De maritiem gooit een anker

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De maritieme sector presenteert volgende week Flanders Marine. De ondernemingen willen hun expertise verankeren, versterken en delen in een clusterorganisatie. Ze leren van hun Nederlandse sectorgenoten die een sterke lobby vormen op de thuismarkt en in Brussel.

“De Vlaamse baggersector is een van de sterkste ter wereld en kan zijn rol spelen in het industriële beleid”, zegt Christiaan Dekeyzer, die Jan De Nul België leidt. “Dat gebeurt te weinig. Flanders Marine moet daar verandering in brengen.”

Flanders Marine wordt op 5 oktober in Antwerpen voorgesteld tijdens een plechtige zitting met minister-president Kris Peeters. Jan Strubbe, gewezen directeur-generaal waterwegen en zeewezen is voorzitter van de organisatie. Hij verwijst naar wijlen de Vlaamse scheepsbouw.

“Er blijft niets over van de ijzersterke reputatie die Vlaanderen ooit had in die niche. De geïsoleerde kennis had amper spin-offs. Heel anders is nu de houding van de havenbedrijven en baggeraars die Flanders Marine mee uit de grond stampen. Ze willen hun expertise over de zee en de zeevaart versterken en uitbouwen. Een cluster rond sterke spelers spoort kmo’s aan om met klassieke waterbedrijven nieuwe technologie uit te bouwen.”

50.000 werknemers

Volgens een WES-studie telt de maritieme en zeegebonden cluster 50.000 werknemers. Coördinator Ann Van Assche (Regionaal So-ciaaleconomisch Overlegcomité Oostende) bracht in 2009 de Oostendse en Antwerpse havenbesturen, Jan De Nul, sectorgenoot DEME, het Vlaams Instituut voor de Zee en de provincie West-Vlaanderen rond de tafel. Met Vlaanderen in Actie kreeg Flanders Marine 275.000 euro overheidssteun om de haalbaarheid van een privaat-publieke cluster te onderzoeken.

“Onze baggerbedrijven zijn bereid hun deel in het project te investeren”, zegt Martin Ockier, directeur Benelux van Dredging International (DEME). “Onze kennis blijft nog te veel binnenskamers. Heel wat Vlaamse ondernemingen kunnen eruit leren om eigen maritieme activiteiten uit te bouwen.”

“Kennis delen heeft ook een positieve weerslag op onze groep, omdat we zo spelers interesseren voor problemen die we zelf niet of minder optimaal oplossen”, zegt Dekeyzer. Een voorbeeld. Bij de bouw van een kunstmatig eiland moet Jan De Nul niet alleen uitblinken als waterbouwer. Kennis van betonproductie, kaaienbouw, water- en slibzuivering en design zijn ook aandachtspunten.

Meestal heeft de groep die diverse expertise in huis. Maar niet altijd. Zo huurde De Nul voor zijn Palm-projecten in Dubai externe specialisten in om het mobiliteitseffect te bestuderen. Recenter werd het bedrijf in Rusland geconfronteerd met walvissen. Hun paargedrag zou volgens de overheid gestoord worden door de bouw van een platform.

“Daar stonden we dan”, grinnikt Dekeyzer. “Stoeiende walvissen, niet echt onze specialiteit, dreigden het rendement van het project te kelderen. We hebben één en ander kunnen counteren, maar een netwerk als Flanders Marine had ons sneller in kunnen contact brengen met de specialist walvissen van de universiteit Gent. Meer nog, in een ideale situatie hadden we met onze academische relaties op voorhand afgestemd welke problemen we met bedreigde diersoorten in die regio kunnen tegenkomen.”

Externe expertise integraal aanbieden

Ockier meldt ook dat de internationale opdrachtgevers steeds meer totaaloplossingen vragen. Alle details van een waterbouwkundige ingreep moeten op voorhand vastgelegd worden. “Vlamingen zijn plantrekkers. Het feit dat ons ondernemerschap primeert op rigide beslissingsprocessen, is een van onze troeven in het internationale baggergebeuren. Maar improviseren en arrangeren wordt steeds minder aanvaard. Onze klanten eisen steeds meer een totaaloplossing door een centrale structuur die ze kunnen aanspreken. Flanders Marine geeft ons meer slagkracht. Het diverse netwerk kan een troef zijn voor internationale opdrachten onder het motto ‘we hebben het niet in huis, maar wel dicht bij de deur’.”

Dat laat het baggerbedrijf toe om hoofdaannemer te blijven van het project. En daar zit de winst. “Als we niet alle processen zelf kunnen coördineren, worden we veroordeeld tot onderaannemer voor een andere partij. In onze sector geldt dat wie bovenaan de ladder staat het werk beheerst. De rest krijgt van alles op zijn kop”, zegt Ockier.

Voorlopig blijft de introductie van de maritieme cluster beperkt tot vage begrippen als Blue New World en Innovocean. Maar dat wordt concreter. “Er wordt ontzettend veel bestudeerd en bedisseld op Europees niveau en de Vlaamse industrie is er niet bij betrokken”, zegt Strubbe wat verontwaardigd (zie kader Holland doet beter). “Als de maritieme industrie wil blijven meedraaien, moet ze een versnelling hoger schakelen. Ondertussen drukt onze grootste maritieme concurrent Nederland zijn stempel op het Europese beleid. Het heeft al sinds 1997 de cluster Dutch Maritime Network.”

Dat werd nota bene gevormd op basis van een studie van de Vlaamse transporteconoom Chris Peeters (Policy Research). “De sector merkte dat er meer geld verdiend werd aan de scheepvaart, dan in de scheepvaart”, zegt algemeen directeur Henk Janssens van Dutch Maritime Network. “De maritieme industrie bundelde haar krachten om beter met elkaar en ook met de overheid te overleggen.”

“De Vlaamse maritieme sector is niet zo groot als de Nederlandse, maar is toch belangrijk genoeg om dat ook te doen”, zegt professor Peeters (UA). “Vandaag regelt Europa de toekomstige ordening van de zee. Welk aandeel krijgen de energieproducenten? Quid met de koopvaardij en de visvangst? Hoe duurzaam moeten de baggeraars te werk gaan? Je bent er als sector best bij betrokken.”

Het Nederlandse netwerk telt spelers uit de zee- en binnenvaart, havens, offshore-industrie, waterbouw, marine, scheepsbouw, visserij, watersport en hun toeleveranciers. De organisatie, die over een budgetje van 1 miljoen euro beschikt, is de spil van de campagne Maritime by Holland. Ooit gingen Nederlandse ondernemers afzonderlijk naar SMM, de grootste maritieme beurs in Hamburg. Begin deze maand nam het Holland Paviljoen er de grootste oppervlakte in. “Nederlandse maritieme bedrijven creëren op internationale congressen de atmosfeer dat niemand hen iets kan leren”, bevestigt Ockier. “Wij kunnen wel van hen leren.”

hans brockmans

“Improviseren en arrangeren wordt steeds minder aanvaard”

“We hebben de expertise niet in huis, maar wel dicht bij de deur”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content