De maatlat voor de kabelindustrie

De Gentse prof Luc Martens standaardiseerde de normen voor de Europese kabeloperatoren. “Ze wilden ook een certificatieprogramma en kwaliteitslabels. Daarvoor hadden ze een bedrijf nodig.” Martens richtte Excentis op, dat nu op zoek gaat naar verruiming.

Telenet is niet de enige firma die goed verdient aan de kabel. Achter de hoge netwerksnelheden van de Mechelaars zit een nieuwe generatie netwerkstandaarden. De tester van die normen voor de nu 21,5 miljoen internetkabelklanten in Europa is een Gentse vennootschap, Excentis. Die zag het afgelopen jaar haar brutomarge meer dan 20 procent stijgen, tot boven de 2,5 miljoen euro.

In de sector is Excentis een begrip. “Het enige certificatielab voor de EuroDocsis-standaarden voor de Europese markt”, zegt Jan Vorstermans, executive vice president Technology & Solutions van Telenet. “Zij hebben een unieke expertise in de industrie, los van specifieke fabrikanten, een zeer grote toegevoegde waarde voor de operatoren”, beaamt Ben Vandenberghe, bestuurder van Skyline Communications.

Zowel de gedelegeerd bestuurder van Excentis Luc Martens (47) als zijn technisch directeur Wim De Ketelaere stond al in de Digital TV Europe-lijst van 50 meest invloedrijke figuren uit de Europese kabel- en satellietindustrie.

Martens is met de branche groot geworden. Hij was professor aan de vakgroep informatietechnologie van de universiteit van Gent toen de plannen voor Telenet in 1995 vorm kregen. De eerste medewerkers van Telenet kwamen uit zijn onderzoeksgroep en hij hielp mee aan de ombouw van de Vlaamse kabelnetten voor telefonie en internet. Algauw zetten de Europese kabelboeren, waaronder Telenet, naar het voorbeeld van hun Amerikaanse collega’s een structuur op om standaarden uit te werken voor die nieuwe netwerken.

Hun organisatie, Cable Europe Labs, koos in 1999 voor de Amerikaanse Docsis-norm, aangepast aan Europa. Martens moest dat standaardisatieproces coördineren. En van het een kwam het ander. “De kabeloperatoren wilden een certificatieprogramma opzetten en kwaliteitslabels afleveren. Daarvoor hadden ze een bedrijf nodig dat de certificatietesten deed. Zo heb ik dan tComLabs (nu Excentis) opgezet.”

Vertrouwenspositie

Technisch directeur De Ketelaere is een zeiler. Martens jogt en fietst. Hij startte Excentis in 2000 met zijn collega-professor Paul Lagasse. Ondertussen zit zijn bedrijf in een comfortabele positie. Cable Europe Labs besteedt zijn conformiteittesten uit aan de Gentenaren, die op die manier een grote klant hebben. Vier keer per jaar, laatst in december, leggen de fabrikanten hun producten voor. Dat is een spannende oefening. Het behalen van het certificatielabel is een van de elementen in de beslissing van de aankoop van kabelmodems en kabelmodemterminatiesystemen door de kabeloperatoren. Daarom beperkt Excentis zich strikt tot de testen.

“Wijzelf leveren geen kwaliteitslabels af”, zegt Martens. “Dat doet de EuroDocsis Certification Board, een commissie binnen Cable Europe Labs. Wij worden ook continu geaudit door de fabrikanten. Wij geven hen feedback. Dat doen we nu tien jaar en we hebben nog altijd hun vertrouwen.” Excentis test ook de telefoniesystemen van de kabelaars, die werken op basis van voice over internet.

60 procent eigenaar

Martens is gebruind terug van een skivakantie met zijn kinderen. Hij is voor 60 procent eigenaar van Excentis, de overige 40 procent zit bij de familie Lagasse, die haar participatie heeft ondergebracht bij de vennootschap NaCa, naar de eerste letters van de voornamen van de dochters Lagasse. Het vastgoed zit in een andere maatschappij, ITAdvise, met dezelfde aandeelhoudersverdeling.

