De levende stad

Ergens in een hoekje van Europa ontmoeten de drie landen elkaar. In een straal van enkele kilometers stellen de drie – Frankrijk, Zwitserland en Duitsland – elk een unieke rijkdom van natuur, kunst en architectuur tentoon. Dit keer is het vooral de architectuur die ons aantrekt. In Duitsland loopt een uitgebreide tentoonstelling over Frank Lloyd Wright.

Aan Franse zijde lonken er nochtans voldoende schoonheden. Tegen de natuur van de dichtbeboste Franse Vogezen kan weinig op. In Zwitserland is het de kunst die knipogend onze kant uitkijkt. Om aan het Kunstmuseum van Basel te weerstaan, moet je bepaald sterk in de schoenen staan. Bovendien is de stichting Beyeler in Riehen de verleiding zelve. De befaamde verzamelaar, Ernst Beyeler, een kwieke zeventiger, heeft de constructie van het prachtige museum dat zijn naam draagt, toevertrouwd aan architect Renzo Piano, en die verwierf met zijn plannen voor Beaubourg in Parijs aardig wat bekendheid.

Waarmee we dus bij de architectuur aanbeland zijn. Toegegeven, Renzo Piano levert mooi werk. Maar wie een duidelijker beeld van wereldse architectuur wil, moet oversteken naar Duitsland, meer bepaald naar Weil am Rhein, naar het Vitra Museum. Dat museum is een ontwerp van Frank O. Gehry (het ontwerp van de hoofdzetel in bureaumeubilair in Basel staat ook op zijn naam) en is omringd met gebouwen van andere hedendaagse architectuurmeesters. Zoals daar zijn: een auditorium van Tadao Ando, een fabriek van Alvaro Siza en een brandweerkazerne van Zaha Hadid. Opdrachtgever was telkens de baas van Vitra; Rolf Fehlbaum.

Het museum

dat gewoonlijk een buitengewone collectie moderne zitmeubelen huisvest, heeft momenteel plaats gemaakt voor De Levende Stad. En die is van de hand van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright (1867-1959), voorloper van het modernisme en tijdgenoot van onze Henry Van de Velde, van de Nederlander Hendrick Berlage, net zoals van Philip Johnson. De tentoonstelling in het Vitra Museum draait rond het leven en werk van Frank Lloyd Wright; van constructies tot uitgetekende plannen die nooit verwezenlijkt werden.

Midden in de tentoonstellingszaal prijkt een geweldige, op een hypothetische studie gebaseerde maquette van 244 x 244 x 54.6 cm, gedoopt Broadacre City. Het ontwerp illustreert Wrights idee van sociale huisvesting in Amerika, en bestaat erin dat elk woonhuis pakweg 40,47 are toegekend krijgt. “Familieterrein”, heette dat. Een mooi project, te mooi om waar te zijn. Vandaar de hypothese. Rondom deze maquette hangt en staat allerhande materiaal van Frank Lloyd Wright. Materiaal dat zicht geeft op de verwezenlijkingen van de architect, zijn visie op stedenbouw, ontwerpen en uitvoeren, interieurinrichting, meubilair en design, decoratie ook. Alles in de stijl van Wright, met andere woorden, zonder de omgeving uit het oog te verliezen. Want de omgeving, zo vond Wright, die bepaalt de vorm.

Wright

was één van de eerste architecten die opkwam voor “eenheid in omgeving”. Organische architectuur beschouwde hij als zijn ideaal, en dat kwam erop neer dat elk gebouw moest voortvloeien uit de wetten van de natuur. Een stad moest een levende stad worden, en wie het museum bezoekt, krijgt er duidelijk zicht op hoe Frank Lloyd Wright zijn ideaal graag verwezenlijkt zag. Allerhande projectplannen – al dan niet gerealiseerd – tonen Wrights begeestering, illustreren de evolutie van zijn carrière.

Zijn bekendste gebouwen laten ook vandaag de dag niemand onaangeroerd. Iedereen kent het Guggenheim Museum van New York, en over het Fallingwater House is ook het laatste woord nog niet gevallen. Het zijn mijlpalen in de architectuur van deze eeuw. Het was in 1936 dat Frank Lloyd Wright het Fallingwater House bouwde, in opdracht van Edgar Kaufman. Nog altijd geldt dit woonhuis, dat gebouwd is boven een waterval in Dear Run, Pennsylvania, als een van de allermooiste ter wereld. De eenheid met de natuur in extemis. Over het Guggenheim zijn de meningen verdeeld. En niet een beetje. Dit museum, met zijn cirkels en spiralen, opende in 1959 de deuren, zes maanden na de dood van Wright. En het was nog niet geopend of er ontstond een groep pro en een groep contra. De contra’s kregen een woordspeling cadeau: Frank Lloyd Wright, werd Frank Lloyd Wrong! Voor de opening van het museum verscheen in de New York Times een brief, getekend door 21 kunstenaars waaronder de bekende Willem De Kooning, met de boodschap dat het tegen hun gevoel en geweten zou zijn als ze in het nieuw Guggenheim-gedrocht zouden tentoonstellen.

