De meccanobouwers

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Het Oost-Vlaamse staalconstructiebedrijf Victor Buyck Group trekt volop de Aziatische kaart : terwijl de Maleisische fabriek op volle toeren draait, wordt deze maand het Thaise Siam Buyck Company Ltd. operationeel. De nieuwe “thuismarkt” in het Verre Oosten compenseert de inkrimping in het Westen.

Kuala Lumpur (Maleisië).

In plaats van een arbeidsintensieve fabriek voor metaalconstructie, zoals aanvankelijk gepland, koos Victor Buyck Group bij het opstarten van zijn Maleisische dochteronderneming Victor Buyck Steel Construction Sdn Bhd in december 1994 resoluut voor een modern instrument met de meest geavanceerde technologie. Dezelfde optie gold ook in november ’95 bij de bouw van Siam Buyck Company Ltd. in Bangna in de nieuwe industriële Rayong-regio ten zuidoosten van de hoofdstad Bangkok. Vanaf deze maand zullen uit de Thaise fabriek bouwkranen rollen voor de Finse multinational Kone (een eerste contract, goed voor de verwerking van 2000 ton staal). “Thailand heeft een nog krachtiger machinepark dan Maleisië,” illustreert Manuel Buyck, directeur van het moederbedrijf in Eeklo, de bezorgdheid van de Buyck Group om ook in de nieuwe thuismarkt van meet af aan een onbetwistbare koploper te zijn : “Hoe arbeidsintensiever, hoe groter de kans op fouten. Spitstechnologie en onze totaalaanpak vanaf engineering tot montage van grote ingewikkelde structuren, samen met onze capaciteit inzake logistiek en projectmanagement is wat ons onderscheidt van Zuidoost-Aziatische staalconstructeurs,” stelt Manuel Buyck. De drie productie-eenheden in Eeklo, Seremban en Bangna zijn op elkaar afgestemd : sturing van de machines in de Aziatische vestigingen kan vanuit Eeklo, maar evenzeer in de omgekeerde richting vanuit Bangna of Seremban.”

Bij een dergelijk scenario is het spook van delokalisatie nooit ver weg. Voor Manuel Buyck gaat het echter in de eerste plaats om consolidatie van de verworvenheden van een Vlaamse groep in de wereldmarkt. De sombere wolken die sinds 1991 boven de Europese bouwmarkt samenpakken, zijn hardnekkig. Een opklaring is niet in zicht : voor het zesde jaar op rij gaat de Europese staalconstructie door een zware recessie. Meer dan de helft van de Belgische staalconstructeurs duikt voor het tweede opeenvolgende jaar in de rode cijfers.

Productdiversificatie biedt geen alternatief, de Buyck Group blijft bij de kern “want daarin zijn we sterk” en kiest voor een bredere geografische armslag in gebieden waar bouwactiviteiten exploderen : Maleisië, waar Victor Buyck mee de futuristische skyline van KL (Kuala Lumpur) tekent, en Thailand, waar naar eigen zeggen nieuwe contracten in de pijplijn zitten “twee markten die rijp en stabiel zijn voor staalconstructeurs.”

VOLLE CAPACITEIT.

Directeur voor Zuidoost-Azië Roland Cracco bevestigt de strategie : “De groep bouwt zelfstandige profit centers om de economische risico’s over twee continenten te spreiden. De huidige conjunctuur en het heersende omgevingsklimaat bemoeilijken een verdere expansie in Europa. In de Aziatische groeimarkten kunnen we ons dankzij onze knowhow onderscheiden van onze concurrenten. Maar tegelijk werd in de voorbije twee jaar ook het hele productie-apparaat in België vernieuwd.” Robotisering kostte een aantal banen, maar met 500 werknemers in België komt de Buyck Group ongehavend uit de storm : een geconsolideerde omzet van 4 miljard frank, waarvan meer dan 60 % export. “De marges krimpen. Een staalconstructeur die vandaag in Europa zijn omzet van vijf jaar geleden wil handhaven, moet 25 % meer produceren,” rekent Roland Cracco. De grote werven, waarmee Victor Buyck een wereldreputatie verwierf Canary Wharf in Londen, het HSL-station Lille Europe in Rijsel, het Europees Parlement in Brussel of de Berendrechtsluis zijn in Europa dun gezaaid. Roland Cracco ziet de groepsomzet over vijf jaar verschuiven naar een vijftig/vijftig-verhouding voor Europa en Azië, tegenover de huidige 25 % in Maleisië en het opstartende Thailand. “We zijn als Vlaamse kmo commercieel overal in de wereld aanwezig, behalve in Noord- en Zuid-Amerika, de vroegere Sovjet-Unie en Australië. Consolidatie van de huidige posities is het streefdoel voor de eerstvolgende jaren,” schetst Manuel Buyck.

