DE MAN VAN HONDERD MILJARD

De 71-jarige Albert Frère mag dan al le plus puissant des Belges (Le Monde) genoemd worden en als dusdanig uitgegroeid zijn tot een “publieke figuur”, toch wenst hij zich volledig te distantiëren van het publieke forum. Zijn openbare optredens blijven dan ook beperkt tot het voorzitten van algemene vergaderingen in de door hem gecontroleerde vennootschappen. Zijn laatste interview dateert inmiddels al van 1992 ( Le Soir), en wel “omdat woorden niet belangrijk zijn”.

Het fortuin van Albert Frère werd in de Franse media recentelijk geschat op zo’n honderd miljard frank. Intimi weten nochtans dat hij weliswaar houdt van luxe (bijvoorbeeld : een eigen jet) maar niet van een excentrieke levensstijl. Hij heeft een discipline om u tegen te zeggen : het nachtelijk leven is niet aan hem besteed, maar de dagelijkse ochtendgymnastiek des te meer. Albert Frère, verstokt antiroker, wordt omschreven als charmant en aimabel in de omgang, zeer fideel ook tegenover zijn naaste omgeving en “een werker van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat”, 365 dagen op 365. Hij heeft een passie voor kunst (werken van Magritte, Delvaux, Dali en Breughel behoren tot zijn patrimonium), voor sport (jacht, ski, tennis en sinds kort meer en meer golf) en voor wijn (hij bezit eigen wijngaarden en participeert samen met de de Rotschilds in twee vooraanstaande Franse wijnhuizen, le Rieusec-Sauternes en l’Evangile-Pomerol). Hij is een vast lid van de Brusselse “gastronomievereniging” Club des 33. De “man uit Charleroi” heeft zijn eigen optrekjes in Parijs, Brussel, New York, Knokke, Courchevelle en Saint-Tropez, waar hij graag de beau monde uit politieke, culturele of zakelijke middens te gast vraagt. Op zijn Brusselse penthouse, in de rue De Crayer op een steenworp van het Terkamerenbos, wisselt hij met de regelmaat van een klok ideëen uit met mensen die hij waardeert. Ook vooraanstaande Vlamingen zijn welkom op die onderonsjes. Volgens Armand Dupon, jarenlang versleten voor Flamand de service van de Groep Brussel Lambert, zijn Waals-Vlaamse tegenstellingen allerminst aan Frère besteed. Ook Marc Eyskens getuigt in dezelfde termen. “Vergeet niet dat BBL bijvoorbeeld vroeger een honderd procent francofone aangelegenheid was,” zegt Marc Eyskens, die er bestuurder is. “Ik merk daar vandaag veel minder van. Frère is allesbehalve een Vlamingen-hater.” Volgens Armand Dupon hebben de Vlamingen meer dan eens de deur in het gezicht van Frère gegooid. Onder meer in het dossier VTM werd hij zonder omwegen persona non grata verklaard.

CASCADE.

De Frère-strategie is voer voor diepgaande studies of thesissen. Hij werkt met de ijver van een eekhoorn die zijn wintervoorraad aanlegt. Zijn vermogen om razendsnel te anticiperen op situaties en zijn “neus voor geldgewin” zijn inmiddels legendarisch. Wat niet betekent dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Frère kende ook zijn mislukkingen, zoals met de Amerikaanse investeringsbank Drexel Burnham Lambert of met de in de jaren tachtig gelanceerde “kmo-holding” Prominvest. Maar zijn successen zijn zoveel talrijker. De wijze waarop hij in de lente van 1996 en “in een bliksembeweging” de Europese mediadeal tussen CLT en de Duitse groep Bertelsman afrondde, biedt voldoende voor een spannende paperback of een lekker filmscenario.

Frère heeft kennelijk de kunst begrepen om met een minimum aan middelen een maximum aan macht naar zich toe te trekken. In de nieuwe groep Suez-Lyonnaise is hij bijvoorbeeld, met acht procent van de aandelen, toch dé spilfiguur. In alle door Frère opgevoerde nummertjes ” hap snap” laat hij zich leiden door een cascadestructuur, waarbij “bevriende partners” hem bijstaan. Partners die bereid zijn dezelfde strategie uit te tekenen en de minzame petit Albert graag bedenken met een follow-up-mandaat. Want : Frère staat synoniem voor meerwaarde en kassa-kassa. In zijn schaarse interviews liet de protagonist graag verstaan dat hij niet alleen staat voor stabiel aandeelhouderschap maar ook voor de Belgische verankering nog vóór het woordje verankering werd uitgevonden.

Zowel het een als het ander moet men een dosis zout genomen worden. Zoals recent bleek met het pakket Tractebel-aandelen, schuift hij graag “als de tijd er rijp voor is”. Dat gebeurt zonder veel omhaal of sentiment, maar wel altijd met ronkende meerwaarden. Alleen worden minderheidsaandeelhouders of tussenholdings in dit soort van operaties veelal geïgnoreerd. “Holdings à la GBL bezorgen de Belgische beurs geen al te beste reputatie,” klinkt het bij Patrick Vermeulen van de Londense zakenbank Schroder Capital Management International. “En wel omdat minderheidsaandeelhouders in de dochters van de holding dikwijls het slachtoffer worden van grote projecten die worden ontworpen door kernbeslissers, zoals al in meerdere dossiers (Royale Belge, Wagons-Lits, enzovoort) is gebleken”.

Critici menen dat Frère ook eerder staat voor ontankering dan voor verankering. Kort nadat Frère als “de redder van de BBL” werd geloofd door het politieke establishment in Brussel, kondigde hij doodgemoedereerd aan dat hij de GBL-participatie in BBL van 46 naar 10 procent wilde terugbrengen. In 1987 snelde hij Royale Belge (RB) ter hulp toen de Franse verzekeringsgroep Axa zijn tanden wilde zetten in dit Belgische kroonjuweel. Vandaag helpt Frère nog steeds bij de controle over RB, maar het inmiddels met UAP gefusioneerde Axa is wél beduidend machtiger als het aantal RB-aandelen in portefeuille worden geteld. Ook bij zijn intrede in Suez-Lyonnaise lijkt de verankeringsgedachte ver zoek. Tractebel vraagt zich in ieder geval beklemd af hoe het nu verder moet “onder Franse heerschappij”.

ZWAKTE.

Frère, zoveel is inmiddels wel duidelijk, heeft in de Franse zakenwereld een absolute sleutelpositie opgebouwd, via bondgenootschappen met en participaties in Paribas, UAP-Axa, Elf, CLT, Havas, Suez-Lyonnaise, Compagnie Générale des Eaux. Al te vaak dient hij daarbij twee heren, die in wezen concurrenten van elkaar zijn. De sterkte van Frère is meteen ook zijn zwakte : vroeg of laat moet dat leiden tot botsingen of conflicterende situaties. Hier en daar hangt al elektriciteit in de lucht. De nakende promotie van Frères luitenant Thierry De Rudder in de raad van bestuur van Generale Maatschappij zorgt voor spanning achter de gordijnen. In het Franse medialandschap, waar Havas en CLT elkaar recht in de ogen kijken, wordt de double dealing-positie van “de Belg” ook van kritiek voorzien. “U weet toch waarom Frère zo graag met de Fransen omgaat ?” zegt Le Monde-journalist Fralon. “Terwijl de Fransen maar blijven praten, heeft Frère rustig de tijd om te rekenen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content