Dat vastgoed is een van de troeven van Excentis. De bedrijfszetel is het Gildepand, een enorm hoekhuis uit 1769 in de Gildestraat op een steenworp van de Sint-Jacobskerk. Een draaiende trap met marmeren standbeeld in empirestijl geeft uit op een indrukwekkende rotonde van pilaren. Het licht van de binnenplaats zorgt voor een plezierig gevoel van ruimte in de labo’s, waar apparatuur van allerhande leveranciers zich door de testcycli zoemt.

“Wij werken hier samen met de topspelers van de wereld in telecommunicatieproducten en dan nog direct met hun hoofdkwartier”, zegt Martens. Met zo’n expertise zijn headhunters nooit weg en de statige werkomgeving helpt om de 24 personeelsleden bijeen te houden, net als de pooltafel, de gezelligheid ‘s middags en de teambuildingactiviteiten.

“We hebben wel wat verloop. In een klein bedrijfje kan je niet iedereen laten doorgroeien”, zegt Martens, het verloop bedroeg in 2008 minder dan 10 procent. Hij heeft een programma om extra medewerkers te rekruteren, niet alleen ingenieurs, ook gegradueerden. Excentis heeft eind vorig jaar ook winstbewijzen gecreëerd, die bepaalde personeelsleden voor 10 procent laten delen in de winst.

Op zoek naar groei

De keerzijde van de stabiele werkrelatie met Cable Europe Labs zijn de beperkte groeimogelijkheden. “Sinds 2005 is de omzet niet veel meer gestegen”, geeft Martens toe. De testen worden complexer, maar het aantal fabrikanten consolideert. De nieuwe EuroDocsis 3.0-standaard was vijf jaar in voorbereiding en gaat zeker nog vijf tot tien jaar mee. “Een opvolger is nog niet op komst. Docsis 3.0 was al vrij vooruitziend.” Daarvan zal de groei dus niet komen.

Excentis haalt ongeveer de helft van zijn omzet uit certificatietesten, de rest is consultancy, training of maatprojecten voor operatoren. Niet alleen voor kabelaars, ook voor DSL-operatoren en zelfs voor allerlei draadloze toepassingen.

Gemeten naar de activiteiten van de WiCa( wireless and cable) onderzoeksgroep van de UGent, waarvan Luc Martens de leiding heeft, reikt zijn belangstelling tot mobiele tv, Wimax, WiFi en zelfs draadloze lichaamsnetwerken. “We houden mobiel in beeld en als we ergens een rol zien voor ons, proberen we daarop in te gaan.”

Via zijn werk bij WiCa, waar hij 10 procent van een professorenmandaat heeft, is Martens nog betrokken bij het Vlaamse onderzoekscentrum IBBT. “Martens is eigenlijk voortdurend in het buitenland. Zijn enige Belgische klant is Telenet”, zegt de gedelegeerd bestuurder van IBBT, Wim De Waele, die verwacht dat er wel meer samenwerking komt.

Misschien is de beste kans op groei voor Excentis nog een product, ByteBlower, een trafiekgenerator die toelaat netwerken en netwerkcomponenten te testen op performantie en stabiliteit. “Wij bouwen ons eigen testinstrumentarium”, zegt Martens. Vorig jaar begon Excentis met de distributie van ByteBlower. Het potentieel is aanzienlijk. ByteBlower kan overweg met alle soorten toegangsnetwerken. Zowel operatoren als fabrikanten voor de mobiele, kabel- en DSL-markt kunnen er hun voordeel mee doen. “We proberen niches te vinden waarin we ons verder kunnen ontwikkelen. We willen niet afhankelijk zijn van één soort activiteit.”

Door Bruno Leijnse / fotografie Thomas De Boever

“We proberen niches te vinden waarin we ons verder kunnen ontwikkelen. We willen niet afhankelijk zijn van één soort activiteit” (Luc Martens, Excentis)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content