De fabriek van Seremban draait sinds de start op haar volle capaciteit van 20.000 ton. Aan de voet van de twee monumentale Petronas Towers in het centrum van Kuala Lumpur schuift Victor Buyck een indrukwekkende meccanodoos in elkaar : een metalen constructie van 18.000 ton staal vormt de ruwbouw voor 250.000 m² winkelruimte over zeven verdiepingen met stilistische atriums en patio’s. Het KL City Center Retail Podium, een van de grootste staalvreters ter wereld, slorpt op zichzelf bijna de totale productie op van Victor Buyck Steel Construction Sdn Bhd. ; daarnaast gaat momenteel 4000 ton staal uit de Maleisische fabriek naar de bouw van vier bruggen voor de lichte metro van KL en 2500 ton is bestemd voor een nieuwe vestiging van de Amerikaanse chipproducent Intel in Penang, Noord-Maleisië.

De Brit Robert Obbard, managing director, kijkt alert uit naar nieuwe projecten in Maleisië, Singapore en de hele regio. Hij leidt Victor Buyck in Seremban (een verwachte omzet van 1 miljard frank in ’97 met 100 werknemers). Aan het Petronas-winkelcomplex werken nog eens 200 mensen. Buyck heeft in Maleisië tien expats in dienst. Werfleider Stephan Vandevoorde ontvouwt vanop het dak van het shoppingcenter de plannen voor de grootste stadskernontwikkeling ter wereld in het hart van KL, waar niettegenstaande het gigantisme de Victoriaanse architectuur vrij goed wordt bewaard. Maar de koloniale sfeer van de Selangor-paardenrenbaan wordt herschapen in een futuristische groene long met vijvers en fonteinen, omzoomd door tientallen markante torengebouwen op maat van de ambities van de Maleisische tijger. De inmiddels bijna voltooide Petronas-torens zouden met hun 86 verdiepingen en 450 meter (hoger dan de Sears Tower in Chicago en het World Trade Center in New York) het hoogste gebouw ter wereld worden, maar komen straks al in de schaduw te staan van een toren in Shanghai, die op zijn beurt zal moeten buigen voor een project in Seoel.

Tussen de reuzenkranen van Victor Buyck, die vervaarlijke stalen gebintes manipuleren, rijst enkele kilometers verder het silhouet op van een andere trotse realisatie van de Vlaamse staalconstructeur : de 421 meter hoge KL-Telecommunication Tower. “Deze ervaring, die technisch en financieel een succes was, heeft ons ertoe aangezet om een lokale speler te worden met een eigen fabriek,” zegt Obbard (zie kader : Victor Buyck Far East).

Het was Robbert Obbard van Victor Buyck Structures Ltd. UK die zich in Maleisië vastbeet, in het kielzog van de Britse engineeringbureaus die begin de jaren negentig aantrekkelijker oorden opzochten : “Het land leunt aan bij de Angelsaksische mentaliteit ; er is rechtszekerheid, politieke stabiliteit en economische groei. En ik durf zonder aarzeling stellen dat het niveau van de gespecialiseerde technische arbeiders hoger is dan in Europa.” Obbards kopzorg is jobhopping, omdat de vraag naar deskundige arbeidskrachten personeelsverloop stimuleert.

Wereldwijd meet de Buyck Group zich met een aantal internationale concurrenten, maar slechts één andere Europese groep heeft ook voet aan de grond in Azië. Het Britse Cleveland Bridge plaatste zijn Aziatische dochterbedrijf pal naast Victor Buyck Steel Construction Sdn Bhd. in hetzelfde Oakland Industrial Park van Seremban. “Louter toeval,” lacht Roland Cracco, “fusies zijn in onze sector voorlopig niet aan de orde.”

ERIK BRUYLAND

STEPHAN VANDEVOORDE EN ROBBERT OBBARD (VICTOR BUYCK) OP HET WINKELCENTRUM AAN DE VOET VAN DE PETRONAS-TORENS Zuidoost-Azië is een aantrekkelijk alternatief voor de Europese staalconstructie, die gebukt gaat onder een zware recessie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content