De mentale agenda van dynamische ondernemers

Om de twee jaar heb ik een uniek voorrecht. Dan interview ik een twintigtal dynamische ondernemers die lid zijn van het Impulscentrum Groeimanagement van de Vlerick School. Die interviews zijn in de eerste plaats voor henzelf bestemd. Ze krijgen een rapport en bediscussiëren tijdens een tweedaags seminarie de leerpunten uit die rapporten.

De gevolgen van deze methode zijn velerlei: het gesprek is niet bedoeld als public relations zoals vaak bij een kranteninterview, het is evenmin bedoeld als input voor een eisenbundel van een werkgeversorganisatie. Het gaat gewoonweg over henzelf, hun doelen, hun tekorten, hun sterktes, hun stijl, hun ambities. Ik kan u verzekeren: dat zijn uiterst boeiende gesprekken waarbij ik een unieke kans krijg om te vernemen wat er omgaat in de hersenpan van diegenen die zorgen voor Vlaanderens economische toekomst.

De eerste en belangrijkste vraag die ik stel, is: wat staat er op uw mentale agenda, wat houdt u bezig? Over alle gesprekken heen, zijn mij de volgende thema’s bijgebleven. Wat volgt zijn uiteraard mijn woorden, elke bedrijfsleider vertelt zijn unieke verhaal.

Vooreerst is verandering wel degelijk de enige constante. Wat twee jaar geleden nog ‘state of the art’ was, is nu al ‘gewoon’. In sommige sectoren, en niet alleen in hightech, gaat het zo snel dat een korte periode van verlies aan waakzaamheid je meteen veroudert. Omgekeerd echter, als je naar een aantal stabiele sectoren kijkt, waar de posities ingenomen zijn, de schaalgrootte dominant is, wordt ondernemen hoe langer hoe moeizamer. Het enige wat dan nog rest, zijn overnames.

Bijna inherent hieraan gekoppeld is het thema ‘snelheid’. Modern ondernemen is zeer goed weten wat je wil. De ondernemers nemen heel graag de term ‘strategie’ in de mond en dat is bij de meesten onder hen geen ijdel woord. Opportuniteiten, hoe mooi ook, worden bijna steeds getoetst aan een vrij expliciete strategie. Maar die strategie mag niet vertragen. De uitvoering moet snel, razend snel kunnen gaan. Het verschil wordt gemaakt door een heldere strategie, maar nog veel meer door de snelle, liefst compromisloze uitvoering.

Opvallend is de houding tegenover ‘groen’. Waar de politiek wegvlucht naar nog belangrijkere problemen zoals vluchtelingen, verkiezingen en verkiezingsdistricten, en waar de consument enkel en alleen aan zijn gemak denkt, zie je hoe bedrijfsleiders ‘groen’ niet benaderen als een publicrelationsstunt, niet uit cynisme of hypocrisie, maar als volwaardig onderdeel van een businessmodel. Het tipping point is al lang voorbij. Vele sectoren, gebouwen, logistieke ketens, producten zullen ‘groen’ zijn of er niet zijn. Deze nuchtere houding is in zekere zin het gevolg van het vorige punt. Het kan zo snel gaan, een tipping point kan zo snel bereikt zijn dat je geen kans meer hebt als je er pas aan begint als het Europees, nationaal of regionaal wordt opgelegd.

Iedereen die met bedrijfsleiders praat, weet dat dynamische ondernemers niet het eeuwige refreintje van de loonhandicap zingen, maar wel het eeuwige refrein van ‘geef mij in godsnaam goede mensen’. Het idee ‘de juiste man/vrouw op de juiste plaats’ is nu al meer dan honderd jaar oud, maar het wordt nog steeds omarmd door de meest dynamische ondernemers. Een goede werknemer verdient zichzelf terug. Een slechte kost geld, en dan zou hij uiteraard best zo weinig mogelijk kosten. De war for talent is bij ondernemers nooit gestopt. Ze zijn er zich scherp van bewust dat hij de volgende jaren alleen maar in intensiteit kan toenemen.

Opvallend is ten slotte de trend naar kleinschaligheid. Er liggen enorme markten open voor producten en diensten die rond heel kleine eenheden draaien. Zelfredzaamheid op ecologisch, economisch, psychologisch vlak. De trend die begonnen was met ‘een pc in elke huiskamer en elk kantoor’ zet onverdroten door. Elk huis wordt een microkosmos in een wereld die weleens heel vijandig zou kunnen worden voor energie, ecologie, voedselketen, enzovoort. Die eenheden moeten verbonden worden met grotere eenheden, en al wat daarbij komt kijken, is een glimp op de toekomst.

Marc Buelens – Partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School

Iedereen die met bedrijfsleiders praat, weet dat dynamische ondernemers niet het eeuwige refreintje van de loonhandicap zingen, maar wel het eeuwige refrein van ‘geef mij in godsnaam goede mensen’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content