‘De mannenwereld is mijn natuurlijke biotoop’

Vrouwen mogen dan ondervertegenwoordigd zijn in directiecomités. In de bankwereld is er eentje die daar geen last van heeft: Colette Dierick (50) is sinds 1 januari gedelegeerd bestuurder en lid van het directiecomité van ING België.

Vier jaar werkte Colette Dierick nauw samen met Jan Op de Beeck, hoofd retail van ING België. Samen zetten ze een nieuwe distributiestrategie op, die ING België omvormde tot een volwaardige internetbank. Op 1 januari nam Dierick de job van haar baas over. Het kenmerkt de generatiewissel aan de top van ING België. Zopas raakte bekend dat de 44-jarige Nederlander Ralph Hamers het directiecomité zal voorzitten, in opvolging van de 61-jarige Erik Dralans.

Hoe moeilijk is het om iemand op te volgen met wie u intens hebt samengewerkt?

DIERICK. “Jan en ik begrepen elkaar heel goed, we hebben vier jaar uitstekend samengewerkt. We zaten op dezelfde golflengte. Ik zal Jan zeker missen. Maar doordat hij me zo nauw betrok bij alles, ben ik goed voorbereid op mijn nieuwe baan. Zo heeft elk nadeel zijn voordeel.”

ING heeft zich de voorbije jaren omgevormd tot een internetbank. Is het gros van het werk niet achter de rug?

DIERICK. “Nee hoor, er is nog heel wat werk aan de winkel. Ook voor beleggingen is het onze ambitie direct banking ten volle en op een geïntegreerde manier aan te bieden, niet alleen voor aandelen maar ook voor fondsen en obligaties. Bovendien staan er ook heel wat minder zichtbare zaken op stapel. Vooral in de backoffice en in IT moeten er nog ontelbare kleine dingen gebeuren die het bancaire leven van de klant kunnen vergemakkelijken. Eén voorbeeld: je kunt vandaag al online een rekening openen, maar als je de mandaten of volmachten wilt aanpassen, moet je nog altijd naar het kantoor. Dat moet online mogelijk worden.”

Vrouwen zijn schaars aan de top van de bankwereld. Hoe komt dat volgens u?

DIERICK. “Vrouwen zijn overal ondervertegenwoordigd in directiecomités. Dat vind ik verkeerd. Meer vrouwen in directie- en bestuursraden betekent betere discussies en betere resultaten. Ik geloof in het positieve effect van diversiteit. Zo is het ook mijn overtuiging dat er meer mannen op hrm-departementen zouden moeten werken.

“En de bankwereld, daar hebt u natuurlijk gelijk in: dat is gewoon een mannenbastion. Er werken relatief veel vrouwen in de banksector, maar je vindt ze niet aan de top. Dat komt omdat vrouwen gemotiveerd en gestimuleerd moeten worden om verantwoordelijkheid te nemen. Vrouwen zijn te bescheiden, ze zullen niet snel spontaan solliciteren voor een topbaan. ‘Daar heb ik onvoldoende competenties voor’, denken ze. Terwijl een man sneller denkt: ‘Ik heb misschien niet de juiste competenties maar ik zal er toch maar een gooi naar doen. ‘”

Hoe hebt u uw weg gemaakt in die mannenwereld?

DIERICK. “Mannenbastions zijn zo’n beetje mijn natuurlijke biotoop. Ik ben opgegroeid in een familie van aannemers en aan de universiteit studeerde ik burgerlijk ingenieur bouwkunde. In het eerste jaar zaten we met vijf meisjes op een totaal van 150 tot 200 studenten. Ik ben het dus gewoon van te functioneren in een mannenwereld. Mijn medewerkers zullen allicht zeggen dat ik assertief ben, maar ook ik heb steeds behoefte gehad aan dat duwtje in de rug. Als vrouw moet je voelen dat je aangemoedigd wordt, door het thuisfront, door de mensen rondom je op de werkvloer, door je bazen. Pas als je dat vertrouwen voelt, ga je ervoor.”

Waarom studeert een meisje in de jaren tachtig voor burgerlijk ingenieur?

DIERICK. “Goh, ik studeerde heel graag. Ik deed bijvoorbeeld heel graag wiskunde, en dus dacht ik: laat ik maar meteen de moeilijkste studiekeuze nemen. Ik wist dat als ik slaagde, ik nog altijd alle richtingen uit kon. Het was niet mijn bedoeling om in de bouwsector aan de slag te gaan. Ik droomde van een carrière in de zakenwereld. ( lacht) Ik vond dat daar onvoldoende vrouwen aan de slag waren.”