Wright werd verweten dat hij de kunst naar de hand van de architectuur zette, en niet omgekeerd. Architectuur in functie van de kunst. En inderdaad, Wright had de reputatie een pretentieus en arrogant persoon te zijn, egocentrisch en narcistisch. En ja, hij vond van zichzelf dat hij de beste architect ter wereld was. (Frank O. Gehry zal hierover kunnen meepraten. Hij moet aan dezelfde kritiek weerstaan met de bouw van het Guggenheim-museum in Bilbao). Toch zijn er velen die hun heil vinden in het Guggenheim-museum van New York. En begrip kunnen opbrengen voor de spiraalvormige opbouw, de speelse lichtinval, de cirkelvormige structuur. In het Guggenheim Museum hangen de werken schuin tegen de muur, alsof ze op een schildersezel staan, en de bezoeker wordt geleid door de vorm van de trap, het afdalen in cirkels dat gepaard gaat met het bewonderen van de kunstwerken.

De tentoonstelling

in het Vitra Museum is opmerkelijk, omdat ze diep ingaat op Wrights werk, en op de kritiek en commentaar daarop. Negen thema’s werden uitgediept waarin de verschillende typen woningen van Wright uitgelegd worden. Zo kun je bijvoorbeeld vaststellen dat de ontwerpen die Wright in de jaren ’30 maakte volledig indruisten tegen de internationale stijl van zijn toenmalige Europese collega’s, met name Gropius, Mies van der Rohe of Le Corbusier. Wright minachtte hun modernisme, verweet hen dat hun wereldbeeld gebaseerd was op de machine, en dat de gebouwen die ze ontwierpen niets anders waren dan kartonnen huisjes zonder ziel.

Geen wonder dus dat hij ook zelf heel wat kritiek te verduren kreeg. De uitlating dat wat hij deed, niets anders dan “verouderde architectuur” was, weerklonk meermaals in deze contreien. Nochtans heeft Wright met zijn Prairie-stijl een niet te versmaden bijdrage aan de moderne architectuur geleverd. Die Prairie-stijl had betrekking op zijn visie op grote, alleenstaande landhuizen in de Amerikaanse prairie. Wright bouwde ze horizontaal, geen verdiepingen meer, harmonieus met het golvende landschap van de prairie; met een interieur dat een groot ruimtegevoel bood, de éne kamer overlopend in de andere, zonder van elkaar afgesloten te zijn. Als vanzelfsprekend koos hij voor bouwmaterialen die met de omgeving in evenwicht waren. Wright deed niet anders dan wat Filippo Brunelleschi (1377-1446 / koepel van de Dom in Firenze) deed, ten tijde van de renaissance.

Maar Wright evolueerde. En veel van zijn grote projecten werden – haast allemaal in de Verenigde Staten – tijdens zijn laatste levensjaren effectief verwezenlijkt. En hoewel hij een voorloper van het modernisme was, is de man in zijn hart toch altijd een romanticus gebleven. Iemand die altijd zocht naar een specifieke oplossing. Iemand die zijn eigen wereld bouwde.

Zijn huis Taliesin in Spring Green, Winconsin, is een voorbeeld van Wrights eigenzinnigheid. Hij bouwde het in 1910, brak het later af, en herbouwde het op de overblijfselen. Dat huis prijkt trouwens ook op de lijst van zijn meesterwerken.

Terwijl de gemiddelde burger rond zijn zestigste levensjaar toch naar zijn pensioen begint te snakken, krijgt Wright de kick van zijn carriére, beleeft hij klaarblijkelijk zijn architecturale hoogtepunten. Hij schetste allerlei gebouwen en monumenten, 350 in totaal. Hij was zijn tijd vooruit, want al in 1956 plande hij een wolkenkrabber van 1600 meter hoog in Chicago, voorzien van kerngestuurde liften. Dat gewaagde project, omgeven door een zestigtal decoratieve kunstwerken, allemaal van de hand en het brein van Frank Lloyd Wright, illustreert bijzonder goed hoever het genie van Wright reikte. En hoe alles wat hij aanpakte, in een al dan niet controversieel kunstwerk veranderde.

Vitra Design Museum – Charles-Eames-StraBe 1 – Weil am Rhein – Tel: (0049) 7621-702.32.00. Tot 11 oktober, dinsdag t/m zondag van 11 tot 18 uur. http://www.design-museum.de

TEKST: SERGE VANMAERCKE / FOTO’S: COURTESY THE FRANK LLOYD FOUNDATION

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content