei Torfs enkele jaren geleden in Trends: “We zoeken liever zelf goede locaties dan de brol van iemand anders te herstructureren.” Nu klinkt het anders: “De raad van bestuur heeft het signaal gegeven dat een overname een valabele optie is in Wallonië. Het is mogelijk dat we daar onder een andere merknaam en via een overname aan de slag gaan. Want Torfs is wel een heel Vlaamse naam. Als er een kans is, zullen we die zeker aandachtig bekijken. België blijft hoe dan ook onze focus. Een uitbreiding naar Nederland is geen optie. Het gaat daar erg slecht, een omzetdaling van 10 procent is daar heel normaal. We verliezen soms uit het oog wat een rustig eiland België wel is in vergelijking met de rest van Europa. Hier zijn de mensen nog rijk en het consumentenvertrouwen is groot. ”

Stijn Fockedey, fotografie Pat Verbruggen

“Schoenen zijn zowel een luxe- als een basisproduct”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content