Het werd de financiële sector?

DIERICK. “Ja, om de eenvoudige reden dat de banken in 1984, toen ik afstudeerde, zelf een belangrijke opleiding organiseerden voor universitaire stagiairs. Je leerde er alles over recht en economie. Zo’n fantastische opleiding krijgen en er nog betaald voor worden ook, die kans kon ik niet laten liggen. Ik dacht aanvankelijk niet dat ik lang bij de bank zou blijven, maar gaandeweg ontdekte ik dat er zich veel mogelijkheden aanboden.”

Retail loopt zo’n beetje als een rode draad door uw bankloopbaan?

DIERICK. “Niet helemaal. De eerste jaren was ik vooral in het bedrijfssegment actief. Zelfs toen ik in 1990 naar Brabant verhuisde om een groep van 20 kantoren aan te sturen, behield ik een portefeuille ondernemingsklanten.

“De belangrijkste stap in mijn carrière was mijn benoeming in 1994 tot assistent districthoofd in het Brusselse. Ik kwam er in een Franstalige omgeving terecht. Op dat moment ga je het belang van een taal en een cultuur inzien. Wie een goede people manager wil zijn, moet mensen in hun moedertaal kunnen aansturen. Ik werd verplicht om heel vlot Frans te spreken en ik heb daar later de vruchten van kunnen plukken.

“Later ben ik ook in operations en IT actief geweest. Uit die periode heb ik onthouden dat je maar van een goede dienst kunt spreken als hij echt pico bello in orde is voor de klant. Die les is me vooral de voorbije jaren als hoofd van retail sales van pas gekomen. Als je verantwoordelijk bent voor het kantorennet, besef je dat alles draait rond de klant.”

Bent u een workaholic?

DIERICK. “Goh, ik ben alleszins nooit offline. Mijn BlackBerry wordt niet afgezet, ook niet op vakantie of in het weekend. Ik voel me daar goed bij. Ik lees liever geregeld mijn mails dan dat ik er enkele honderden moet verwerken als ik weer op kantoor ben. Ik probeer er wel niet continu mee bezig te zijn.

“Het is allemaal een kwestie van organisatie. Ik woon in de omgeving van Aalst, dus als ik ‘s morgens de snelweg oprijd, sta ik in de file. Mijn medewerkers weten dat ik er zo’n anderhalf uur over doe, maar dat ik die tijd intensief zit te telefoneren. En ‘s avonds werk ik lang genoeg opdat ik filevrij naar huis zou kunnen.”

Valt dat als vrouw met een man en twee kinderen ook privé te organiseren?

DIERICK. “Ook dat is een kwestie van keuzes maken, en misschien hebben vrouwen daar meer moeite mee dan mannen. Als je carrière wilt maken, moet je gewoon zorgen dat je thuis hulp krijgt. Het is belangrijk dat er stabiliteit is voor de kinderen. Mijn echtgenoot heeft zijn eigen zaak, ik heb er altijd voor gezorgd dat er kinderopvang was tot ik thuiskwam. Zeker in het begin van je loopbaan is dat een investering. Dat kost een hoop geld, maar je moet weten wat je wilt. En de twee partners moeten samen achter de genomen beslissingen staan.

“Ik heb twee meisjes, de oudste is nu 19 en de jongste 15. Ze zijn op een leeftijd gekomen dat ze een buitenshuis werkende moeder heel interessant vinden. Ze vinden het leuk om met mij te praten over de zaken waarmee ik bezig ben.”

Blijft er ruimte voor vrije tijd?

DIERICK. “Vrije tijd is er alleen in het weekend en de vakantieperiodes. En dan maak ik graag tijd voor familie en vrienden. Ook reizen zit me in het bloed. En lezen natuurlijk. Ik lees heel veel en heel graag. Veel vaklectuur in de eerste plaats. Maar ook romans. Maar dan wel romans waar je iets kunt van bijleren. In het recente werk denk ik aan de boeken van Ken Follett, daar ben ik een fan van. Ik heb altijd graag gestudeerd en geleerd, dat zal nu niet meer veranderen.”

PATRICK CLAERHOUT, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

‘Het is een kwestie van keuzes, misschien hebben vrouwen daar meer moeite mee dan mannen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content